Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Kern van het imposter syndrome, of op z’n Nederlands het bedriegerssyndroom, is een negatief en kritisch zelfbeeld, dat een negatieve invloed heeft op het gedrag en de gevoelens van de mensen die het ervaren.

Misschien herken je het bedriegerssyndroom bij jezelf en heb je er last van.

Ik heb er al eerder over geschreven. Met name over hoe beschermingsmechanismen je steeds onzekerder maken en hoe je je impostergevoelens kunt overwinnen.

Lang werd het imposter syndrome afgeschilderd als een persoonlijkheidskenmerk. Als je er veel last van had, dan werd je zelfs gezien als een patiënt. Terwijl men steeds meer tot de bevinding komt dat de sociale context een cruciale rol speelt bij de ontwikkeling van bedriegersgevoelens.

En dat het zaak is om die context aan te pakken, in plaats van bedriegersgevoelens te bestrijden door te focussen op het individu dat er last van heeft.

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Ont-medicalisering van het bedriegerssyndroom

 

Syndroom is in deze context een ietwat beladen term.

Over het algemeen wordt de term syndroom gebruikt voor een aantal symptomen die kenmerkend zijn voor een bepaald beeld. Vaak een ziektebeeld.

Beter passend is de term fenomeen. In de context van bedriegersgevoelens hebben we het dan over het bedriegersfenomeen.

In die term is in eerste instantie in 1978 ook door Clance en Imes over het fenomeen geschreven.

Later heeft die term plaatsgemaakt voor bedriegerssyndroom.

Die term suggereert dat er sprake is van psychologisch disfunctioneren van het individu. En als je aan die ziekte lijdt, dan ben je een patiënt en heb je behandeling nodig. Bijvoorbeeld in de vorm van psychotherapie.

Terwijl men nu steeds meer inziet, dat het probleem niet zozeer verankerd ligt in het individu, maar in de sociale context.

En dat het zaak is om stil te staan bij en te onderzoeken hoe context en sociale structuur die bedrieglijke gevoelens creëren. In plaats van onzekerheden van individuen te framen als een probleem dat voortkomt uit de individuen die er last van hebben.

En voor de aanpak van het probleem ook daarop te focussen.

Dus, het bedriegerssyndroom te ont-medicaliseren. Het niet meer te hebben over het bedriegerssyndroom, maar over het bedriegersfenomeen.

Het is geen ziekte, maar een verschijnsel dat zich voordoet. Omdat onze sociale contexten en sociale interacties ertoe leiden dat individuen hun capaciteiten en hun waarde in twijfel trekken.

Want de sociale context heeft grote invloed op hoe je over jezelf denkt en hoe je je voelt.

 

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Je sociale context is van invloed op hoe je je voelt.

Zo kan bijvoorbeeld je plaats in de sociale hiërarchie een belangrijke rol spelen bij het al dan niet ontwikkelen van bedriegersgevoelens.

Denk bijvoorbeeld aan etnische minderheden, maar ook aan vrouwen in leidinggevende posities. Beiden hebben nog steeds te kampen met negatieve stereotyperingen.

Een ‘goede’ leider bijvoorbeeld heeft overwegend mannelijke eigenschappen. Terwijl vrouwen stereotyp eerder afgeschilderd worden als ‘sociaal gericht’ en ‘warm’. En dat zijn niet direct eigenschappen die traditioneel verwacht worden van een ‘goede’ leider.

Als reactie op die gender- en leiderschapstypering kun je je als vrouw al onzeker en misplaatst voelen als je zo’n leiderschapspositie hebt bereikt. Omdat de stereotyperingen laten zien, zowel direct als indirect, dat vrouwen niet of minder geschikt zouden zijn voor zo’n positie.

Wat dat betreft is het waardevol dat succesvolle vrouwen als voormailig First Lady Michelle Obama en Sheryl Sandberg, Chief Operating Officer bij Meta, kenbaar maken zich soms een bedrieger te voelen. En daardoor fungeren als rolmodellen, met name voor vrouwen.

 

Ook op de arbeidsmarkt zie je de sociale hiërarchie terug. In de zorg bijvoorbeeld zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd bij de specialisten, maar oververtegenwoordigd in de verpleging. En ondervertegenwoordigd in de informatietechnologie, maar oververtegenwoordigd in human resources. Wat dat betreft kun je nog steeds spreken van mannen- en vrouwenberoepen.

De sociale hiërarchie komt overigens ook terug in de salariëring. Vrouwen krijgen met regelmaat minder betaald dan mannen in een vergelijkbare functie. Alsof ze minder geschikt zijn dan mannen voor betreffend werk?

Het verschil in salaris kan er in elk geval wel toe leiden dat vrouwen aan het denken worden gezet en dat ze hun positie in twijfel trekken. Waardoor ze gevoeliger zijn voor het bedriegersfenomeen.

 

 

Hoe sociale, interpersoonlijke interacties bedriegersgevoelens creëren

 

Onze dagelijkse interacties zijn doorspekt met signalen, die overbrengen hoe mensen zichzelf zien en vooral hoe belangrijk of hoezeer ze van waarde zijn.

Iedereen lijkt overtuigd van zichzelf, behalve jij.

Veel mensen beweren dat ze ergens goed in zijn, terwijl ze dat vaak niet zijn. En schatten zichzelf hoger of beter in, dan dat ze zijn.

Die sociale evaluatieve signalen hebben hun invloed op hoe je zelf je eigenwaarde beoordeelt. En beinvloeden zo je zelfrespect en je gevoel met betrekking tot jouw plaats binnen je groep of context. Of je die plaats waardig bent en écht verdient of niet.

Zo wordt de een bijvoorbeeld vaker om advies gevraagd of betrokken bij werkgerelateerde discussies dan een ander. Waardoor die laatste het gevoel kan krijgen dat die minder waard is. Wat zijn effect heeft op hoe je kijkt naar jezelf.

Overigens kan het tegenovergestelde je ook overkomen. Dat je wordt benaderd en behandeld op manieren die suggereren dat je je plaats binnen je groep of context waardig bent. Terwijl je zelf daar heel erg je twijfels over hebt. En bang bent om door de mand te vallen.

 

 

Tot slot

 

Ik zie het als winst dat het bedriegersfenomeen niet langer gezien wordt als een dysfunctioneel syndroom, verankerd in een individu.

Maar in plaats daarvan als een psychologische reactie op een dysfunctionele context.

En herken je symptomen van het fenomeen in jezelf?

Daar is niks mis mee. Ik denk dat vrijwel iedereen, ikzelf incluis, momenten heeft dat hij zich afvraagt ‘Ben ik wel zo goed als ik denk dat ik ben?’

Het is dan ook geen wonder dat ik mijn exemplaar van het boek ‘F*ck die onzekerheid’, geschreven door Vreneli Stadelmaier, zo vaak uitleen aan klanten.

 

 

En vind je het moeilijk om om te gaan met belemmeringen en beperkende overtuigingen?

Kun je wel wat tips gebruiken voor meer zelfvertrouwen waardoor je je kansen op de arbeidsmarkt vergroot?

Lees hoofdstuk 12 uit mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?

 

 

 

 

 

Wat je ervan weerhoudt om ergens vol voor te gaan

 

Ja-maar’, je hoort het vaak. In mijn vorige artikel gaf ik dat al aan. Misschien heb je je na het lezen van mijn artikel gerealiseerd, dat jij het ook met regelmaat zegt.

En dat terwijl ja-maar over het algemeen verlammend werkt. Althans, zeker als je op verkenning bent naar nieuwe mogelijkheden met betrekking tot werk.

Is het dan niet vreemd dat ja-maar zo gemakkelijk over je lippen komt?

Als je naar het effect van ja-maar kijkt is dat inderdaad zo. Als je begrijpt waar het vandaan komt, is het anders.

Kennelijk komt ja-maar vooral voort uit angst en de menselijke behoefte om zaken onder controle te houden.

Maar waar zijn wij over het algemeen dan zo bang voor?

 

Ja-maar, wat houdt je tegen©  foto: Martin Langbroek

 

Angst voor verandering, een belangrijke bron van ‘ja-maar’

 

Verandering brengt vaak onzekerheid met zich mee en is daardoor voor veel mensen een bron van angst.

Misschien herken je dat. We zeggen niet voor niets ‘Je weet wat je hebt, maar je weet niet wat je krijgt’. Je weet namelijk nooit met zekerheid hoe de toekomst eruit zal zien.

Ik zie dat geregeld bij mensen met betrekking tot hun werk. Ook al zijn ze niet happy met het werk dat ze doen, toch blijven ze vaak het liefst op hun vertrouwde plek. Temeer omdat bij een grote verandering de consequenties moeilijk zijn te overzien.

Zo herinner ik me een deelnemer aan een van de driedaagse trainingen. Als tekenaar werkte hij voor een grote standbouwer. Hij had zijn werkgever te kennen gegeven dat hij een nieuwe uitdaging aan wilde gaan als werkvoorbereider. Men gaf hem de kans en men wilde wel eens zien hoe hem dat verging.

Helaas voor hem, werd er na twee jaar een flinke streep door gezet. Hij werd weer tekenaar.

Dat bevredigde hem niet. Hij wilde een stap zetten in zijn carrière, hetzij bij zijn eigen werkgever, dan wel daarbuiten. Vandaar zijn deelname aan de training.

Tijdens de training werd heel duidelijk dat hij in zijn huidige werk absoluut onvoldoende tot zijn recht kwam. Toch was hij geneigd om zijn onvrede te relativeren. ‘Ja-maar het is een mooi bedrijf waarvoor ik werk. Het is een bedrijf dat over de hele wereld uitdagende projecten neerzet’.

Door zijn ja-maar’s is hij blijven zitten waar hij zat. Hij heeft ook geen werk gemaakt van ander werk. Inmiddels is hij ruim een jaar verder.

Ook al geeft zijn omgeving aan, dat het allesbehalve goed met hem gaat, kennelijk is voor hem de ‘pijn’ nog niet groot genoeg om daadwerkelijk stappen te zetten. En de onzekerheid tegemoet te gaan.

Bij outplacement is dat anders. Je hebt geen keuze, maar wordt gedwongen tot verandering.

Dat roept dan ook vaak angst op bij mensen. Dat is begrijpelijk. Je wordt gedwongen om het vertrouwde achter je te laten en werk te maken van iets nieuws.

Toch is outplacement, achteraf bekeken, voor mensen vaak een mooie kans om nieuwe wegen in te slaan. Uit zichzelf zouden ze het niet hebben gedaan.

 

 

Angst om buitengesloten te worden is ook een bron van ‘ja-maar’

 

Wij mensen zijn sociale wezens. Over het algemeen zijn we dan ook bang om buitengesloten te worden.

 

‘Ja-maar, ik heb gewoon geluk gehad’. Of ‘ja-maar, zo moeilijk was het niet’.

Je wilt vooral niet opvallen en zeker niet pronken met je succes. Terwijl je misschien wel heel hard hebt gewerkt om je doel te bereiken.

Dat blijkt vooral van toepassing te zijn voor vrouwen. Mannen stralen kennelijk eerder trots uit dan vrouwen.

Ik ben nou eenmaal heel goed.’ Typisch het antwoord van een man als hem gevraagd wordt waarom hij toch zoveel succes heeft. Een vrouw zegt meestal wat anders: ‘Dat ze geholpen is, dat ze geluk heeft gehad of dat ze hard heeft gewerkt’. Dat is althans de ervaring van Sheryl Sandberg, Chief Operation Officer bij Meta. Zij schreef het boek Vrouwen, werk en de weg naar succes.

Ik zie die valse bescheidenheid ook met regelmaat bij mijn coachklanten. Dat is jammer, want de bescheidenheid is dan niet terecht. Door trots te zijn op wat je neerzet plaats je jezelf niet apart.

 

‘Ja’ zeggen, maar ‘nee’ doen.

Jij kent ze vast ook, de ‘ja-maar zeggers’, bijvoorbeeld in vergaderingen. Eigenlijk gaan ze voor ‘nee’, maar ze zeggen ‘ja-maar’.

Vaak valt hun ja-maar niet direct op. Zij weten dit slim te verhullen door kritische vragen te stellen, te discussiëren en draagvlak te zoeken. Zodat ze niet buitengesloten worden.

 

 

Angst om iets niet goed te doen, eveneens een bron van ‘ja-maar’

 

Wist je dat we vooral bang kunnen zijn om een verkeerde beslissing te nemen?

En dat we de angst voor het onbekende proberen te reduceren door zoveel mogelijk onder controle te houden? Dat helpt niet om loopbaanbeslissingen te nemen en een stap vooruit te zetten.

Zo kan het gebeuren dat je geneigd bent om maar te blijven onderzoeken wat jouw mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt, uit vrees dat je mogelijkheden over het hoofd ziet en dus geen goede keuze maakt.

 

 

‘Ja-maar’ gedrag en ouder worden

 

Wist je dat voor de meesten van ons geldt, dat hoe ouder je wordt, hoe meer ja-maar gedrag je zult vertonen?

Hoe meer we geleerd hebben, hoe voorzichtiger we kennelijk te werk gaan.

Ik zie dat ook om me heen. Zo hechten vooral ouderen aan een vast contract. En leren ze jongeren dat een vast contract belangrijk is. Alhoewel je met een contract voor onbepaalde tijd nog geen permanente zekerheid hebt.

Werken op projectbasis of met een tijdelijk contract is voor jongeren over het algemeen veel vertrouwder dan voor de oude rotten. Wellicht voelen zij zich minder afhankelijk van een werkgever.  Bovendien hebben zij hun loopbaanvaardigheden over het algemeen beter ontwikkeld.

 

 

Hoe kun je nu zorgen dat je minder tijd kwijt raakt aan angst, paniek en gezeur, zoals Berthold Gunster dat noemt?

Daarover meer in mijn volgend artikel.

 

Ja- maar, weet je niet goed wat jij op de arbeidsmarkt te bieden hebt of welk werk bij jou past?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor een afspraak voor een oriënterend gesprek

 

 

 

 

Hoe ‘ja-maar’ je flink in de weg kan zitten

 

  • “Ja-maar, ik ga niet veranderen van baan. Ik weet wat ik heb en ik moet maar afwachten wat ik krijg”;
  • “Ja-maar, er zijn toch nauwelijks banen voor mij”;
  • “Ja-maar, op iemand van mijn leeftijd zit niemand te wachten”.

 

Ja-maar, hoe vaak hoor je het niet zeggen? Misschien betrap je jezelf er ook wel op, dat je het gemakkelijk zegt.

Vaak ben je je niet bewust van wat je ermee zegt. En zeker niet van wat ja-maar met jou, maar ook met jouw toehoorder doet.

Ja-maar bepaalt jouw manier van kijken en denken. En de invloed ervan is lang niet altijd positief.

Want met ja-maar ontkracht je jezelf en verklein je je kansen op succes.

 

Hoe ja-maar je ontkracht en je kans op succes verkleint©  foto: Martin Langbroek

 

Ja-maar beïnvloedt je waarnemen

 

Wist je dat je met een ja-maar houding selectief waarneemt en vooral ziet wat er niet is?

Als voorbeeld geef ik je een alledaagse situatie die je misschien herkent.

Je bent op zoek naar een parkeerplaats en je hebt het al gauw gezien: “Ja, maar er is geen plek meer om te parkeren. De parkeerplaats is al helemaal vol”.

Voordat je echt goed gekeken hebt, ben je eigenlijk alweer weg en je hebt die mooie lege plekken verderop niet gezien.

Had je met een ja-en blik gekeken, dan had je vast nog een plekje weten te vinden: “Ja-en, het is druk. Dat zie ik ook. Maar er is vast nog ergens plek. En is er nu niets vrij, grote kans dat er zo iemand weggaat”.

En waarschijnlijk vind je inderdaad een plek.

 

Op de arbeidsmarkt is het niet anders.

Als je kijkt met een ja-maar houding zie je lang niet alles wat er is. En daardoor mis je kansen.

 

 

Ja-maar en de metafoor van de ijsberg

 

Ken je de metafoor van de ijsberg, van de theorie van Bateson of McClelland?

Over die theorie zo dadelijk meer, maar de metafoor van de ijsberg kun je ook toepassen op de arbeidsmarkt.

Wist je dat 90% van een ijsberg onder water zit? En dat het met de banen op de arbeidsmarkt eigenlijk niet anders is?

Dat het percentage baanopeningen dat geen vacature wordt en dus onder water zit, geschat wordt op zeker 70%?

De zichtbare banen zijn als het topje van een ijsberg. Onder het topje dat je ziet, is nog een hele wereld aan werk te ontdekken.

Als je kijkt met een ja-maar houding, dan is de kans groot dat je die 70% niet ziet. Heb je daarentegen een ja-en houding, dan zul je je uitgedaagd voelen om juist die 70% boven water te krijgen.

Die 70% kun je boven water krijgen door goed je onderzoek te doen. En dat kun je leren met de Meer Waarde Benadering.

 

 

Ja-maar beïnvloedt je denken en je handelen

 

Ik noemde zojuist Bateson en McClelland.

Als je van hen hebt gehoord, dan weet je dat wat je ziet aan gedrag van mensen, het topje van de ijsberg is.

Wat je gedrag bepaalt zit voor het grootste deel onder water. Je kunt daarbij denken aan je overtuigingen, waarden, normen, motieven, drijfveren en jouw authentieke zelf.

In Ja-maar komt een stukje naar boven van wat er onder water zit. En wat heel bepalend is voor jouw gedrag.

 

Wist je dat iemand met een ja-maar houding veel meer beren ziet op zijn weg? En dat die houding ook eerder leidt tot afwachten en niet-handelen? Zelfs tot scepsis en cynisme?

Ik maak het geregeld mee in eerste contacten met potentiële klanten. Ik lees het ook geregeld in discussies in sommige groepen op LinkedIn. Met name groepen voor werkzoekenden.

Ik kan me goed voorstellen dat je, zeker na negatieve ervaringen, je situatie of je toekomst minder rooskleurig ziet. En eerder geneigd bent om te vervallen in een houding van ja-maar.

Maar, als ja-maar je denken gaat overheersen, dan zal dat je succes enorm belemmeren. En een mislukking ligt dan al gauw op de loer.

 

Ken je het mechanisme van de selffulfilling prophecy, de zichzelf waarmakende voorspelling?

Als jij denkt dat iets jou niet gaat lukken, dan heb je grote kans dat het inderdaad het geval is. Want waarom zou je er helemaal voor gaan, als je verwacht dat het toch niets wordt?

Helaas ben je je niet altijd bewust van dat proces. Het is dan goed dat een ander je daarop wijst.

 

 

De kracht van ja-en

 

Ja-maar  heeft een tegenpool. Dat is ja-en.

Kijk je vanuit de positie van ja-en, dan ben je gericht op kansen en mogelijkheden.

Wellicht ken je daar voorbeelden van. Of misschien ben je zelf iemand, die overal mogelijkheden en kansen ziet. En die grijpt en doelen realiseert.

Ook dat heeft deels te maken met selffulfilling prophecy. Als jij denkt dat iets voor jou mogelijk is, dan zul je er vol voor gaan. En daardoor vergroot je aanmerkelijk de kans dat je je doel daadwerkelijk realiseert.

Zo zet ja-en aan tot handelen en leidt eerder tot succes.

 

 

Ja-maar en ja-en zijn samen een waardevol span

 

Door mijn verhaal wordt ja-maar wat negatief afgeschilderd. Maar ze heeft duidelijk ook positieve kanten.

Bij het nemen van een beslissing kan ja-maar heel waardevol zijn. Ze zet je aan tot nadenken, evalueren en beoordelen. En kan je zo helpen om te komen tot een weloverwogen besluit.

 

Een ja-en houding is mooi als je mogelijkheden wilt verkennen. Maar kan ook negatief werken.  

Het is goed om kritisch te blijven als de omstandigheden erom vragen. Bijvoorbeeld als je een weloverwogen beslissing moet nemen.

Als je ja-en’nen uitmondt in met alle winden meewaaien, zit je ook niet op het goede spoor.

 

Het is mooi als je over beide posities kunt beschikken. En afhankelijk van de situatie kunt bepalen welke positie op een bepaald moment het meest passend is.

Samen zijn ja-maar en ja-en een waardevol span.

 

 

Heb je veel last van ja-maar? In een volgend artikel geef ik je tips hoe te komen van ja-maar naar ja-en.

Wil je je alvast inlezen? Lees Ja-maar, wat als alles lukt?

 

 

 

 

Heb je het gevoel dat ja-maar zich min of meer van jou meester heeft gemaakt? Bijvoorbeeld omdat het je nog niet gelukt is om te realiseren wat je voor ogen hebt?

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

 

Waarom zingeving misschien wel de belangrijkste competentie is, essentieel voor jouw professionele toekomst

 

Ik loop er min of meer tegenaan, dat ik nog niet weet wat mijn ‘missie’ is. Al is het wel helder dat ik meer een ‘hoe’-persoon ben dan een ‘waarom’-persoon, op grond van het boek van Simon Sinek. Echter, de ‘missie’ is van belang in combinatie met mijn talenten en passies, om een juiste nieuwe baan te vinden om congruent te zijn met mezelf.“

Dat mailde mij een van mijn coachklanten. En het belang van missie onderschrijf ik helemaal.

Wist je dat zingeving gezien wordt als een van de drie essentiële competenties voor de toekomst? Dat het misschien wel de belangrijkste is, naast autodidactisch vermogen en empathie?

En dat je de competentie zingeving tot de motor van jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling kunt maken?

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Hoe je zingeving maakt tot motor van jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling

De toekomst van werk

 

De inhoud van werk verandert steeds sneller.

De diversiteit neemt toe. Om die trend bij te benen wordt het ontwikkelen van toekomstbestendige competenties steeds belangrijker.

Je kunt daarbij denken aan vaardigheden die niet vervangen kunnen worden door een robot. Maar ook aan vaardigheden die juist met de robotisering te maken hebben.

 

Strak omlijnde beroepen zie je nog maar nauwelijks.

Zo je nog van beroepen wilt spreken, neemt het aantal beroepen steeds meer toe. Er zijn beroepen die verdwijnen, maar er komen vooral ook veel nieuwe beroepen, beter nieuwe functies, bij.

Nieuwe functies die je in 2022 zult tegenkomen zijn bijvoorbeeld: work-life coach, head of workplace systems, work tech upgrader, High Impact, Low Frequency-consultant (HI-LF-consultant), selection experience designer.

Voor 2022 wordt een grote toekomst voorspeld voor onder andere: adviseur onderwijs en arbeidsmarkt, stikstofdeskundige, zorg-vliegende keep, skillsrecruiter, recyclinganalist, home wellness technicus, klimaatexpert.

Je ziet niet alleen de verandering van beroepen naar functies, maar vaste functies ontwikkelen ook naar tijdelijke rollen.

Die ontwikkeling brengt met zich mee dat functietitels maar ten dele iets zeggen over de inhoud van de functie. En dat aan een bepaalde functie-inhoud verschillende functienamen kunnen worden gekoppeld.

 

 

Essentiële competenties voor de toekomst van werk

 

Welke competenties zijn toekomstbestendig als de inhoud van functies steeds meer aan verandering onderhevig is?

En welke competenties moet een kandidaat hebben om geschikt te zijn voor een bepaalde vacature, als de inhoud van de functie zich ontwikkelt en dus verandert?

 

Autodidactisch vermogen ziet men als een van de drie essentiële toekomstbestendige competenties.

Jezelf ontwikkelen als persoon en als professional is cruciaal om interessant te blijven voor werkgevers.

Voor nu, maar zeker voor de toekomst.

Een autodidact is gedreven om bij te blijven en te leren. Hij is daarbij niet afhankelijk van wat een werkgever hem aanbiedt, maar hij initieert zelf zijn leerproces.

 

Empathie is een tweede essentiële competentie voor de toekomst.

Onze maatschappij wordt steeds vluchtiger en er wordt steeds meer elektronisch en via Social Media gecommuniceerd.

Echt contact maken doen we steeds minder, zeker de jongere generatie. Terwijl echt contact maken steeds belangrijker wordt en niet vervangen kan worden door een robot.

Om écht contact te maken is empathie essentieel.

Binnen bijna elk beroep, niet alleen binnen de sociale beroepen, maar in ieder werk waar je te maken krijgt met mensen; zoals bijvoorbeeld je collega’s.

Binnen iedere vorm van communicatie is het essentieel om jezelf te kunnen verplaatsen in het standpunt of de beleveniswereld van de ander, om de ander te kunnen begrijpen.

 

 

Zingeving als belangrijkste competentie voor de toekomst

 

Zingeving is de vaardigheid om een taak, actie of ervaring te kunnen koppelen aan een doel dat voor jou belangrijk is. Het gaat daarbij om een hoger doel, jouw purpose, jouw persoonlijke missie.

Zingeving heeft te maken met het waarom jij doet wat je doet. Je kunt het doel van iets inzien. Sterker nog, jijzelf bent het die betekenis geeft aan wat je doet.

Zingeving heb je nodig om jezelf te motiveren voor wat je doet of gaat doen. Zingeving geeft je de energie om zaken aan te pakken, door te gaan als het even tegenzit of minder leuk is en vol te houden tot het doel is bereikt.

Als je weet waarom je iets doet en je je met jouw doel kunt verbinden, dan kost het ook minder energie, zeker mentaal. Want ook al kost wat je doet je fysiek energie, psychisch, mentaal geeft het energie.

Zo werkt zingeving als motor en is het wellicht de belangrijkste competentie voor de toekomst.

 

Ontbreekt zingeving of zie je de zin niet in van wat je doet, dan kost het je heel veel energie. Bijvoorbeeld in je werk.

Misschien heb je dat zelf ook al eens ervaren. Het werk kan dan zelfs leiden tot een burn-out.

Aan een burn-out kunnen verschillende oorzaken ten grondslag liggen, maar werk of een organisatie die niet aansluiten bij je persoonlijke missie zijn daarbij belangrijke factoren. Of werk dat zoveel tijd en aandacht van je vraagt, dat er absoluut geen ruimte meer is voor wat naast werk belangrijk voor je is.

 

 

Zingeving als motor van jouw persoonlijke en professionele ontwikkeling

 

Waarom doe je wat je doet qua werk?

Voor lang niet iedereen is die vraag makkelijk te beantwoorden. Ik ervaar dat in coachtrajecten.

Soms is het ook een vraag die mensen zich expliciet stellen op het moment dat ze vastlopen in hun werk. Bijvoorbeeld omdat ze niet langer voldoening ervaren of plezier hebben in hun werk.

Of omdat in sollicitatietrajecten daarnaar wordt gevraagd. Bijvoorbeeld aan hand van vragen als ‘Waarom deze functie voor jou?’ of ‘Waarom wil je voor onze organisatie werken en niet ergens anders?’.

 

Heb je eenmaal helder wat jou drijft, dan werkt dat als motor voor jouw ontwikkeling als persoon en als professional.

Jouw persoonlijke missie geeft je niet alleen energie, maar werkt ook als een meetlat waar je keuzes aan af kunt meten. En zo je energie in banen kunt leiden in de richting van jouw doel.

Dat kan betekenen dat je ervoor kiest om op een bepaald moment jouw koers met betrekking tot werk bij te stellen, omdat je koers niet langer bijdraagt aan het realiseren van jouw hogere doel.

Of dat je een opleiding gaat volgen om jezelf te kwalificeren voor werk in lijn met jouw persoonlijke missie.

Of dat je jouw werk anders in gaat richten, jouw baan zodanig kneedt, dat die weer beter past bij jouw doelen.

Daarbij kunnen zinloze handelingen of taken ook aanleiding zijn tot optimalisatie of innovatie.

 

Op die manier maak je de competentie zingeving tot motor van ontwikkeling van jezelf als persoon en als professional.

 

 

 

Heb jij nog niet zo scherp wat jou drijft en waar je een bijdrage aan wilt leveren met wat je doet in je werk?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

Of neem contact met me op voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Handreikingen om te komen van onbewust bekwaam tot bewust bekwaam

 

“Dat doe ik gewoon zo.”

“Zo ben ik gewoon.”

Alsof het de normaalste zaak van de wereld is, dat je zo bent of de dingen doet zoals je ze doet.

Ik hoor het met regelmaat. Niet alleen van coachklanten.

Maar wist je dat je grootste kwaliteiten misschien wel liggen bij dingen die je vanzelf doet? Waar jij als vanzelf acteert? Of je als van nature gedraagt?

Kennelijk vind je wat je zelf doet en hoe je bent als persoon al gauw heel gewoon.

Misschien ben je er zo aan gewend, zo vertrouwd mee, dat je het zelf niet meer ziet als een kwaliteit?

Het is mijn ervaring als loopbaancoach dat mensen over het algemeen veel meer kwaliteiten hebben, dan ze zelf denken.

Ze zijn zich maar ten dele bewust van wat ze te bieden hebben. Je zou ze onbewust bekwaam kunnen noemen.

Daarmee doen ze zichzelf tekort.

In mijn artikel geef ik je handreikingen hoe je van onbewust bekwaam kunt komen tot bewust bekwaam.

 

Doe jezelf niet tekort door wie je bent en wat je kunt maar ‘gewoon’ te vinden

Van onbewust onbekwaam naar onbewust bekwaam

 

Een van de vakken die ik als docent in het Hoger Onderwijs gaf, was methodische gespreksvoering, kortweg methodiek.

“Gesprekken voeren, dat kan ik al”, dacht menig student Personeel & Arbeid bij de start. Wat heb ik daarin nog te leren?

Daar kwam hij gaandeweg wel achter.

Gaande de lessencyclus kreeg hij in de gaten dat het methodisch voeren van gesprekken iets anders is dan wat je doet, als je in het dagelijks leven gesprekken voert.

Hij startte als onbewust onbekwaam. Maar werd zich er al snel van bewust dat er nog heel wat bij te spijkeren viel. Hij werd bewust onbekwaam.

Gaande de lessen werd dat bewust bekwaam. Het ging goed, maar nog niet helemaal vanzelf.

Voor dat laatste moet je ‘vlieguren’ kunnen maken. Pas dan hoef je er niet meer over na te denken en ben je onbewust bekwaam.

 

 

Met betrekking tot hun kwaliteiten zou je veel mensen onbewust bekwaam kunnen noemen.

 

Ze zijn zich niet bewust van de kwaliteiten die ze hebben. Of ze zijn zich er maar ten dele van bewust.

Sterker nog, ze zijn geneigd om hun positieve persoonskenmerken, karaktertrekken en wat ze kunnen maar gewoon te vinden. Terwijl ze dat over het algemeen niet zijn.

Het is dus de kunst om je bewust te worden van wat je te bieden hebt, van jouw kwaliteiten.

Zodat je van onbewust bekwaam kunt komen tot bewust bekwaam.

Pas dan kun je je overtuigd en overtuigend profileren met je kwaliteiten. En daarmee vergroot je je kansen op mooi werk.

 

 

Je succesverhalen; een belangrijk instrument om je kwaliteiten op het spoor te komen

 

In een eerder artikel schreef ik dat je succesverhalen de brug vormen naar jouw betekenisvolle toekomst.

Je succesverhalen zijn het instrument bij uitstek om je kwaliteiten op het spoor te komen. En om je bewust te worden van wat je te bieden hebt.

Het zelf identificeren en benoemen van eigen persoonlijke kwaliteiten is echter een hele kunst.

Zelf zie en onderken je ze niet zo snel. Juist omdat je het zelf zo ‘gewoon’ vindt zoals je bent en zoals je de dingen doet. Terwijl het niet zo ‘gewoon’ is.

 

 

Handreikingen om aan de hand van je succesverhalen te komen van onbewust bekwaam naar bewust bekwaam

 

Kwaliteiten van anderen zie je meestal makkelijker dan je eigen kwaliteiten.

Het leukste en het productiefste is dan ook om samen met anderen met succesverhalen aan het werk te gaan.

Ik geef je een paar tips voor de procedure:

  • Vraag enkele (1-3) vrienden of werk-vind-maatjes of ze zin hebben om samen met jou met succesverhalen te gaan werken.
  • Vraag, voordat je daadwerkelijk met elkaar aan het werk gaat, aan iedereen om één of twee succesverhalen te schrijven. Gebruik voor het schrijven van die verhalen mijn stappenplan.
  • Ga op een rustige plek bij elkaar zitten, zodat je geconcentreerd en lekker kunt werken.
  • Een iemand leest zijn verhaal voor. Stel dat jij begint. Lees je verhaal helemaal voor zonder onderbrekingen. Lees het dan eventueel nog een keer voor en laat je vrienden vragen stellen, als ze die hebben.
  • Als jij voorleest dan kunnen de anderen alvast beginnen met het opschrijven van de kwaliteiten die ze horen in je verhaal.
  • Na het voorlezen schrijf je ook zelf op welke kwaliteiten naar jouw idee blijken uit jouw verhaal.
  • Probeer de kwaliteiten specifiek te benoemen.
  • Als iedereen klaar is met schrijven, lees je als verhaalverteller voor welke kwaliteiten je zelf opgeschreven hebt.
  • Daarna vertellen de anderen welke kwaliteiten ze hebben opgeschreven naar aanleiding van jouw verhaal.
  • Het is handig om de verhalenverteller de opgeschreven kwaliteiten dan ook daadwerkelijk te geven.
  • Als je de kwaliteit die je toegeschreven wordt niet begrijpt, vraag dan om uitleg. Het mooie van het samenwerken met anderen is dat zij kwaliteiten zien die jij niet ziet. Een ander ziet als kwaliteit wat jij als gewoon, als vanzelfsprekend vindt.
  • Daarna is de volgende persoon aan de beurt en volgt de groep dezelfde procedure.

 

In één verhaalronde merk je al het positieve effect van het samen met anderen aan het werk gaan met succesverhalen.

Niet alleen zien anderen eerder jouw kwaliteiten. Ze zijn daarover ook positiever. En gegarandeerd, gaande de rit word je steeds meer bewust bekwaam.


En heb je geen maatjes om samen mee aan het werk te gaan?

Dan is het de kunst om te kijken naar je successen door de ogen van een ander.

In een vorig artikel gaf ik je daarvoor al een aantal tips.

 

 

Zo realiseer je je steeds beter wat jij te bieden hebt. En word je van onbewust bekwaam, bewust bekwaam.

Zoals een van de deelnemers aan de 3-daagse training aangaf: “Het is echt een lekker gevoel als je je eigen competenties helder in beeld hebt”.

 

 

 

Wil je weten wat de vervolgstappen zijn van het werken met succesverhalen? 

Lees het in mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Kun je in het proces van het werken met succesverhalen wel wat hulp en begeleiding gebruiken?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) met gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

 

Hoe meer je overtuigd bent van wat je kunt, hoe zekerder je het assessment tegemoet kunt treden

 

Onderworpen worden aan een assessment; voor veel mensen is dat spannend. Je zelfvertrouwen wordt op de proef gesteld.

Er wordt jou de maat genomen. Je wordt beoordeeld aan de hand van waarden en normen, de meetlat die de opdrachtgever aan de assessor heeft meegegeven.

Je wordt gelabeld en mogelijk in hokjes gestopt waar je voor jouw gevoel niet thuishoort. Je wordt gewogen en op basis van de resultaten geschikt of te licht bevonden.

Een assessment mag best spannend zijn, maar laat je zelfvertrouwen niet onderuithalen door een assessment. Hoe meer je overtuigd bent van wat je kunt, hoe zekerder je een assessment tegemoet kunt treden.

 

Laat je zelfvertrouwen niet onderuithalen door een assessment

© Foto: Tyler Olson / Shutterstock.com

 

Zelfvertrouwen gaat over zelfrespect en vertrouwen in jezelf

 

In een eerder artikel maakte ik al eens onderscheid tussen zelfeffectiviteit en zelfvertrouwen.

Zelfvertrouwen zegt meer in zijn algemeenheid iets over het vertrouwen in jezelf. Zelfeffectiviteit gaat meer over het kunnen maken van een adequate inschatting of je als individu de kwaliteiten hebt om een bepaald doel te bereiken.

Mensen met veel zelfvertrouwen zitten over het algemeen lekker in hun vel, geloven in hun eigen kracht en zijn geneigd om zaken in een positief licht te zien.

Mensen met minder zelfvertrouwen zijn geneigd om hun eigen vermogens te onderschatten.

 

 

Zelfvertrouwen is een combinatie van zowel waardigheid als vaardigheid

 

Alleen maar positief over jezelf denken in plaats van werken aan je vaardigheden leidt tot narcistische trekjes. Dat zegt Jikkie Has in haar boek Zakelijk zelfvertrouwen.

Een gezond zelfvertrouwen gaat over de balans tussen waardigheid en vaardigheid.

Waardigheid gaat over het gevoel dat je over jezelf hebt, hoe je over jezelf denkt. Ook wel aangeduid met woorden als eigenwaarde, zelfrespect, zelfwaardering.

Vaardigheid gaat over hoe goed je in iets bent en uit zich in meetbaar gedrag en resultaat.

 

 

Verschil tussen mannen en vrouwen

 

Onderzoekers vermoeden dat vrouwen hun zelfvertrouwen iets meer laten bepalen door hun eigenwaarde dan door hun vaardigheden. Terwijl mannen eerder geneigd zijn om hun zelfvertrouwen te laten bepalen door hun vaardigheden en hun succes.

Als ik kijk naar mezelf, dan herken ik dat. Op een test die zakelijk zelfvertrouwen meet scoor ik hoger op vaardigheden dan op waardigheid. Volgens die test zou ik mijn waardigheid, het gevoel dat ik over mezelf heb en hoe ik over mezelf denk, dus iets op mogen krikken.

Overigens zie en spreek ik ook genoeg mannen met een relatief lage zelfwaardering. In termen van Jikkie Has, heet dat een lage waardigheid. Zo was bijvoorbeeld een van mijn coachklanten, zonder hbo-diploma maar denkend en werkend op hbo-niveau, huiverig voor assessments. Bang dat hij is om door de mand te vallen, kan hij helemaal in de stress raken, blokkeren en niets van een assessment bakken. Dat is hem al eens overkomen. Ook al had hij eerder in een vergelijkbare situatie gemiddeld hbo-niveau gescoord.

 

 

Je zelfvertrouwen laten bepalen door hoe goed je in iets bent, is niet gezond

 

Je zelfvertrouwen laten bepalen door hoe je over jezelf denkt, je waardigheid, leidt zoals gezegd tot narcistische trekjes en is niet gezond.

Je zelfvertrouwen afhankelijk stellen van hoe goed je in iets bent, is ook niet gezond. Het leidt tot faalangst en perfectionisme.

Want als je je zelfvertrouwen laat bepalen door hoe goed je in iets bent, laat je je leiden door hoe succesvol je bent. Ben je goed in iets, dan voel je je fantastisch. Lukt iets niet, dan voel je je een loser.

Dat gevoel wil je voorkomen. Met als valkuil perfectionisme. Met als groot risico dat als het voor jou niet perfect is, dat het dan een mislukking is.

Met een lage zelfwaardering als gevolg.

Een gezond zelfvertrouwen gaat over de balans tussen eigenwaarde en vaardigheid.

 

 

Hoe je je eigenwaarde en zelfvertrouwen kunt vergroten door je denken te beïnvloeden

 

Je zelfbeeld bepaalt je eigenwaarde. En je eigenwaarde stuurt je denken, voelen en doen.

Zo leiden bijvoorbeeld bij assessment gedachtes als ‘kan ik het wel waarmaken?’ en ‘wat als ik door de mand val?’, tot emoties als angst, onzekerheid, schaamte.

Die emoties zijn van invloed op je gedrag. Daarbij zijn emoties als angst en onzekerheid niet direct de emoties waardoor je staat te springen om vol energie in actie te gaan.

Het kan zelfs zijn dat je helemaal geblokkeerd raakt en een black-out krijgt, niet wetende hoe je het aan moet pakken. En doordat je niet in actie komt, zal je ook niet de resultaten boeken die je wilt halen.

 

Anderzijds oefenen je denken, voelen en doen ook invloed uit op je eigenwaarde.

Als je je vaardigheden traint krijg je betere resultaten en meer zelfvertrouwen. Ander gedrag zorgt voor andere emoties. En ander gedrag draagt een steentje bij aan het vergroten van je eigenwaarde.

Wil je structureel andere resultaten bereiken, dan moet je beginnen met het veranderen van je gedachtes. ‘Ook al heb ik geen hbo-diploma, door mijn werkervaring en de resultaten die ik heb bereikt kan ik laten zien dat ik hbo werk- en denkniveau heb’.

Of:

‘Als dit assessment me niet goed afgaat, dan heb ik toch nog meer ijzers in het vuur. Mijn leven hangt er niet van af.’

 

 

Kortom

 

Zorg dat je je persoonlijk dossier op orde hebt. Hoe meer je overtuigd bent van wat je kunt en wat je waard bent, hoe zekerder je het assessment tegemoet zult treden.

Hoe zekerder jij je voelt en hoe preciezer jij in beeld hebt hoe je in situaties hebt gereageerd, hoe beter je de vragen kunt beantwoorden.

Niet alleen mentaal, maar ook technisch kun je je op een assessment voorbereiden. Op internet vind je legio mogelijkheden om testvragen te oefenen, zodat je niet schrikt van de opgaven die je bij een assessment voorgelegd krijgt.

Zelfvertrouwen groeit door actie. Actie overwint angst.

Realiseer je dat een assessment vaak wordt gebruikt als bevestiging van een indruk die men heeft van een kandidaat. De resultaten van een assessment zwakken een oordeel dat men heeft af, of versterkt het.

 

 

Laat je inspireren door Sara Marita Kramer, skispringtalent en medaillekandidaat voor de Olympische spelen.

Zij laat horen en zien dat als je zelf overtuigd bent dat je iets kunt, je daar dan ook zekerheid aan ontleent.

Mijn sterke kant is zeker het vliegen. Dus als ik een slechte afsprong heb, dan kan ik nog best goed vliegen en er iets van maken.”

 

 

 

Heb jij je persoonlijk dossier niet goed op orde om succesvol werk te maken van mooi werk?

Heb je geen goed beeld van wat je kunt en van hoe je hebt gereageerd in concrete situaties?

Neem contact met me op. Ik help je graag.

 

 

 

 

 

Hoe je eerder je doel bereikt als je eerst even pas op de plaats maakt

 

Het zal je maar gebeuren. Als donderslag bij heldere hemel te horen krijgen dat je contract wordt beëindigd.

Ik kan me goed voorstellen dat het kan zijn, dat je helemaal lam geslagen bent, na het ontvangen van zo’n bericht. Alsof je een flinke klap hebt gekregen en het je nog duizelt. Niet in staat om ook maar een stap te zetten.

Sommigen weten na zo’n bericht snel te herstellen. Zijn misschien zelfs geneigd om gelijk over te gaan tot actie. Bijvoorbeeld te speuren naar vacatures.

Beide reacties hoor ik van mijn coachklanten.

Zo vertelde iemand mij dat hij na het slechte nieuws op de vrijdag, in het weekend gelijk zijn zinnen had verzet en zich georiënteerd had op vacatures.

Dat is inderdaad een manier, maar de kortste weg naar werk is meestal niet de snelste. Je bereikt je doel vaak eerder als je eerst even pas op de plaats maakt.

Pas op de plaats in de zin van eerst opruimen en vervolgens structuur en inzicht creëren en een aanpak bepalen. Om van daaruit een nieuwe stap te zetten.

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

De kortste weg naar werk is meestal niet de snelste

 

De kortste weg naar werk

 

Vacatures zoeken en daarop reageren door het schrijven van een brief, kun je zien als de kortste weg naar werk.

Of gelijk recruiters benaderen met de vraag of ze een mooie functie voor je hebben.

Gelijk overgaan tot actie, gelijk afgaan op je doel; het is zo verleidelijk. Misschien zelfs voordat je je cv goed op orde hebt.

Voor mij is dat een voorbeeld van voortijdig je kruit verschieten.

Door gelijk tot deze acties over te gaan mis je waarschijnlijk je doel. Niet alleen voor dat moment, maar ook op de middellange termijn.

Want heb je eenmaal een organisatie of recruiter benaderd voordat je er klaar voor was, dan hoef je niet snel daar nog eens aan te kloppen.

Het is dus de kunst om je in eerste instantie even te beheersen. En dus pas tot dergelijke acties over te gaan, als je er echt klaar voor bent.

 

 

Eerst even parkeren alvorens in te voegen op de weg naar werk

 

Klaar zijn om werk te maken van werk gaat veel verder dan je cv op orde hebben of het kunnen schrijven van een motivatiebrief.

Je moet er ook aan toe zijn om daadwerkelijk stappen te zetten.

Dat heeft om te beginnen niet alleen te maken met motivatie, maar ook met de juiste psychische gesteldheid.

Het is ingrijpend als je contract niet wordt verlengd. Zeker als je na jaren werken voor eenzelfde werkgever, van de ene dag op de andere, op straat komt te staan.

Talloze vragen spelen dan door je hoofd. Dat is heel begrijpelijk.

Vragen waarop je vaak het antwoord niet direct weet, bijvoorbeeld: “In hoeverre had ik dit aan kunnen zien komen?”, “Wat heb ik gemist?”, “Hoe kan het dat mijn functioneren nu als onvoldoende wordt beoordeeld?

Gun jezelf de ruimte om stil te staan bij die vragen en neem de tijd om te komen tot een antwoord.

Soms helpt het om daarvoor nog een keer het gesprek aan te gaan met je oud-leidinggevende, de HR-adviseur of je oud-werkgever. Om in het reine te komen met je eigen verhaal. En je verhaal tegenover anderen te kunnen doen.

Het is dan goed om het werk maken van werk even te parkeren. Pas als je vragen zijn beantwoord en er enige rust en evenwicht is ontstaan, komt er ruimte voor iets nieuws.

Dan is het de tijd om je weg uit te stippelen, in beweging te komen en in te voegen op de weg naar werk.

 

 

Op weg naar werk bereik je je doel vaak eerder als je eerst even een omweggetje maakt

 

Gelijk vacatures zoeken, je inschrijven bij een recruitmentbureau of bureau voor werving en selectie; het lijkt een snelle weg naar je doel.

Maar of dat daadwerkelijk zo is, dat is nog maar zeer de vraag. Op grond van mijn ervaring, denk ik van niet.

 

Aan het succesvol werk maken van werk, gaan namelijk een aantal belangrijke stappen vooraf.

Het is dan ook goed om daarvoor eerst de tijd te nemen, alvorens de eigenlijke weg naar werk op te gaan. Want een goede voorbereiding is meer dan het halve werk.

 

Die voorbereiding heeft alles te maken met het verzamelen en structureren van informatie. Informatie over jezelf en informatie over de arbeidsmarkt.

Maar niet alleen dat.

Een goede voorbereiding heeft ook alles te maken met het bepalen van je strategie. Want een juiste mindset en effectieve methoden zijn cruciaal voor succes

Maak je keuze voor een proactieve strategie. En volg de stappen zoals aangereikt in een van mijn vorige artikelen.

Maak je de daarvoor benodigde vaardigheden eigen. Bijvoorbeeld door eerst een onderzoek te doen met betrekking tot een onderwerp in de hobbysfeer.

 

 

 

Heb je dat omweggetje eenmaal gemaakt, dan kun je goed toegerust en full speed navigeren naar je doel.

Mogelijk passeer je onderweg zelfs auto’s die eerder vertrokken zijn dan jij.

Misschien zitten zij wel vast in de file, terwijl jij lekker door kunt rijden. Rijvaardig als je bent, op de loopbaansnelweg.

 

 

Voel jij je nog niet zo rijvaardig op de loopbaansnelweg?

Heb je het gevoel dat je wel wat ondersteuning kunt gebruiken?

Neem gerust contact met me op.

 

 

Hoe je kunt voorkomen dat je in je valkuil stapt

 

In hoeverre herken je impostergevoelens bij jezelf?

Voel je je onzeker en denk je dat je anderen een onrealistisch beeld van jezelf voorspiegelt? Dat je je mooier, beter, succesvoller voordoet dan je bent?

Heb je er misschien zoveel last van, dat het je belemmert in je loopbaan?

Dan is het tijd om de koe bij de horens te pakken en voor jezelf een actieplan te maken, hoe je impostergevoelens te overwinnen.

In mijn vorige artikel heb je kunnen lezen dat beschermingsmechanismen tegen onzekerheid je niet gaan helpen. Integendeel, je wordt er alleen maar onzekerder van.

Wil je je onzekerheid aanpakken en je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk om je vertrouwen te ontwikkelen en heel kritisch te kijken naar je competenties en wat je daarmee hebt bereikt. En te leren hoe je het imposter syndroom de baas kunt worden.

In mijn artikel geef ik je daarvoor een aantal tips.

 

Tips hoe je je impostergevoelens kunt overwinnen

 

Hoe je je vertrouwen in eigen kunnen kunt vergroten

 

Vertrouwen in eigen kunnen is niet identiek aan zelfvertrouwen. Ook al worden de begrippen ten onrechte volop door elkaar gebruikt.

Zelfvertrouwen zegt meer in zijn algemeenheid iets over het vertrouwen in jezelf.

Vertrouwen in eigen kunnen, zelfeffectiviteit kun je zien als een specifiek zelfvertrouwen. Dat gaat over het kunnen maken van een adequate inschatting of je als individu de kwaliteiten hebt om een bepaald doel te bereiken.

In een van mijn vorige artikelen kun je dat nog eens nalezen.

Met name dat vertrouwen in eigen kunnen is bij mensen die last hebben van impostergevoelens niet groot. Zij zijn voortdurend bang dat ze door de mand vallen en ontmaskerd worden.

 

Wil je concrete tips om je kans op succes te vergroten door je vertrouwen te ontwikkelen? Klik dan hier.

 

 

Hoe je ingaat tegen innerlijke twijfel

 

Het imposter syndroom manifesteert zich met name als stemmetje in je hoofd. Dat zegt bijvoorbeeld “Je bent echt niet zo goed als je zelf denkt.” Of “Wanneer zullen ze het ontdekken?”

Heb je veel last van impostergevoelens, dan ben je er waarschijnlijk heel goed in om ‘jezelf de grond in te boren’. En kun je naar je eigen kritische oordeel maar weinig ‘goed’ doen.

Is je Innerlijke Criticus heel sterk aanwezig, dan kijkt en luistert hij voortdurend mee en geeft kritisch commentaar op alles wat je denkt, doet of had moeten doen.

Wil je je onzekerheid aanpakken en je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk om het stemmetje of misschien wel de stemmetjes in je hoofd te herkennen.

En vervolgens bijvoorbeeld die Innerlijke Criticus te negeren, van repliek te dienen of de mond te snoeren.

Heb je veel last van stemmetjes in je hoofd en wil je die leren hanteren? Lees het boekje ‘Ik (k)en mijn ikken’ er eens op na.

 

 

Hoe je te hard werken voorkomt

 

Je persoonlijke missie scherp hebben en op basis daarvan prioriteiten stellen is dé manier om te hard werken te voorkomen.

Met regelmaat spreek ik klanten die worstelen met de balans tussen hun werk en hun privéleven.

Vaak heeft die problematiek te maken met te hard werken in hun werk. Soms ook wel met privé te veel hooi op hun vork nemen.

Je bewust worden van je levensrichting en van wat er voor jou werkelijk toe doet, helpt je om keuzes te maken en te gaan voor wat werkelijk belangrijk voor je is, jouw persoonlijke missie.

Heb je je persoonlijke missie scherp, dan helpt dat om je prioriteiten te stellen en daar in je timemanagement rekening mee te houden.

Heb je je persoonlijke missie nog niet zo scherp? Ga dan aan het werk om je missie helder te krijgen.

 

 

Hoe je je successen toe-eigent

 

Mensen die veel last hebben van impostergevoelens zijn geneigd om hun successen toe te schrijven aan externe factoren. Vaak onterecht.

Misschien heb je dat gelezen in mijn vorige artikel.

Graag deel ik met je een tip van een van mijn netwerkcontacten. Als promovendicoach begeleidt zij promovendi op verschillende vlakken. Vaak is het belangrijkste onderdeel, hoe om te gaan met onzekerheid over je eigen prestaties.

Haar tip met betrekking tot het je toe-eigenen van successen:

Houd een poosje bij hoe je van tevoren tegen een bepaalde taak aankeek en hoe het uiteindelijk verlopen is.

  • Wat verwachtte je van jezelf?
  • Is die verwachting uitgekomen?
  • Als je succesvol bent geweest, waar lag dat dan aan?
  • Schrijf op wat je denkt en toets die gedachte vervolgens. Had je echt puur geluk? Was het inderdaad toeval? Of heb je zelf dingen gedaan die tot het resultaat hebben geleid?

 

 

Hoe je ervoor zorgt dat je goed in vorm komt en blijft

 

Het imposter syndroom de baas worden, wordt moeilijk als je niet fit bent. Wil je je impostergevoelens overwinnen, dan is het belangrijk dat je ervoor zorgt dat je letterlijk goed in je vel zit.

Vreneli Stadelmaier noemt in haar boek vier tips:

  1. Train je hersens, bijvoorbeeld met meditatie, mindfulness of yoga.
  2. Ga sporten. Dat is goed voor je zelfvertrouwen. Bovendien worden door sporten dopamine en serotonine aangemaakt en die stoffen zorgen ervoor dat je je gelukkiger voelt en minder gaat piekeren.
  3. Eet gezond en zorg voor voldoende slaap.
  4. Maak tijd voor vrienden/vriendinnen. En niet alleen voor de gezelligheid. Kennelijk maak je door ‘het leven’ met vrienden of vriendinnen te bespreken oxytocine aan. Die stof vergroot je geluksgevoel en vermindert je zorgelijkheid.

 

 

Overwinnen van impostergevoelens doe je niet zomaar even

Het imposter syndroom is hardnekkig.

Ik zie dat soms ook bij coachklanten. Het is iets dat je in de loop van jaren hebt opgebouwd. Dat heb je niet zomaar weer afgebroken.

 

Zoals uit mijn tips blijkt, is er ook geen rechtlijnige oplossing voor het syndroom.

Daarvoor spelen te veel factoren een rol bij het in stand houden van het syndroom.

Ik schat in dat het je al veel ruimte geeft, als je op onderdelen winst weet te behalen. Zodat je minder of geen echte last meer hebt van je impostergevoelens.

 

Wil je je impostergevoelens overwinnen?

Zorg dan voor een buddy. Of laat je begeleiden door een goede coach.

 

 

Heb je zelf ervaring met het overwinnen van impostergevoelens? Als buddy, coach of als iemand die zelf last heeft gehad van die gevoelens?

En wil je die ervaring delen?

Ik lees het graag.

 

 

 

 

 

Laat je niet verlammen door het imposter syndroom

 

Het is allemaal niet zo vreselijk ingewikkeld, een beetje bluf dus.”

Met lang niet alles wat gevraagd wordt in de vacatureomschrijving heeft Eric ervaring. Maar hij laat zich niet afschrikken. Zo spannend is het niet voor hem.

Voor Margriet is dat anders. Super spannend vindt ze het. “Wat ik allemaal gedaan heb, stelt niet zoveel voor. Ik kan eigenlijk niets bijzonders. Succesverhalen heb ik dan ook niet.”

Wist je dat vrouwen over het algemeen eerder geneigd zijn om op zeker te spelen dan mannen? Dat veel vrouwen bijvoorbeeld 100% zeker willen weten dat ze een functie aan kunnen, voordat ze reageren op een vacature?

En mannen? Die denken kennelijk veel eerder dat ze het wel kunnen. Zoals Eric zegt “Zo vreselijk ingewikkeld is het allemaal niet.

Met name succesvolle vrouwen kunnen last hebben van wat men noemt het imposter syndroom. Dat kan hen aardig in de weg zitten. Vooral ook met betrekking tot hun loopbaan.

Ze worden voortdurend gekweld door de angst dat ze ontmaskerd worden. Ze zijn bang dat anderen (en zijzelf) erachter komen dat ze niet competent genoeg zijn. Terwijl ze wel hun best doen om competent over te komen.

Ze ontwikkelen allerlei mechanismen om die ontmaskering te voorkomen. Daarbij realiseren ze zich niet, dat ze daarmee het risico lopen in een negatieve spiraal terecht te komen. Hoe dat werkt, lees je in mijn artikel.

Overigens is het imposter syndroom beslist niet alleen een vrouwending. Ook mannen kunnen er behoorlijk last van hebben.

 

Hoe beschermingsmechanismen je steeds onzekerder maken

 

Het imposter syndroom gaat over onzekerheid

 

Die onzekerheid heeft te maken met het feit dat je denkt dat je anderen een onrealistisch beeld van jezelf voorspiegelt. Dat je je mooier, beter, succesvoller voordoet dan je bent.

Terwijl je eigenlijk heel goed weet dat je wel iets kunt, op basis van wat je hebt gepresteerd. Zelfs op basis van harde feiten. Maar kennelijk heb je die prestaties niet of in elk geval onvoldoende geïnternaliseerd.

Je bent geneigd om je successen toe te schrijven aan externe factoren. Bijvoorbeeld pech of geluk of hulp van anderen. Zoals we dat dan noemen; je bent geneigd om extern te attribueren. Daarover later meer.

Een ander punt kan zijn, dat je geneigd bent de zwaarte van de taak te bagatelliseren. “Ach, het schrijven van die juridische teksten stelt niets voor.” Daarbij voorbijgaand aan het feit dat niet iedereen dat zomaar kan en even goed doet.

 

In een traject bij MEER WAARDE IN WERK komt dan al gauw naar voren dat je toch heel wat moet kennen, kunnen en zijn om zo’n in jouw ogen gemakkelijk klusje naar behoren te klaren.

Het je daadwerkelijk toe-eigenen van die kwaliteiten is dan een volgende stap. Voor iemand die regelmatig last heeft van gevoelens van het imposter syndroom is dat moeilijk.

Je bent bang dat anderen door het plaatje dat je voorspiegelt heen prikken. En dat je genadeloos door de mand valt.

Dat wil je krampachtig voorkomen en daar heb je dan je mechanismen voor. Ook al ben je je daarvan misschien lang niet altijd bewust.

 

 

Mechanismen om ontmaskering te voorkomen

 

Wist je dat symptomen van het imposter syndroom meer voorkomen dan je denkt?

Dat 75% van de vrouwen gevoelens van het imposter syndroom bij zichzelf herkent? Dat zelfs 30% van de vrouwen aangeeft er regelmatig last van te hebben?

Voor mannen liggen die percentages respectievelijk op 50 en 9%. Een aanmerkelijk verschil dus.

De cijfers geven overigens wel aan, dat de symptomen ook heel duidelijk kunnen spelen bij mannen.

 

Welke mechanismen zet men dan in om ontmaskering te voorkomen? Bewust of onbewust. Kijk maar eens wat je daarvan herkent.

 

Om te voorkomen dat je door de mand valt kan het zijn dat je harder gaat werken. Nog harder dan je wellicht al deed.

Dat je bijvoorbeeld ongezond perfectionistisch wordt.

Niet voor niets noem ik het ongezond. Want streven naar perfectionisme, uit angst om door de mand te vallen of uit twijfel aan eigen competenties, is beslist niet gezond. Je kunt jezelf daarmee aardig voorbijlopen en uiteindelijk kan het leiden tot burn-out.

 

Een ander beschermingsmechanisme om te voorkomen dat je door de mand valt, is uitdagingen vermijden.

Als je niet hoog grijpt, dan kun je ook niet diep vallen. In elk geval niet zo diep dat je door de mand valt.

Het voelt veilig om uitdagingen uit de weg te gaan. Bijvoorbeeld vooral niet in de schijnwerpers te gaan staan. Want stel je voor, ze zouden je wel eens kunnen ontmaskeren als je op de voorgrond treedt.

 

Maar die beschermingsmechanismen gaan je niet helpen. Integendeel, ze leiden ertoe dat je alleen maar onzekerder wordt. En dat je impostergevoelens dus sterker worden.

 

 

Hoe mechanismen om ontmaskering te voorkomen je nog onzekerder maken

 

In een eerder artikel schreef ik over intern en extern attribueren.

Attributie heeft te maken met het toeschrijven van het resultaat van je gedrag aan factoren in jezelf (interne attributie) of factoren buiten jezelf (externe attributie).

Heb je veel last van impostergevoelens, dan ben je geneigd om je successen toe te schrijven aan externe factoren. Bijvoorbeeld dat je toevallig geluk had. Of dat de taak niet zo moeilijk was als je had gedacht.

Mislukking daarentegen ben je eerder geneigd om toe te schrijven aan jezelf. “Zie je wel, ik kan dat gewoon ook niet goed. Voor mij is dat te hoog gegrepen.” Terwijl het best kan zijn, dat de omstandigheden ongunstig waren of de taak onvoldoende scherp was gedefinieerd.

 

Hoe komt het dan dat de afweermechanismen je nog onzekerder maken?

 

Neem als voorbeeld nog harder werken.

Dat harde werken leidt mogelijk tot het gewenste resultaat. Het is dus succesvol. Maar wat gebeurt met de betreffende persoon?

Die eigent zich dat succes niet toe. Die is geneigd om het succes toe te schrijven aan het harde werken. Of misschien zelfs wel geluk of hulp van anderen. In elk geval niet aan eigen competenties, haar kwaliteiten.

Bij een volgende uitdaging kan ze dus ook niet terugvallen op haar competenties. Voor haar gevoel is een volgend succes weer afhankelijk van externe factoren.

Ze is dus weer onzeker en bang dat het haar niet gaat lukken. Misschien is ze zelfs onzekerder dan de vorige keer.

 

Wat er gebeurt als je uitdagingen uit de weg gaat.

Ga je uitdagingen uit de weg, dan kun je ook geen successen ervaren. Dat betekent dat je niet kunt ervaren waar met name jouw competenties liggen, waar je goed in bent.

Dat je ook niet kunt experimenteren om te ontdekken wat wel of niet bij je past. Terwijl het je misschien wel aantrekt.

Dat maakt je nog onzekerder over wat je te bieden hebt, terwijl je je al onzeker voelt.

 

 

Ga uitdagingen dus niet uit de weg. Zie ze als een kans. Wees je bewust van wat je te bieden hebt en eigen je je kwaliteiten toe.

 

In een volgend artikel geef ik je tips hoe je het imposter syndroom tegen kunt gaan. En hoe je kunt voorkomen dat je in die valkuil stapt.

 

 

Voel jij je onzeker over wat je te bieden hebt?

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van je kwaliteiten?

Neem gerust contact met me op voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe inzicht uitzicht geeft op mooi werk, werk dat optimaal bij je past

 

“Ik wil, ik wil, ik weet niet wat ik wil.”

En als je niet weet wat je wilt, dan zul je het ook niet gauw vinden.

Dat geldt voor veel zaken, maar ook voor je loopbaan.

 

“Maar hoe krijg ik inzicht in wat ik wil?”

Die vraag is niet makkelijk te beantwoorden. Vooral omdat er legio factoren een rol spelen, wil je komen tot een goed en passend antwoord op jouw vraag met betrekking tot wat jij wilt.

Wat zijn bijvoorbeeld jouw kwaliteiten, drijfveren, interesses, waarden, voorkeuren, aversies, doelen, jouw persoonlijke missie?

Goed inzicht in die factoren en het samenspel daartussen, geeft uitzicht op wat jij wilt. Uitzicht op het profiel van jouw ideale werk, het werk dat optimaal bij je past.

Wil je jouw ideale werk vervolgens dan ook realiseren?

Dan heb je bijvoorbeeld nog inzicht nodig in jouw concrete mogelijkheden op de arbeidsmarkt en inzicht in hoe je jouw ideale werk daadwerkelijk kunt realiseren.

En al die inzichten tezamen geven uitzicht op voor jou mooi werk.

In mijn artikel help ik je op weg.

 

inzicht geeft uitzicht; ook met betrekking tot je loopbaan

 

Inzicht in wat je te bieden hebt, geeft uitzicht op werk dat past bij jouw kwaliteiten

 

Waar ben je goed in? Waar liggen met name jouw kwaliteiten? En welke kwaliteiten zet je het liefst in, in het werk dat je doet?

Zorg dat je daar inzicht in hebt. Zo’n goed inzicht dat je er overtuigd en overtuigend over kunt communiceren.

Zorg ook dat je inzicht hebt in de resultaten die jij met jouw kwaliteiten hebt neergezet. Zodat een potentiële werkgever of opdrachtgever inzicht krijgt in wat inzet van jouw kwaliteiten hem oplevert.

Die inzichten geven jou uitzicht op werk waarin jouw kwaliteiten optimaal tot hun recht komen en waarin jij jouw kwaliteiten optimaal kunt ontwikkelen.

 

 

Inzicht in jouw persoonlijke biotoop, geeft uitzicht op een werkomgeving waarin je tot bloei komt

 

Net als een plant hebben wij mensen onze voorkeuren en aversies met betrekking tot onze leef- en werkomgeving.

Waar de een bijvoorbeeld goed gedijt in een grote kantoortuin met gezellig geroezemoes van collega’s, kan het zijn dat een ander alle zeilen moet bijzetten om zich te concentreren op zijn werk. Met als gevolg dat zijn werk hem veel energie kost en hij zijn accu helemaal leeg trekt.

En waar de een goed gedijt in een competitieve omgeving met uitdagende targets, kan het zijn dat een ander in zo’n omgeving helemaal ten onder gaat. Verlamd door de stress, die het halen van de targets bij hem oproept.

Heb jij inzicht in wat jij nodig hebt om goed te gedijen en wat je zou moeten vermijden? Dan heb je uitzicht op een omgeving waarin jij optimaal tot bloei komt.

 

 

Inzicht in waar jij warm voor loopt, jouw persoonlijke missie, geeft uitzicht op werk dat optimaal bij je past

 

Wat betekent werk voor jou? En welke bijdrage wil jij leveren met het werk dat je doet?

Heb je inzicht in wat werk voor jou betekent en kun je dat inzicht vertalen naar criteria met betrekking tot werk? Dan draagt dat inzicht bij aan uitzicht op werk dat optimaal bij je past.

En heb je inzicht in wat jou drijft in werk en dus in de bijdrage die jij wilt leveren met je werk? Dan heb je uitzicht op werk dat je energie oplevert, in plaats van dat het je energie kost.

 

 

Inzicht in hoe het profiel van het voor jou ideale werk eruitziet, geeft uitzicht op het realiseren van jouw ideale werk

 

Kun jij geen helder antwoord geven op de vraag ‘Naar wat voor werk ben je op zoek?’, dan vergroot je de kans dat je teruggestuurd wordt met het advies om nog eens goed na te denken over wat je nu eigenlijk wilt.

Heb je wel een helder antwoord op die vraag? Dan vergroot je de kans dat je dat werk ook daadwerkelijk kunt bemachtigen. Want je hebt meer uitzicht op een baan als je focust op je ideale baan.

 

 

Inzicht in behoeften op de arbeidsmarkt geeft uitzicht op voor jou concrete mogelijkheden

 

En dus van waar mensen zoals jij nodig zijn.

Dat voorkomt bijvoorbeeld dat je focust op banen waar geen behoefte (meer) aan is. Of op banen met honderden concurrenten. Of op banen waarvan je bij voorbaat weet dat je moet concurreren met mensen met beslist betere papieren dan jij.

Goed inzicht in ontwikkelingen en behoeften op de arbeidsmarkt maakt dat je daarop kunt sturen en flexibel kunt meebewegen. En zo vergroot je het uitzicht op passend werk.

 

 

Inzicht in succesvolle en beproefde strategieën en loopbaanvaardigheden geeft uitzicht op een efficiënte en effectieve marktbenadering

 

Zodat je niet al je tijd verdoet met traditioneel solliciteren, maar proactief en doelgericht werk maakt van het voor jou ideale werk.

Leer denken en handelen als een ondernemer, zodat je jezelf, jouw Ik BV, als product of dienst succesvol in de markt kunt zetten. Ook al werk je gewoon in loondienst.

 

 

Kortom

 

Realiseer je dat inzicht in genoemde punten uitzicht geeft op mooi werk.

En dat je dat werk dan binnen een afzienbaar tijdsbestek kunt realiseren. Op een efficiënte en effectieve manier.

 

Mis je inzichten in genoemde punten?

Dan heb je uitzicht op een kleine kans dat je werk realiseert dat optimaal bij je past.

Of heb je mogelijk uitzicht op lang zoeken naar passend werk. Misschien geen uitzicht op passend of erger nog, helemaal geen werk.

 

Wees dus slim en zorg dat je genoemde inzichten verwerft.

 

 

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het verwerven van genoemde inzichten?

Neem gerust contact met me op. Graag maak ik tijd voor je vrij om je vragen te beantwoorden.