In plaats van schaamte weg te drukken, durf erbij stil te staan 

 

Schaamte is een rotgevoel; dat zul je met me eens zijn. Als je je schaamt, dan wil je daarvan weg. Terwijl het juist goed is om erbij stil te staan. Omdat schaamte je de weg wijst naar jouw verlangen.

Schaamtevrij worden is de manier om schaamte in te zetten als krachtbron.

 

Schaamte wijst je de weg naar je verlangen

 

Verschil tussen schaamteloos en schaamtevrij

 

Ook al lijken de begrippen ‘schaamteloos’ en ‘schaamtevrij’ ogenschijnlijk op elkaar. Er is een wezenlijk verschil.

Ben je ‘schaamtevrij’, dan etaleer je je schaamte, in plaats van dat je je schaamte verbergt. Zoals Aukje Nauta in haar boek nooit meer doen alsof aangeeft: ‘Je kunt gelijktijdig trots zijn op wie je bent, wat je doet en weet en durft jezelf openlijk te schamen en je schaamte de vrije loop te laten.’

Schaamte is dus niet de tegenpool van trots; je kunt tegelijk schaamte en trots ervaren. Als je je schaamte paart aan trots, dan mag de schaamte er zijn. Dan laat je die vrij.

Bij ‘schaamteloos’ kun je denken aan lompheid, botheid, brutaliteit. Dat is dus echt totaal anders.

 

 

Je schaamte onderzoeken om te komen tot inzichten met betrekking tot je verlangen

 

Om schaamtevrij te worden helpt het om je schaamte zorgvuldig te gaan onderzoeken.

Aukje Nauta beschrijft 5 stappen om te komen tot diepere inzichten over wat je werkelijk wilt.

 

Stap 1: Herken de schaamtesignalen

Mensen die zich schamen verbergen zich voor de buitenwereld of gaan het gevecht aan; flight of fight.

Misschien is ‘flight’ voor jou persoonlijk herkenbaarder dan ‘fight’.

Zowel bij vluchten als bij vechten probeer je de kloof die je bij schaamte ervaart, tussen wie je bent en wie je graag wilt zijn, te dichten.

Bij vluchten bijvoorbeeld door je klein te maken of je handen voor je ogen te slaan. Maar het kan ook zijn dat je in gesprekken met collega’s, vrienden of familie oppervlakkig blijft, omdat je een open gesprek wilt ontvluchten. En kiest voor onderwerpen die veilig voelen omdat er schaamte in het spel is.

Aukje Nauta zegt daarover: ‘De belangrijkste indicator van schaamte is niet wat er gezegd wordt, maar wat er niet gezegd wordt.’

 

Stap 2: Erken de schaamte

Zeg tegen jezelf: ‘Hé, ik schaam me.’

En schaam je niet voor je schaamte.

Schaamte is tegelijk iets moois en iets lelijks.

Het mooie is dat schaamte laat zien dat je je bewust bent van je falen. Dat je inziet dat je sociaal en moreel tekortschiet. Dat er iets aan jezelf te verbeteren valt. Dat je je ervan bewust bent dat je kunt leren en groeien.

Het lelijke (of noem het, het vervelende, het voor jou negatieve) is dat schaamte je imperfectie laat zien in relatie tot anderen.

 

Stap 3: Beschrijf je schaamte

Schrijf echt op en omschrijf heel precies wat de kloof is tussen wie je bent en wie je wilt zijn.

En verder

 

Stap 4: Onderzoek je verlangen

Wat ligt er achter die norm waarvan je afwijkt, waardoor je dat gevoel van schaamte ervaart?

Welke waarde ligt er ten grondslag aan de norm of normen die jouw schaamte opwekken?

Doe zelfonderzoek naar het verlangen: omschrijf zorgvuldig wat je nu precies wilt en waarom je dat wilt:

  • Waar verlang jij ten diepste naar?
  • Wat wordt er gezien de groepsnorm van je verlangd?
  • Wat betekent die botsing voor wat je werkelijk wilt?

 

Stap 5: Onderzoek met wie je je wilt verbinden

Het verlangen achter je schaamte is volgens Aukje Nauta ten diepste een verlangen om erbij te horen, omarmd te worden, bemind te worden.

Je wilt je met anderen verbinden.

 

Samenvattend voor dit artikel en mijn vorige artikel:

Wil je schaamte inzetten als krachtbron voor leven en werken?

  • Het begint met het besef dat schaamte een krachtbron is
  • Schaamte is niet iets om weg te stoppen of te overschreeuwen
  • Schaamte is iets om te koesteren vanuit het besef dat je net als ieder ander mensen zoekt naar manieren om je liefdevol te verbinden met de mensen om je heen
  • Schaamte wijst je zodoende de weg naar je verlangen
  • Deel dus je schaamte, etaleer haar openlijk. Niet alleen verdwijnt dan het rotgevoel dat met schaamte gepaard, het opent ook de weg naar je verlangen door jezelf, je omgeving of allebei te verbeteren
  • Maak je verlangen manifest en realiseer je dat dat verlangen ook van betekenis is voor keuzes die je maakt in je loopbaan.


Zie je nog niet hoe je jouw verlangens kunt verbinden met je loopbaanoriëntatie? 

Ik help je graag op weg.

 

 

Eerste aanzet tot het benutten van schaamte als krachtbron

 

‘Oh, ik ben zo stom geweest’, zegt ze. Ze had gekeken op het profiel van een persoon die ze wilde contacten voor meer informatie over haar vraag. En had gezien dat hij teruggekeken had op haar profiel.

We voeren het coachgesprek online via Teams en terwijl ze het zegt, zie ik dat ze zich schaamt.

Als in een reflex pak ik het boek dat op mijn bureau ligt. ‘Daarvoor hoef je je niet te schamen. Daar is niets mis mee.’, zeg ik. En ik houd de cover van het boek voor de camera en vraag haar ‘Kun je het zien?’.

 

Ik heb het over het boek van Aukje Nauta met als titel nooit meer doen alsof en als ondertitel ‘Denk je schaamte om en maak het je kracht.’

Het boek ligt voor mij nog binnen handbereik omdat ik het net gelezen heb en nog even bij de hand wil houden.

 

Spontaan zeg ik tegen mijn klant ‘Je hoeft je helemaal niet te schamen, het is juist krachtig dat je actief op zoek gaat naar de persoon waarvan je inschat dat die voor jou van betekenis kan zijn. En dat je zijn profiel bekeken hebt om je alvast een beeld van hem te vormen.’

 

Je schaamte inzetten als krachtbron

 

Aukje Nauta, auteur van ‘Nooit meer doen alsof’

 

Ik ontmoette Aukje Nauta op een zogenoemde ‘Zalige zondag’ in de Theaterloods van Radio Kootwijk.

Aukje Nauta is psycholoog, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden, organisatieadviseur en voormalig kroonlid van de SER. Als loopbaanprofessional ken ik haar als spreker en schrijver over met name duurzame inzetbaarheid.

Zelf noemt ze zich een ‘nepprofessor’. Publiceren in wetenschappelijke tijdschriften doet ze nauwelijks meer en voor het begeleiden van promovendi heeft ze naar haar zeggen al helemaal geen tijd meer, op die ene dag in de week dat ze aan de universiteit verbonden is.

Ze focust nu op het populariseren van psychologische wetenschap. En is als wetenschapper lid van het team van de Theaterloods.

 

 

Wat is schaamte precies?

 

Aukje Nauta definieert schaamte als: ‘een sociale, morele, pijnlijke emotie die je ervaart als je vindt dat wie je bent niet voldoet aan bepaalde normen.’

 

Schaamte als een sociale emotie.

Als je je schaamt, zegt Nauta, dan ben je bang dat andere mensen je zien als incompetent, misvormd, belachelijk of anderszins onder de maat.

Als je je schaamt, dan strookt wat je doet niet met hoe het hoort en de schaamte maakt je daar pijnlijk van bewust.

Je hebt persoonlijk last van jezelf en dat wordt veroorzaakt doordat je je tegenover andere mensen niet goed genoeg voelt.

 

Schaamte als een morele emotie.

Mijn coachklant die op het profiel gekeken had van de persoon die mogelijk voor haar van betekenis kon zijn, schaamde zich omdat ze het gevoel had dat ze had zitten gluren op andermans profiel.

De schaamte deed haar beseffen dat dat misschien ongepast was en eigenlijk niet door de beugel kon.

In mijn optiek is het overigens ongepaster om anoniem profielen te bekijken, dan in alle openheid met je eigen profiel zichtbaar te zijn als bezoeker van het profiel van iemand anders.

Voor mij voelt anoniem een profiel bezoeken pas echt als ‘gluren’. Maar dat is heel persoonlijk.

 

Schaamte als pijnlijke emotie

Als je je schaamt, dan heb je het gevoel dat je tekortschiet. Je wordt je pijnlijk bewust van de discrepantie tussen wie je bent en wie je graag zou willen zijn.

En eigenlijk wil je je het liefst verbergen, maar juist door het schaamrood val je nog meer op en trek je juist de aandacht. Terwijl je dat nou net niet wilt.

Om niet gezien te worden kan het zijn dat je als in een reflex je gezicht verbergt door je handen voor je gezicht te slaan. Zoals kinderen hun handen voor hun gezicht kunnen houden om te manifesteren dat ze er niet zijn.

 

 

Je schaamte inzetten als krachtbron; een eerste aanzet

 

Aukjes definitie van schaamte – een sociale, morele, pijnlijke emotie die je ervaart als je vindt dat wie je bent niet voldoet aan bepaalde normen – geeft aan dat er achter schaamte iets moois zit.

Mensen willen deugen, voor zichzelf en voor anderen. Denk daarbij maar aan het boek van Rutger Bregman De meeste mensen deugen. En volgens Nauta is ‘deugen’ het verlangen waar schaamte je op wijst.

Schaamte wordt voor jou een krachtbron als je ontdekt dat er een verlangen achter verborgen is, een verlangen om te deugen.

 

Welke stappen daarvoor nodig zijn, lees je in mijn volgende artikel.

 

 

 

 

De invloed van de nieuwe golf van autonome AI voor jouw loopbaan als kenniswerker

 

Nieuwe golf van autonome AI daagt iedere kenniswerker uit’, lees ik in de nieuwsbrief van Jarno Duursma.

In zijn artikel schrijft hij over AI-systemen, zogenaamde AI-agents, die zelfstandig je computer kunnen bedienen. Denk bijvoorbeeld aan formulieren invullen, websites doorzoeken, navigeren, knoppen aanklikken. En dat alles op basis van één enkele instructie.

Duursma schrijft: ‘In essentie bootst deze AI-software dus een mens na die een computer bedient.’

Terecht stelt hij de vraag, wat die ontwikkeling betekent voor werk dat nu nog gedaan wordt door mensen.

Een vraag, die interessant is voor mij als loopbaancoach in de begeleiding van mijn klanten, maar ook voor jou als kenniswerker.

 

 

Wat is jouw unieke toegevoegde waarde?

 

We bewegen richting een wereld van ‘Colleagues-as-a-service’

 

Na ChatGPT, waarmee jij mogelijk ook al hebt geëxperimenteerd en misschien volop gebruik van maakt, is dit de nieuwe golf van automatisering.

Concreet betekent die ontwikkeling dat bedrijven binnenkort AI-agenten in kunnen zetten om taken uit te voeren die nu nog door mensen worden gedaan. Jij als kenniswerker zet dan de koers uit, bepaalt de strategie, en de AI-agenten voeren de taken uit.

Duursma zegt daarover: ‘Uiteindelijk zal het moment komen dat we verbaasd zijn over hun snelheid en kwaliteit. We realiseren ons dan dat veel van de handelingen die we dagelijks op onze computer uitvoeren, beter en efficiënter door AI kunnen worden gedaan—voor een fractie van de kosten, 24/7, zonder vermoeidheid of chagrijn.’

Bedrijven zullen daardoor binnenkort een keuze hebben: laten we dit doen door menselijke werknemers of door een leger digitale AI-agents?

 

Wat dat betekent voor jouw werk als kenniswerker

 

Volgens Duursma kun je als kenniswerker veel profijt hebben van AI-agents. Denk aan meer efficiency, hogere productiviteit, minder stomme taakjes en de kwaliteit van je werk zal enorm toenemen.

Maar als je je talent niet benut, je kennis niet verder ontwikkelt of je onvoldoende onderscheidt van deze AI-systemen, dan krijg je concurrentie.

 

Het is tijd om jezelf cruciale vragen te stellen:

Wat is mijn unieke toegevoegde waarde? Waar liggen mijn talenten? Welke vaardigheden zijn moeilijk te automatiseren en hoe kan ik die verder ontwikkelen?

En hoe kun jij AI-agents inzetten in jouw werk?

 

Tot slot

 

Duursma ziet de AI-agents als niet zomaar een trend. Ze vormen het volgende hoofdstuk in de automatisering van computerwerk. Ze gaan op grote schaal en zelfstandig voor je werken. En voor je werkgever.

Dus, steek je kop niet in het zand. Zorg dat je voorbereid bent op ontwikkelingen. En klaar bent om te ontdekken waar je kracht ligt en waar jij het verschil kunt maken in het tijdperk van AI-agents.

En wil je als kenniswerker bijblijven m.b.t. de AI-ontwikkelingen?Abonneer je op ‘Trending in tech’, de nieuwsbrief van Jarno Duursma.

En heb je nog geen goed beeld van waar met name jouw talenten liggenen wat jouw unieke toegevoegde waarde is?

Laat het me horen. Als loopbaancoach voor hbo’ers en academici heb ik daar veel ervaring mee.

 

 

 

Wat jouw vuurtje doet branden

 

Wat drijft jou?

Waarvoor kom jij in beweging?

Waar krijg jij energie van?

 

In een van mijn vorige artikelen nodigde ik je uit om op zoek te gaan naar wat jou drijft.

Zodat je in jezelf de energie vindt om jouw motor op gang te brengen en op volle toeren te laten draaien.

Dat je niet afhankelijk bent van beloning door je omgeving om jouw vuurtje op te stoken.

En anderen jou dus geen wortel hoeven voor te houden. Want de wortel, de voldoening vind je in jezelf.

 

In dit artikel geef ik je tips om je intrinsieke motivatie op het spoor te komen.

 

Handreikingen en tips om intrinsieke motivatie op het spoor te komen

 

Type I en type X; in welk type herken jij je nu?

 

In hoeverre heb jij het gevoel dat jouw gedrag vooral wordt gestuurd door extrinsieke verlangens?

  • Vind je voldoening in je werk wel belangrijk, maar komt een mooi salaris voor jou toch op de eerste plaats?
  • Vind je bijvoorbeeld flexibele werktijden om wat voor reden dan ook belangrijker dan de inhoud van je werk?
  • Of vind je überhaupt het hebben van een baan belangrijker dan de inhoud van je functie?

 

Alle kans dat jij dan meer neigt naar Type X dan naar type I. En type X zijn de meer extrinsiek gemotiveerden.

 

Of heb jij het gevoel dat jouw gedrag vooral gestuurd wordt door drijfveren van binnenuit?

  • Is voldoening in je werk voor jou belangrijk?
  • Laat jij je in de keuze van werk bepalen door wat jij ziet als jouw bijdrage aan jouw wereld?
  • Is werk voor jou naast het leveren van een maatschappelijke bijdrage ook een manier om je persoonlijk te ontwikkelen?

 

Alle kans dat je dan meer neigt naar Type I. Type I zijn de meer intrinsiek gemotiveerden.

Volgens Daniël Pink zijn dat de mensen die vooral gedreven worden door de behoefte om grip te krijgen op hun leven, nieuwe dingen te leren en te creëren en henzelf en de wereld beter te maken.

 

 

Intrinsieke motivatie en flow

 

Pure gerichtheid op waar je mee bezig bent, jezelf vergeten als je aan het werk bent, dat is een van de kenmerken van flow.

Als je flow ervaart, dan leef je zo in het moment en voel je je zo meester over de situatie, dat je geen besef hebt van plaats en tijd. En zelfs van het ‘ik’.

Misschien herken je die momenten.

Als je in flow bent, dan is er een perfecte relatie tussen wat je kunt en wat je moet doen.

En zeker niet onbelangrijk, er is een perfectie match tussen waar je mee bezig bent en jouw persoonlijke doelen en missie. Zoals men ook wel zegt, “je hebt je bestemming gevonden”.

Ik schreef daarover in een eerder artikel.

 

Zou het niet heerlijk zijn als je in je werk met regelmaat flow ervaart?

 

 

Een drietal tips om je intrinsieke motivatie op het spoor te komen

 

Zodat je meer flow kunt ervaren in de dingen die je doet.

 

1.   Schrijf je Leadership statement

Waarom doe je wat je doet? Waarin ben jij een leider?

Een paar handreikingen om je op weg te helpen:

  • Wat beteken jij voor deze wereld?
  • Wat is jouw missie, waarvoor brandt het vuur in jou?
  • Houd voor ogen: je Leadership Statement gaat niet over wie je nu bent, maar gaat over wie jij zijn wilt (en wordt!!)
  • Formuleer je Leadership Statement in één zin, kort en krachtig.

 

Wil je inspiratie? Beluister nog een keer de Ted talk van Simon Sinek of lees nog eens het artikel dat ik schreef over Waarom doe je wat je doet?

 

2.   Neem een flowtest af bij jezelf.

Csikszentmihalyi geeft daarvoor de volgende tip:

Stel je computer of mobiele telefoon zo in, dat hij gedurende één week veertig keer op willekeurige tijdstippen een signaal geeft. Schrijf telkens als het apparaat afgaat, op wat je aan het doen bent, hoe je je voelt en of je flow ervaart.

Houd je observaties een week lang bij, kijk naar de patronen en denk na over de volgende vragen:

  • Welke momenten leverden gevoelens van flow op? Waar was je? Waar was je mee bezig? Wie was er bij je?
  • Ervaar je op bepaalde momenten van de dag vaker flow dan op andere momenten? Hoe kun je je dag anders indelen op basis van je bevindingen?
  • Hoe kun je het aantal flow ervaringen vergroten en het aantal momenten waarop je niet betrokken of afgeleid was, verminderen?
  • Als je twijfels hebt over je baan of je carrière, wat vertelt deze oefening je dan over je werkelijke bronnen van intrinsieke motivatie?

 

Een alternatief voor de methode van Csikszentmihalyi is het bijhouden van een flowdagboek. In een eerder artikel noemde ik dat als een van de tips om persoon en werk te reconnecten.

 

3.   Neem een sabbatical

Of creëer anderszins bewust ruimte om te reflecteren over wat je intrinsiek motiveert. Die investering zal zich ruimschoots terugbetalen.

Laat je inspireren door mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?‘- een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

En wil je al lezend in en werkend met mijn boek een keer vrijblijvend met me sparren, neem gerust contact met me op.

 

 

Ter inspiratie en illustratie in vertaling een gedicht van Auden:

 

Je hoeft niet te zien wat iemand aan het doen is

Om te weten of het zijn roeping is.

 

Je hoeft slechts naar zijn ogen te kijken:

Een kok die een saus maakt, een chirurg

die een eerste insnede maakt,

een kantoorbeambte die een vrachtbrief invult,

 

hebben dezelfde uitdrukking van vervoering,

vergeten zichzelf als ze in functie zijn.

 

Wat is hij toch mooi,

die blik puur gericht op het object.

 

 

 

 

Wat maakt dat je geen stappen zet in je loopbaan en maar blijft zitten waar je zit

 

Een coachklant mailde mij:
“Ik had me voorgenomen om na de eerste werkweek een afspraak bij je in te plannen. In de verwachting dat ik direct weer tegen dingen aan zou gaan lopen, waardoor ik weer in actie kom. Dit is niet gebeurd, het is momenteel rustig op mijn werk. Waarna ik ga twijfelen of ik nu wel moet vertrekken. Terwijl ik weet dat de dingen waar ik me aan erger echt wel weer gaan komen. En dat de groei in mijn baan er wel uit is. Ik weet niet zo goed wat er gebeurt waardoor ik niet in actie kom. Enerzijds hangt dit denk ik wel samen met een hectische periode thuis. Anderzijds is er ook een soort koudwatervrees ofzo waardoor ik toch niet zo goed durf.”

Maar is het koudwatervrees? Of heeft zij het gevoel dat zij vastzit in haar baan en daardoor niet in beweging komt? Of spelen beide een rol?

 

Vastgeketend aan een paaltje of koudwatervrees?

 

Het verhaal van de olifant en het paaltje

 

Misschien is het voor jou lang geleden dat je een circus hebt gezien. Voor mij geldt dat in elk geval wel.

Ik kan me dan ook niet herinneren, dat een reuze olifant bij zo’n circus vaak aan een klein paaltje vastzit met een simpel touw. En dat de olifant geen poging doet om te ontsnappen, terwijl die dat makkelijk zou kunnen. Als die even een flinke ruk zou geven aan de ketting waarmee die vastzit aan het paaltje, zou die het paaltje zo uit de grond kunnen trekken.

Waarom doet een olifant dat dan niet?

Olifanten worden getemd als ze nog heel klein zijn. Een baby-olifant wordt met een touwtje aan een paal gebonden die groter is dan hijzelf. Als het dier probeert zich los te rukken, lukt dit niet. Het kleintje schopt en trekt uit alle macht om los te komen en zijn vrijheid terug te krijgen. Dit doet hij dagen, weken, maanden achter elkaar. Maar hij kan niet loskomen, want het paaltje met de ketting zijn te zwaar voor zijn kleine lijfje.

Uiteindelijk geeft het olifantje op, omdat hij uit ervaring leert dat hij niet los kan komen. Hij geeft de moed op en blijft staan bij het paaltje met het touw om zijn poot.

Omdat de olifant zo overtuigd is van het niet los kunnen komen blijft hij zelfs als volwassen, sterke olifant aan het paaltje staan. Dit leidt ertoe dat de olifant accepteert dat hij niet kan ontsnappen en dit ook niet meer zal proberen. Deze overtuiging gaat zo ver dat hij in de veronderstelling is, dat er geen ontsnapping mogelijk is en braaf aan het paaltje blijft staan. Zelfs als hij groot is,

Het verhaal wordt vaak gebruikt als metafoor voor aangeleerde hulpeloosheid.

 

 

Het verhaal van de geketende olifant en het verhaal van mensen die vastzitten in hun werk

 

Het verhaal van de geketende olifant lijkt op de verhalen van mensen die blijven hangen in slechte ervaringen.

Jij kent ze vast ook wel, collega’s die klagen, zich afhankelijk opstellen, uitgaan van wat allemaal niet kan en zelf geen verantwoordelijkheid nemen. Collega’s bij wie het glas altijd halfleeg is. En die min of meer hun loopbaan schijnen te ondergaan in plaats van dat ze zelf aan het roer staan.

Het zijn mensen die zich laten leiden door wat allemaal niet kan of wat ze allemaal niet kunnen en zich afhankelijk opstellen. Het zijn mensen die niet opnieuw proberen om stappen te zetten in hun loopbaan, omdat ze vasthouden aan hun negatieve ervaringen.
Dat weerhoudt hen van benutten van de mogelijkheden die de arbeidsmarkt en het leven biedt en die hun leven volledig zouden kunnen veranderen.

 

 

Hoe je je losmaakt als je je vastgeketend voelt in je huidige werk

 

Zoals het voor een volwassen olifant maar één stapje is om het paaltje uit de grond te trekken, zich los te maken en zijn ruimte in te nemen, zijn pad te lopen en zijn weg te vervolgen, zo kun jij je ook losmaken als je je vastgeketend voelt in je huidige werk.

Ik realiseer me daarbij heel goed dat het lang niet altijd makkelijk is om het bekende los te laten en werk te maken van iets nieuws. Want je weet wat je hebt en je weet nog niet wat je krijgt.

Onderstaande handreikingen helpen je op weg:

 

 

In een volgend artikel lees je meer over hoe om te gaan met koudwatervrees op de arbeidsmarkt.

 

 

 

 

Hoe anders denken over en omgaan met stress je gezonder kan maken 

 

Je zou denken dat stress je ziek maakt en het risico verhoogt op van alles en nog wat, van een gewone verkoudheid tot hart- en vaatziekten.  

Als ik om me heen hoor, dan wordt stress ook best vaak genoemd als belangrijke factor bij ziek worden en ziek zijn.  

Ook Kelly McGonigal, docent gezondheidspsychologie aan Stanford University, zag stress als een vijand, een bedreiging voor de gezondheid. Maar ze kwam door de resultaten van een Amerikaans onderzoek naar de invloed van stress op vroegtijdig overlijden, tot een andere visie.  

Hoe je denkt over stress en hoe je ermee omgaat blijkt namelijk veel uit te maken. Zo veel dat stress, in plaats van ziek, je zelfs gezonder kan maken.

 

Anders denken over en omgaan met stress kan je gezonder maken

 

Relatie tussen stress en vroegtijdig overlijden

 

Uit het Amerikaanse onderzoek kwam naar voren, dat mensen die in het jaar voorgaand aan het onderzoek veel stress hadden ervaren, 43 procent meer kans hadden om vroegtijdig te overlijden.  

Je zou dus denken dat stress slecht is, een bedreiging voor je gezondheid.  

Maar wat bleek uit het onderzoek?  

Het risico op vroegtijdig sterven door stress, gold alleen voor de mensen die dachten dat stress gevaarlijk was voor hun gezondheid.  

Mensen die veel stress ondervonden, maar die niet als gevaarlijk beschouwden, hadden niet meer kans om vroegtijdig te overlijden. Ze hadden in verhouding tot anderen zelfs het laagste risico om te sterven. Mensen die weinig stress ervaarden, meegerekend.  

De onderzoekers schatten dat over de acht jaar dat ze sterfgevallen volgden, 182 duizend mensen vroegtijdig stierven. Niet door de stress zelf, maar van het idee dat het slecht is voor je gezondheid.

 

 

Als je denken over stress verandert, blijkt je lichaam er anders op te reageren

 

Bij een typische stressreactie gaat je hartslag omhoog en je bloedvaten trekken samen. Ook ga je sneller ademen en mogelijk zweten. Dat zweten kan dan veroorzaakt worden door de hoeveelheid adrenaline in je lichaam. In een stressvolle situatie maakt je lichaam namelijk meer adrenaline aan om te kunnen vechten of vluchten.  

Misschien herken je genoemde verschijnselen. Bijvoorbeeld van een sollicitatiegesprek, een voor jou spannend gesprek met je leidinggevende of een vergadering waarbij je bij de rondvraag met je ogen de kring volgend, voor jou de spanning voelt stijgen als jouw beurt nabijkomt.  

 

Het opmerkelijke is dat als je anders leert denken over stress en er anders mee leert omgaan, je lichaam ook anders daarop gaat reageren.  

Uit onderzoek bleek dat bij mensen die stress zagen als hulpmiddel om een uitdaging aan te gaan en ondersteunend voor hun prestatie, hun bloedvaten ontspannen bleven. Hun hartslag versnelde wel, maar met een gezonder, wat heet, cardiovasculair profiel. Lijkend op wat er gebeurt op momenten dat je heel blij bent of je heel krachtig en moedig voelt.  

Ook het sneller ademen hoeft geen probleem te zijn; er gaat juist meer zuurstof naar je brein.  

Dat doet me ook denken aan mensen die aangeven het best te presteren als ze enige spanning ervaren. En bijvoorbeeld pas in actie komen als de deadline dichtbij komt. Een ander zou er in negatieve zin stress van krijgen, maar zij gaan dan juist als een speer.

 

 

De aangemaakte oxytocine maakt je socialer en gezonder

 

Je hebt vast weleens gehoord van oxytocine, beter bekend als het knuffelhormoon.  

Oxytocine is een stresshormoon. Je hypofyse verspreidt het als deel van de stressreactie en het heeft invloed op je brein. Het motiveert je om steun te zoeken. Het zet je aan om iemand te vertellen hoe je je voelt in plaats van dat op te kroppen. Het maakt ook dat je sneller ziet dat iemand worstelt met iets, zodat je elkaar kunt steunen.  

 

Maar hoe maakt oxytocine je gezonder?  

Kennelijk heeft oxytocine niet alleen invloed op je brein, maar ook op andere lichaamsfuncties. Een belangrijke rol van oxytocine is dat het je vasculaire systeem beschermt tegen de effecten van stress. Het helpt je bloedvaten ontspannen te blijven. Bovendien helpt het je hartcellen te regenereren en versterkt het je hart.  

Al die positieve effecten worden ook nog eens versterkt door sociaal contact en sociale steun. Verbinding met mensen fungeert als mechanisme voor stressveerkracht.  

 

 

Hoe je denkt en hoe je omgaat met stress kan je stresservaring transformeren

 

Kelly McGonigal zegt daarover: 

Als je je stresservaring beschouwt als nuttig, creëer je een biologie van moed. Als je je verbindt met anderen in stress, creëer je veerkracht. 

Als je zo naar stress kunt kijken, dan word je niet alleen beter in het hanteren van stress. Je maakt ook een stevig statement. In die zin dat je zegt dat je voldoende vertrouwen hebt om de uitdaging van het leven aan te gaan.’ 

 

En naar aanleiding van de vraag of het een goed idee is om een stressvolle baan op te pakken, zegt ze: 

Nastreven wat betekenis geeft in je leven is gezonder dan ongemak proberen te vermijden.  

En de beste manier om beslissingen te nemen is dat na te jagen wat betekenis in je leven brengt en erop te vertrouwen dat je de stress die volgt, aankan.’ 

 

 

 

Zou je graag werk doen waarin je een bijdrage kunt leveren die voor jou van betekenis is?  

Maar weet je nog niet hoe dat werk eruit moet gaan zien? 

 

En zou je graag erop vertrouwen dat je de stress aankunt, die komt kijken bij het verwerven van een nieuwe baan? 

Lees mijn boek Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

 

 

 

Waarom zelf je sterke kanten kennen niet per definitie leidt tot meer werkgeluk

 

Als je mij volgt, dan weet je dat een beeld krijgen van waar je goed in bent, een belangrijke topic is in mijn loopbaantrajecten.

Weet jij wat jouw sterke kanten zijn?

In het Nationaal Werkgeluk Onderzoek van oktober 2023 geeft 93% van de respondenten aan, dat ze dat weten.

Of ze het écht weten en hun sterke kanten, als het hen gevraagd wordt, op kunnen noemen? Zeker als ze die sterke kanten moeten staven met voorbeelden waaruit blijkt dat ze die kwaliteiten hebben?

Dat is nog maar de vraag.

Uit genoemd onderzoek komt naar voren dat er een relatie is tussen werkgeluk en kennen van je sterke kanten. Daarbij gaat het niet alleen over zelf je sterke kanten kennen, maar ook dat je collega’s en je leidinggevende die kennen. En dat je je sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk.

Meer over voorspellende factoren voor werkgeluk en de relatie tussen sterke kanten en werkgeluk lees je in mijn artikel.

 

sterke kanten en werkgeluk

 

Voorspellende factoren

 

Voorspellende factoren voor werkgeluk zijn leeftijdsafhankelijk.

Plezier, voldoening en competentie blijken belangrijke voorspellers voor werkgeluk voor 25 tot 35-jarigen.

Voor de 35 tot 45-jarigen zijn dat autonomie, verbinding en competentie.

Voor de 45 tot 55-jarigen ziet het plaatje er weer anders uit. En is naast verbinding en competentie, plezier een belangrijke voorspeller voor werkgeluk.

De 55-plussers hebben weer meer behoefte aan autonomie, naast plezier, voldoening en verbinding.

 

 

Het effect van werkdruk op werkgeluk

 

De werkdruk is in 2023 toegenomen, blijkt uit het onderzoek. Mogelijk heb je dat ook zelf ervaren. Vooral als je werkzaam bent in het onderwijs, de zorg of de zakelijke dienstverlening.

Of toegenomen werkdruk een negatief effect heeft op je werkgeluk, is nog maar de vraag. Want te weinig werkdruk werkt negatief voor je werkgeluk. Denk daarbij aan een bore-out, je vervelen op je werk, niet uitgedaagd worden en je kwaliteiten niet in kunnen zetten.

Een beetje werkdruk ervaren is over het algemeen best fijn, alhoewel die niet te hoog moet worden. Want als je hoge werkdruk niet kunt managen, dan loop je het risico op een burn-out.

 

 

Relatie tussen score op werkgeluk en weten wat je sterke kanten zijn

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter wat hun sterke kanten zijn dan mensen die laag scoren op werkgeluk.

Je weet zelf waar jij goed in bent, belangrijk is ook dat jouw collega’s een goed beeld hebben van jouw kwaliteiten. En dus weten waarvoor ze met name bij jou moeten zijn. Ook wat dat punt betreft laten de resultaten van het onderzoek een relatie zien met werkgeluk. 90% van de werkenden die hoog scoren op werkgeluk geven te kennen dat hun collega’s hun sterke kanten voldoende kennen. Voor de werkenden die laag scoren op werkgeluk geldt dat maar voor 52% van de werkenden.

En naast dat het belangrijk is dat jouw collega’s jouw sterke kanten kennen, is het zaak dat jouw leidinggevende ze onderkent en kent. Van de groep werkenden die laag scoren op werkgeluk zegt veel minder dan de helft dat de leidinggevende zijn sterke kanten kent. Voor de hoog scorers op werkgeluk geldt dat voor een veel grotere groep.

Misschien nog wel het belangrijkste voor je werkgeluk is de vraag of je jouw sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk. Het onderzoek laat daarin een groot verschil zien tussen mensen met een hoog en mensen met een laag werkgeluk. Van de mensen met een hoog werkgeluk geeft bijna de hele groep te kennen zijn sterke kanten voldoende in te kunnen zetten. Voor de mensen met een lage score op werkgeluk geldt dat voor slechts een derde van de doelgroep.

 

 

Kortom

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter dan mensen die laag scoren op werkgeluk wat hun sterke kanten zijn. Zowel hun collega’s als hun leidinggevende kennen hun sterke kanten en zij kunnen hun sterke kanten voldoende inzetten in hun werk.

Investeer in het in kaart brengen van jouw sterke kanten en laat zien en horen wat jouw sterke kanten zijn. En doe je voorstel hoe je jouw sterke kanten meer kunt inzetten in je werk.

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw sterke kanten en je daarmee profileren?

Laat het me horen.

 

 

 

 

Waarom je je eigen gevoel niet moet reflecteren op de ander

 

Stel je voor, je bent het niet eens met de gang van zaken op je werk. Je bent boos over het feit dat steeds meer op jouw bordje wordt gelegd.

Als je je leidinggevende daarover aanspreekt, krijg je weinig gehoor. Ook al zegt die: ‘Ik hoor wat je zegt.’ Mogelijk maakt die reactie je nog bozer. Want écht gehoord voel je je niet. Zeker niet als het bij die reactie blijft en dat het enige is wat je te horen krijgt. Terwijl je graag wilt dat er met jou wordt meegedacht om te komen tot oplossingen voor jouw situatie.

Een vergelijkbaar effect kun je ervaren als je gesprekspartner een zo genoemde ‘gevoelsreflectie’ geeft. Een gevoelsreflectie is een opmerking, waarmee je verwoordt welke gevoelens je bij de ander waarneemt.

 

In plaats van een gevoelsreflectie geven, durf door te vragen

 

Je eigen gevoel reflecteren op de ander is niet adequaat

 

Je doet het heel makkelijk, jouw eigen gevoel reflecteren op de ander.

Bijvoorbeeld ‘ik snap dat je teleurgesteld bent’. Of ‘ik snap dat je daar verdrietig over bent’. Of ‘ik snap dat dat moeilijk te accepteren is voor je’.

Met een gevoelsreflectie wil je een ander duidelijk maken dat je hem hebt gehoord en begrepen. En daarmee wil je het contact versterken. Maar mogelijk sla je met een gevoelsreflectie de plank helemaal mis.

Misschien denkt de ontvanger van jouw boodschap ‘Volgens mij snap je het helemaal niet.’ En is bijvoorbeeld ‘verdrietig’ of ‘teleurgesteld’ niet het juiste label voor hoe betreffende persoon zich voelt.

Je hebt dan ook kans dat je boodschap niet binnenkomt, als je een gevoelsreflectie geeft. Ook al denk je dat je begrip toont voor de ander. Het kan zelfs zijn dat je met je gevoelsreflectie eerder afstand creëert dan verbinding. Omdat de ander zich niet begrepen voelt. In plaats van het begrip dat jij over wilt brengen.

 

 

In plaats van een gevoelsreflectie geven, durf door te vragen

 

Laat de ander zijn verhaal doen. Toon al luisterend begrip voor de gevoelens en de mening van de ander. Dat kan bijvoorbeeld door simpelweg te knikken of te ‘hummen’. Maar je kunt ook actief supporten door woorden te gebruiken als ‘ja’ of ‘ja, dat klopt’. Daardoor voelt de ander zich veilig, ontstaat er verbinding en dat werkt weer positief voor het beeld dat de ander van je heeft.

Daarmee creëer je ook de mogelijkheid om vanuit een open houding vragen te stellen aan de ander om te achterhalen hoe die kijkt en denkt. Door open vragen te stellen geef je de ander de ruimte om zijn verhaal te vertellen. Vragen als bijvoorbeeld ‘hoe ervaar je dat?’, ‘wat maakt dat voor jou belangrijk?’, ‘wat zou je dat opleveren?’. Op basis van de informatie die je krijgt, kun je dan in eigen woorden een samenvatting geven van wat je gehoord hebt.

Zo’n samenvatting begint dan bijvoorbeeld met ‘Dus, als ik je goed begrijp…… …….; klopt dat?’ Daarbij is het belangrijk dat je de samenvatting geeft in jouw eigen woorden. Ga dus niet ‘papegaaien’; min of meer letterlijk herhalen wat de ander heeft gezegd. En vergeet niet om expliciet de vraag te stellen ‘klopt dat?’ Want met die vraag verifieer je of jouw indruk juist is. En nodig je de ander uit om je te corrigeren of een aanvulling te geven op wat jij zojuist hebt teruggekoppeld.

 

 

Kortom

 

Reflecteer je eigen gevoel niet op de ander. Stel vanuit een open houding vragen en neem de tijd om te luisteren naar wat een ander jou te vertellen heeft. Laat blijken dat je met je aandacht bij de ander bent door te knikken of te ‘hummen’. Of actief te supporten met een enkel woord, ‘ja’, of enkele woorden, ‘ja, dat klopt’.

Realiseer je dat je met louter een gevoelsreflectie het risico loopt dat je de plank misslaat en de ander zich niet gehoord en begrepen voelt. En dat je in plaats van verbinding, weerstand oproept. En de ander zich eerder van je verwijdert, dan dat je verbinding creëert.

 

 

Ben je niet gelukkig met de gang van zaken op je werk?

Zou je daarover eens willen sparren met mij als loopbaancoach?

Neem contact met me op. Een oriënterend gesprek is kosteloos.

Wellicht kan ik je in ons gesprek al tips geven hoe je werk meer naar je hand te zetten.

 

 

 

 

Hoe je persoonlijkheid duurzame inzetbaarheid kan bevorderen of belemmeren en wat de Meer Waarde Benadering daarin voor jou kan betekenen 

 

In mijn vorige artikel heb je gelezen dat het belangrijk is dat je zelf investeert in persoonlijke en professionele ontwikkeling, zodat je interessant blijft voor werkgevers. En dus inzetbaar blijft.

In dat artikel beschreef ik een aantal elementen die bepalend zijn voor inzetbaarheid in werk.

Maar wist je dat inzetbaarheid ook te maken heeft met je persoonlijkheid, je karakter? En dat je persoonlijkheid duurzame inzetbaarheid kan bevorderen en belemmeren?

Hoe dat werkt en wat de Meer Waarde Benadering daarin voor jou kan betekenen, lees je in mijn artikel.

 

Wat duurzame inzetbaarheid te maken heeft met je persoonlijkheid

 

Hoe je persoonlijkheid duurzame inzetbaarheid kan bevorderen of belemmeren

 

Hoe komt het dat de een makkelijker meebeweegt met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt dan iemand anders?

En dus makkelijker inzetbaar is?

Dat kan te maken te hebben met de punten die ik in mijn vorige artikel heb genoemd. Maar zeker ook met loopbaanvaardigheden.

En los daarvan, ook louter met wie je bent als persoon. We hebben het dan over inzetbaarheid als karaktertrek.

 

Zo staat de een open voor veranderingen op het werk en de ander niet.

De een wil leren, herkent kansen en ziet veranderingen als kansen.

De ander wordt al moe en depressief bij de gedachte dat het allemaal anders gaat worden en ziet veranderingen eerder als bedreiging dan als een kans.

 

De een is veerkrachtig en optimistisch, de ander bekijkt de wereld door een sombere bril.

Mensen met werk- en loopbaanveerkracht zijn optimistisch over hun loopbaan. Zij benaderen het leven van de zonnige kant, hebben veel zelfwaardering en kunnen tegen een stootje.

 

De een is van nature meer proactief, de ander afwachtend en reactief.

Hoor je bij de eerste categorie, dan ben je geneigd om op eigen initiatief op zoek te gaan naar informatie. En op basis van die informatie de situatie naar je hand te zetten.

Hoor je bij de tweede categorie, dan ben je eerder geneigd om af te wachten hoe de situatie eruit gaat zien en wat men voor jou in petto heeft.

 

De een is ambitieus, de ander vindt het allang best, als hij maar werk heeft.

De ambitieuze stelt zichzelf doelen met betrekking tot zijn loopbaan en doet er alles aan om die doelen te realiseren.

 

De een heeft een duidelijke werkidentiteit, voor de ander is die diffuus.  

De persoon met de duidelijke werkidentiteit kan zichzelf in zijn loopbaan helder definiëren. Voor de ander is dat mistig.

 

 

Ambitieus zijn kun je leren

 

Ook al zijn we geneigd om karaktertrekken, persoonlijkheidskenmerken te zien als eigenschappen die aangeboren zijn. Je kunt daarin zeker wel leren en je ontwikkelen.

 

Ambitieus zijn kun je leren. Ook al denk je dat je niet ambitieus bent.

Misschien hoef je het zelfs niet te leren, maar komt het vanzelf als je een doel hebt waar je echt warm voor loopt. En dat je energie geeft om er vol voor te gaan.

 

Het hebben van een inspirerend doel zal je ambitieus maken.

Ik zie dat met regelmaat bij mijn coachklanten.

Als mijn coachklant gaande het traject een steeds helderder beeld krijgt van wat hij wil, dan maakt dat energie vrij om er echt voor te gaan. En eenmaal vrij, wordt die energie als het ware gekanaliseerd in de richting die hem voor ogen staat.

En hoe meer het doel je dan aantrekt, hoe krachtiger de energie die wordt vrijgemaakt.

 

 

Proactief zijn kun je leren

 

Ook al ben je niet zo proactief van jezelf, als je iets heel erg graag wilt, dan lukt het je om proactief te zijn en drempels te slechten.

Zeker als je gebruik kunt maken van een beproefde strategie als de Meer Waarde Benadering, zoals beschreven in mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘.

Ik vind het steeds weer mooi om te ervaren hoe mijn coachklanten, als ze eenmaal de eerste horde hebben genomen, hun plan ten uitvoer brengen. En gaan voor het realiseren voor hun doel.

Niet alleen met betrekking tot werk, maar ook daarbuiten.

 

 

Zelfverzekerd zijn kun je leren

 

Wil je jouw ambities realiseren, dan is het belangrijk dat je een helder beeld hebt van wat je te bieden hebt.

Waar jouw kwaliteiten liggen en welke kwaliteiten van jezelf je het liefste inzet in het werk dat je doet.

Dat sterkt je zelfvertrouwen, ook al ben je van nature misschien niet zo’n zelfverzekerd type.

Zeker als je ook voorbeelden kunt noemen waaruit blijkt dat je bepaalde kwaliteiten hebt. Dat sterkt niet alleen jezelf, maar helpt je ook om je overtuigend te presenteren.

Beide factoren vergroten de kans dat je écht realiseert wat je voor ogen hebt. Want waarom zou je eraan beginnen als je denkt dat het je toch niet gaat lukken?

 

 

Door een positieve bril kijken naar de arbeidsmarkt kun je leren

 

De arbeidsmarkt is rooskleuriger dan wat je denkt op grond van het aantal vacatures.

Maak je de Meer Waarde Benadering eigen en er gaat een wereld aan mogelijkheden voor je open.

Je weet vast dat 70% van de baanopeningen onder water zit. En dus niet direct zichtbaar is.

Heb je van nature misschien een wat pessimistische kijk op je mogelijkheden, de arbeidsmarkt biedt met de Meer Waarde Benadering ook voor jou meer mogelijkheden dan je denkt.

Als je ze boven water krijgt.

 

 

Tenslotte

 

Laat je dus niet weerhouden door je persoonskenmerken en karaktertrekken. En denk al helemaal niet ‘ik ben nu eenmaal zo’.

Realiseer je dat karakter en persoonlijkheid geen absolute, vaste gegevens zijn.

Ze zijn ontwikkelbaar.

 

 

 

Heb je geen helder beeld van wat je wilt en van wat je te bieden hebt?

Zou je graag meer zicht hebben op je mogelijkheden en de arbeidsmarkt proactiever willen benaderen?

 

Bel (0575-544588/ 06 54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Waarom het goed is om bij het stellen van je doelen, ook je angsten te definiëren

 

Wil je iets bereiken, dan is het goed om doelen te stellen, je doelen te visualiseren en voor ogen te houden.

Maar op weg naar je doel en misschien al voordat je de eerste stappen zet, komen er beren op je weg in de zin van ‘angsten’; bezwaren, moeilijkheden, allerlei negativiteit. Die angsten zijn bijna onvermijdelijk en je hebt ermee te dealen. De aanpak van Timothy Ferriss helpt je daarbij.  

Sta je voor een belangrijk keuzemoment en wil je tot een goede beslissing komen, dan is het cruciaal is om je angsten te definiëren.’  

Dat zegt Timothy Ferriss, bekend van het boek The 4 hour work week. Voor hem is het definiëren van je angsten, fear setting, voor goede beslissingen zelfs belangrijker dan het definiëren van je doelen, goal setting 

Hoe je angsten te definiëren en de vervolgstappen bij fear setting te zetten, zodat je komt tot goede beslissingen, lees je in mijn artikel.

 

Het is goed om je angsten te definiëren bij het stellen van je doelen

 

Het stoïcisme als praktische filosofie om te komen tot goede beslissingen  

 

Volgens Timothy Ferriss biedt stoïcisme de oplossing om te komen tot betere beslissingen. 

Misschien ben je geneigd om stoïcisme te associëren met ‘stoïcijns’ in de zin van ‘onverstoorbaar’. Dan denk je algauw aan iemand zonder emoties, medeleven, empathie. Iemand die het niets doet wat er gebeurt of gebeurd is.  

Maar daar heeft stoïcisme niets mee te maken, integendeel.  

In het stoïcisme gaat het niet over het onderdrukken van je emoties en het je niet laten kennen. Emoties zijn juist belangrijk om te komen tot goede beslissingen.

 

 

Drie belangrijke principes, aan het stoïcisme ontleend, als uitgangpunten voor ‘fearsetting

 


1. Er bestaat niet zoiets als ‘goed’ of ‘slecht’  

Alles in het leven is slechts waarneming en die waarnemingen verschillen van persoon tot persoon, omdat ze worden gevormd door het individu. Het zijn onze interpretaties die iets maken tot iets goeds of iets slechts. 

Dat betekent bijvoorbeeld dat je ontslag kunt zien als iets slechts of als iets goeds. Of een verbroken relatie als iets slechts of iets goeds. 

Overigens is het wat betreft ontslagen worden mijn ervaring, dat mijn coachklanten hun ontslag op het moment zelf vaak ervaren als iets slechts en pas gaande het begeleidingstraject of achteraf, als iets goeds. En dan kunnen zeggen: ‘Het ontslag is het beste dat me had kunnen overkomen.’  

 

2. Focus op zaken waar je controle over hebt 

Maak onderscheid tussen zaken waar je invloed op hebt en waarop niet. Of anders gezegd: vraag je af, wat kan ik onder controle houden en wat niet? 

Over zaken waarover je geen controle hebt, hoef je je ook niet druk te maken. Dus, focus op zaken waar je wel controle over hebt. En accepteer omstandigheden waarvoor dat niet geldt.  

Overigens kun je wel creatief met die laatstgenoemde omstandigheden omgaan.  

 

3. Bereid je voor op wat fout kan gaan  

Als je daarop voorbereid bent, dan is het makkelijker om erop te anticiperen en op te reageren. Dat maakt het definiëren van je angsten, fear setting, ook zo waardevol.  

 

 

Negatieve visualisatie; het overdenken van het slechte, het kwade 

 

Het identificeren van je angsten kun je zien als een voorbeeld van negatieve visualisatie; je een beeld vormen van wat er allemaal mis kan gaan. In fear setting is dat de eerste stap.  

De twee volgende stappen in de systematiek zullen je laten inzien dat wat je vreest niet zo erg is als je dacht. Of dat de negatieve gevolgen minder groot zijn dan je dacht. 

 

De drie stappen bij Fear setting

Stap 1: In detail visualiseren van de worstcasescenario’s waar je bang voor bent: 

a. Benoemen: alle negatieve punten die je je kunt voorstellen dat ze gebeuren als je die stap zet.  

b. Voorkomen: wat je kunt doen om de waarschijnlijkheid te verkleinen dat echt gebeurt wat je vreest. Of wat je kunt doen om te voorkomen dat überhaupt gebeurt wat je vreest. 

c. Repareren: wat je kunt doen als je vrees werkelijkheid wordt. Wat kun je doen om de schade te beperken of te herstellen? Of: wie kan je helpen? Of: wie heeft hier ervaring mee gehad en kan/wil zijn ervaring met je delen, zodat jij daar je voordeel mee kan doen?  

 

Stap 2: In kaart brengen wat het je op kan leveren als je een poging waagt of deels succes hebt. 

 

Stap 3: In kaart brengen wat het je kost als je geen beslissing neemt. 

 

 

Tot slot 

 

Fear setting komt voor mij niet in de plaats van goal setting. Maar doelen nastreven zonder rekening te houden met de beren op je weg is niet slim. 

Alhoewel mensen over het algemeen goed zijn in het bedenken van wat allemaal fout kan gaan als ze iets nieuws proberen.  

Waar je vaak niet over nadenkt is wat de nare gevolgen, de kosten zijn, als je de status qua handhaaft en geen poging doet om zaken te veranderen. Vraag je zelf dus af wat de kosten zijn als je bepaalde actie of een besluit uit de weg gaat.  

Ferriss zegt hierover:  

Realiseer je dat het kan zijn dat 1 tot 3 voor jou negatieve zaken oppakken, genoeg kan zijn om 8 tot 10 positieve effecten te bereiken. De moeilijkste keuzes waarvoor we bang zijn om ze te maken, zijn heel veel vaak precies de keuzes die we juist moeten maken. 

En geïnspireerd door Jerzy Gregorek zegt hij:  

Makkelijke keuzes, een moeilijk leven, moeilijke keuzes, een makkelijk leven  

 

 

Vraag jezelf eens af: 

Op welk vlak in jouw leven op dit moment zou het analyseren van angsten belangrijker kunnen zijn dan het benoemen van je doelen?