Hoe beschermingsmechanismen je steeds onzekerder maken
Laat je niet verlammen door het imposter syndroom
“Het is allemaal niet zo vreselijk ingewikkeld, een beetje bluf dus.”
Met lang niet alles wat gevraagd wordt in de vacatureomschrijving heeft Eric ervaring. Maar hij laat zich niet afschrikken. Zo spannend is het niet voor hem.
Voor Margriet is dat anders. Super spannend vindt ze het. “Wat ik allemaal gedaan heb, stelt niet zoveel voor. Ik kan eigenlijk niets bijzonders. Succesverhalen heb ik dan ook niet.”
Wist je dat vrouwen over het algemeen eerder geneigd zijn om op zeker te spelen dan mannen? Dat veel vrouwen bijvoorbeeld 100% zeker willen weten dat ze een functie aan kunnen, voordat ze reageren op een vacature?
En mannen? Die denken kennelijk veel eerder dat ze het wel kunnen. Zoals Eric zegt “Zo vreselijk ingewikkeld is het allemaal niet.”
Met name succesvolle vrouwen kunnen last hebben van wat men noemt het imposter syndroom. Dat kan hen aardig in de weg zitten. Vooral ook met betrekking tot hun loopbaan.
Ze worden voortdurend gekweld door de angst dat ze ontmaskerd worden. Ze zijn bang dat anderen (en zijzelf) erachter komen dat ze niet competent genoeg zijn. Terwijl ze wel hun best doen om competent over te komen.
Ze ontwikkelen allerlei mechanismen om die ontmaskering te voorkomen. Daarbij realiseren ze zich niet, dat ze daarmee het risico lopen in een negatieve spiraal terecht te komen. Hoe dat werkt, lees je in mijn artikel.
Overigens is het imposter syndroom beslist niet alleen een vrouwending. Ook mannen kunnen er behoorlijk last van hebben.
Het imposter syndroom gaat over onzekerheid
Die onzekerheid heeft te maken met het feit dat je denkt dat je anderen een onrealistisch beeld van jezelf voorspiegelt. Dat je je mooier, beter, succesvoller voordoet dan je bent.
Terwijl je eigenlijk heel goed weet dat je wel iets kunt, op basis van wat je hebt gepresteerd. Zelfs op basis van harde feiten. Maar kennelijk heb je die prestaties niet of in elk geval onvoldoende geïnternaliseerd.
Je bent geneigd om je successen toe te schrijven aan externe factoren. Bijvoorbeeld pech of geluk of hulp van anderen. Zoals we dat dan noemen; je bent geneigd om extern te attribueren. Daarover later meer.
Een ander punt kan zijn, dat je geneigd bent de zwaarte van de taak te bagatelliseren. “Ach, het schrijven van die juridische teksten stelt niets voor.” Daarbij voorbijgaand aan het feit dat niet iedereen dat zomaar kan en even goed doet.
In een traject bij MEER WAARDE IN WERK komt dan al gauw naar voren dat je toch heel wat moet kennen, kunnen en zijn om zo’n in jouw ogen gemakkelijk klusje naar behoren te klaren.
Het je daadwerkelijk toe-eigenen van die kwaliteiten is dan een volgende stap. Voor iemand die regelmatig last heeft van gevoelens van het imposter syndroom is dat moeilijk.
Je bent bang dat anderen door het plaatje dat je voorspiegelt heen prikken. En dat je genadeloos door de mand valt.
Dat wil je krampachtig voorkomen en daar heb je dan je mechanismen voor. Ook al ben je je daarvan misschien lang niet altijd bewust.
Mechanismen om ontmaskering te voorkomen
Wist je dat symptomen van het imposter syndroom meer voorkomen dan je denkt?
Dat 75% van de vrouwen gevoelens van het imposter syndroom bij zichzelf herkent? Dat zelfs 30% van de vrouwen aangeeft er regelmatig last van te hebben?
Voor mannen liggen die percentages respectievelijk op 50 en 9%. Een aanmerkelijk verschil dus.
De cijfers geven overigens wel aan, dat de symptomen ook heel duidelijk kunnen spelen bij mannen.
Welke mechanismen zet men dan in om ontmaskering te voorkomen? Bewust of onbewust. Kijk maar eens wat je daarvan herkent.
Om te voorkomen dat je door de mand valt kan het zijn dat je harder gaat werken. Nog harder dan je wellicht al deed.
Dat je bijvoorbeeld ongezond perfectionistisch wordt.
Niet voor niets noem ik het ongezond. Want streven naar perfectionisme, uit angst om door de mand te vallen of uit twijfel aan eigen competenties, is beslist niet gezond. Je kunt jezelf daarmee aardig voorbijlopen en uiteindelijk kan het leiden tot burn-out.
Een ander beschermingsmechanisme om te voorkomen dat je door de mand valt, is uitdagingen vermijden.
Als je niet hoog grijpt, dan kun je ook niet diep vallen. In elk geval niet zo diep dat je door de mand valt.
Het voelt veilig om uitdagingen uit de weg te gaan. Bijvoorbeeld vooral niet in de schijnwerpers te gaan staan. Want stel je voor, ze zouden je wel eens kunnen ontmaskeren als je op de voorgrond treedt.
Maar die beschermingsmechanismen gaan je niet helpen. Integendeel, ze leiden ertoe dat je alleen maar onzekerder wordt. En dat je impostergevoelens dus sterker worden.
Hoe mechanismen om ontmaskering te voorkomen je nog onzekerder maken
In een eerder artikel schreef ik over intern en extern attribueren.
Attributie heeft te maken met het toeschrijven van het resultaat van je gedrag aan factoren in jezelf (interne attributie) of factoren buiten jezelf (externe attributie).
Heb je veel last van impostergevoelens, dan ben je geneigd om je successen toe te schrijven aan externe factoren. Bijvoorbeeld dat je toevallig geluk had. Of dat de taak niet zo moeilijk was als je had gedacht.
Mislukking daarentegen ben je eerder geneigd om toe te schrijven aan jezelf. “Zie je wel, ik kan dat gewoon ook niet goed. Voor mij is dat te hoog gegrepen.” Terwijl het best kan zijn, dat de omstandigheden ongunstig waren of de taak onvoldoende scherp was gedefinieerd.
Hoe komt het dan dat de afweermechanismen je nog onzekerder maken?
Neem als voorbeeld nog harder werken.
Dat harde werken leidt mogelijk tot het gewenste resultaat. Het is dus succesvol. Maar wat gebeurt met de betreffende persoon?
Die eigent zich dat succes niet toe. Die is geneigd om het succes toe te schrijven aan het harde werken. Of misschien zelfs wel geluk of hulp van anderen. In elk geval niet aan eigen competenties, haar kwaliteiten.
Bij een volgende uitdaging kan ze dus ook niet terugvallen op haar competenties. Voor haar gevoel is een volgend succes weer afhankelijk van externe factoren.
Ze is dus weer onzeker en bang dat het haar niet gaat lukken. Misschien is ze zelfs onzekerder dan de vorige keer.
Wat er gebeurt als je uitdagingen uit de weg gaat.
Ga je uitdagingen uit de weg, dan kun je ook geen successen ervaren. Dat betekent dat je niet kunt ervaren waar met name jouw competenties liggen, waar je goed in bent.
Dat je ook niet kunt experimenteren om te ontdekken wat wel of niet bij je past. Terwijl het je misschien wel aantrekt.
Dat maakt je nog onzekerder over wat je te bieden hebt, terwijl je je al onzeker voelt.
Ga uitdagingen dus niet uit de weg. Zie ze als een kans. Wees je bewust van wat je te bieden hebt en eigen je je kwaliteiten toe.
In een volgend artikel geef ik je tips hoe je het imposter syndroom tegen kunt gaan. En hoe je kunt voorkomen dat je in die valkuil stapt.
Voel jij je onzeker over wat je te bieden hebt?
Kun je wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van je kwaliteiten?
Neem gerust contact met me op voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.
Wat een ontzettend goed artikel weer Marlène.
Wat meteen bij mij opkomt is hoe het impostersyndroom een fixed mindset met beperkende overtuigingen voedt. Ik kijk uit naar je tips in je volgende artikel om dit aan te pakken.
Dag Stan,
Klopt! En die beperkende overtuigingen kunnen je flink vastzetten. Ik zie het van tijd tot tijd bij coachklanten. Voor jou als coach vast ook herkenbaar.