Hoe zit het met jouw bevlogenheid in je werk?
Hoe je door inzicht in factoren die van invloed zijn op bevlogenheid, daar meer grip op krijgt in je werk
Een baan die aansluit bij waar jij warm voor loopt, waarin je je talenten kunt inzetten en waar je energie van krijgt, maakt gelukkig.
Ben je een bevlogen werker, dan ben je enthousiast over wat je doet, voel je je betrokken bij je werk en de organisatie waarvoor je werkt.
Hard werken houd je dan goed vol, omdat je tijdens je werk vooral flow ervaart. Je gaat helemaal op in wat je doet, beleeft er plezier aan en bent intrinsiek gemotiveerd.
Als je bevlogen je werk doet, dan levert werk je energie op, in plaats van dat het je energie kost.
Hoe zit het met jouw bevlogenheid in werk?
Sta je op een enthousiaste en energieke manier in je werk? Of heb je het gevoel dat je er meer plezier en bevrediging uit zou kunnen halen dan nu het geval is? Of heb je nu misschien nauwelijks plezier in je werk en raak je er ook totaal niet door geboeid?
Dan is het tijd om bij te sturen.
Bevlogenheid; wat is het eigenlijk?
In plaats van over bevlogenheid als losstaand begrip te praten, heb ik het liever over bevlogen je werk doen.
Naar mijn idee zegt bevlogenheid vooral iets over hoe je iets doet.
Bevlogen mensen gaan helemaal op in wat ze doen. Dat kan zijn in werk, maar ook daarbuiten. Bijvoorbeeld in de vrije tijd.
Ze hebben een positieve attitude, zijn enthousiast over wat ze doen, vol energie. Als ze bezig zijn met iets kunnen ze alles om zich heen vergeten, ook de tijd.
Zij lopen warm voor wat ze doen en voelen zich er capabel voor. Die twee componenten, willen en kunnen, maken dat bevlogen mensen alles geven in wat ze doen.
Gefocust werken ze aan hun taken en als je focust, dan kun je ook goede prestaties leveren. Dat is wat je bij bevlogen mensen ziet.
De werkomgeving is voor vijftig procent bepalend voor bevlogenheid
Bevlogenheid heeft voor minder dan een kwart te maken met iemands persoonlijkheid.
Ook al zegt men soms dat iemand bevlogen is, alsof het een persoonskenmerk is.
Het blijkt dat in werk, de werkomgeving voor vijftig procent bepalend is.
Dat betekent dat als je nu weinig bevlogenheid in je werk ervaart, mogelijk verandering van werkomgeving je al een flinke boost kan geven.
Als je tenminste inzicht hebt in de factoren in je werkomgeving die maken dat je nu niet bevlogen bent.
Taakeisen die aan je worden gesteld kunnen als stressoren worden ervaren, maar ook als uitdaging.
Dat hangt af van de energiebronnen die er zijn om de taakeisen op te vangen.
Die energiebronnen kunnen persoonlijk gerelateerd zijn, maar ook werk gerelateerd en dus gekoppeld aan je werkomgeving.
Ervaar je bijvoorbeeld volop steun van collega’s en je leidinggevende en zijn er ook volop mogelijkheden om je te ontplooien, dan zal je taakeisen eerder zien als een uitdaging. Wetend dat je hulpbronnen in je omgeving aan kunt boren, mocht dat nodig zijn.
Is dat het geval, dan kun je je taken over het algemeen ook beter aan en kun je goed op hoog niveau functioneren.
Ontbreekt sociale steun, krijg je weinig feedback over je functioneren en ervaar je weinig autonomie in je werk?
Dan heeft dat een negatief effect op jouw bevlogenheid. Taakeisen zal je dan eerder als stressoren ervaren. En houdt dat lang aan, dan kan dat bijvoorbeeld leiden tot burn-out.
Een goede balans tussen taakeisen en energiebronnen is cruciaal voor bevlogenheid
Arnold Bakker heeft dat weergegeven in zijn JD-R-model. JD staat voor Jobdemands (taakeisen) en R voor Resources (hulpbronnen/ energiebronnen).
© JD-R-model: Arnold Bakker
Arnold Bakker is hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hij doet onderzoek naar bevlogenheid op het werk.
Volgens Bakker is het belangrijk voor bevlogenheid dat er een balans is tussen taakeisen en hulpbronnen.
Is die balans er, dan zullen werknemers niet gauw opbranden, maar juist heel bevlogen hun werk kunnen doen.
Is er disbalans en kosten de taakeisen heel veel energie, dan roept dat stress op. Houdt dat lang aan, dan kan de stress chronisch worden, gaan de prestaties omlaag en kan de chronische stress leiden tot burn-out.
Hulpbronnen zoals ontplooiingsmogelijkheden, autonomie, sociale steun en feedback over je prestaties geven vooral energie, maar ook motivatie.
Dat helpt om je enthousiasme vast te houden en je doelen te realiseren, zodat je prestaties goed zijn.
Bovendien helpen de hulpbronnen jou om het ongewenste effect van taakeisen of stressoren op te vangen.
De hulpbronnen hebben overigens vooral effect op bevlogenheid als de taakeisen heel hoog zijn.
Hoe taakeisen, werk gerelateerde en persoonlijke hulpbronnen in onderlinge samenhang invloed hebben op bevlogenheid
Als je bevlogen bent en goed presteert, dan heb je alle kans dat je niet alleen meer steun van anderen krijgt, maar ook meer autonomie.
In het model van Bakker vind je die autonomie terug bij de werk gerelateerde hulpbronnen.
Bovendien krijg je als je goed presteert, ook meer zelfvertrouwen, meer gevoel van eigenwaarde en zelfeffectiviteit en word je stressbestendiger.
In het model zie je dat bij de persoonlijke hulpbronnen.
Zo kan de werkomgeving in combinatie met de persoonlijkheid ervoor zorgen dat iemand opbrandt in zijn werk of juist heel gemotiveerd presteert.
En zo kun jij door meer inzicht in factoren die van invloed zijn op bevlogenheid, daar meer grip op krijgen in je werk.
Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?
Bel (0575-544588/06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!