Onvrije en vrije tijd
Hoe verkopen van je tijd in ruil voor salaris je onvrij kan maken
“Zou hij ook wel eens vrij zijn?”
Ik betrapte me erop dat ik schrok van mezelf. We zien de herder met zijn kudde hier met enige regelmaat. Zo ook afgelopen zondag.
Het verbaasde me dat die vraag in me opkwam.
Terwijl ik enige tijd geleden nog heel verwonderd reageerde toen door een pensionado aan mij gevraagd werd of ik nog tijd heb voor vrije tijd. “Hoezo?”, dacht ik toen. Tijd is mijn tijd. Het is aan mij om mijn tijd in te delen en mijn tijd te gebruiken zoals ik dat wil. Hoezo dus ‘vrije tijd’?
Het voorval deed me denken aan wat David Graeber in zijn boek ‘Bullshit Jobs’ schrijft over je tijd verkopen aan werkgevers in ruil voor geld. In dat geval je salaris of je loon. Dat je dan ook geacht wordt om in die tijd te werken voor je baas. Ook al ervaar je dat werk niet altijd als zinvol.
Het onderscheid tussen werktijd en vrije tijd impliceert dat je werktijd min of meer ervaart als onvrije tijd. Want waarom zou je anders dat onderscheid maken?
Meer daarover lees je in mijn artikel.
Het idee dat iemand jouw tijd kan kopen
Of anders gezegd, dat je jouw tijd kunt verkopen. Toch is dat strikt genomen wat je doet, als je een contract afsluit met je werkgever. Voor het afgesproken aantal uren, stel je jouw tijd beschikbaar om te werken voor je baas.
En die tijd word je geacht zo goed mogelijk te besteden aan de taken die jou zijn opgedragen. Of die jouw verantwoordelijkheid zijn.
‘Je werkt in mijn tijd; ik betaal je niet om te lummelen’. Een verontwaardigde uitspraak van iemand die denkt dat er misbruik van hem wordt gemaakt. Een uitspraak ook, die demonstreert dat de tijd van de werknemer niet meer zijn eigen tijd is, maar ervaren wordt als eigendom van degene die deze heeft ‘gekocht’. Dus de werkgever.
Misschien is dat wat sterk uitgedrukt, maar inherent daaraan is ook het denken in stelen van je werkgever als je ‘lummelt’ op je werk. Jouw werkgever heeft immers betaald voor jouw tijd.
Deels realiseren we ons dat wel. We hebben het niet voor niets over ‘in de baas zijn tijd’. En ook al gaan we daar nu veelal soepeler mee om, menigeen is zich wel goed bewust van de overeenkomst die hij is aangegaan. En als iemand er voor de omgeving ‘de kantjes ervan afloopt’, dan wordt daar door menigeen toch vreemd naar gekeken.
Het idee dat jouw tijd van iemand anders kan zijn, is vrij opmerkelijk
In de meeste maatschappijen die ooit hebben bestaan, zou men zich dat niet in het hoofd halen.
Graeber geeft in zijn boek een mooi voorbeeld:
“Als een Griek of Romein een pottenbakker zag, zou hij zich kunnen voorstellen dat hij de pottenbakker zou kopen. Want slavernij was een bekend gegeven in de klassieke wereld. Maar hij zou versteld hebben gestaan van het idee dat hij de tijd van de pottenbakker zou kopen.”
Want hoe zou je ooit tijd kunnen kopen?
Werken als een slaaf, gedwongen zijn om je vrije wil in te leveren en, al was het maar tijdelijk, slechts het instrument te zijn van iemand anders, werd gezien als het vernederendste wat je als mens kon meemaken.
De meeste voorbeelden van loonarbeid die we in de klassieke wereld tegenkomen, zijn dan ook mensen die al slaaf waren.
Graeber vraagt zich dan ook af hoe we terechtgekomen zijn in de huidige situatie. De situatie waarin het volkomen vanzelfsprekend is dat vrije burgers van democratische landen zichzelf op deze manier verhuren of dat een baas verontwaardigd is als werknemers niet elk moment van ‘zijn’ tijd aan het werk zijn.
Kennelijk ervaren we die situatie als gewoon en staan we er niet bij stil wat er feitelijk gebeurt. We vinden het zelfs vreemd om de situatie te labelen zoals boven omschreven.
Het opmerkelijke van ‘tijd besteden’
Heb je je ook wel eens gerealiseerd dat we in ietwat vreemde bewoordingen communiceren over tijd? Dat die bewoordingen ook iets zeggen over hoe we kijken naar en denken over tijd?
“Tijd is geld”, we zeggen het heel expliciet. In plaats van ‘tijd doorbrengen’ hebben we het over ‘tijd besteden’, ‘tijd verspillen’, ‘tijd besparen’ en ‘tijd verliezen’. Inderdaad, alsof tijd geld is.
Volgens Graeber worden zelfs niet-werkgevers gestimuleerd om zichzelf als een baas te beschouwen. En verontwaardigd te zijn als mensen met wie ze te maken hebben hun werk rustig aan doen en zelfs lijken te lummelen.
Eerlijk gezegd, herken ik dat wel. Je kunt dan het gevoel hebben ‘schiet eens op, ik sta hier mijn tijd te verdoen’.
Een onzinbaan of een betekenisvolle baan
Heb je een betekenisvolle baan, dan ga je jouw werkuren niet turven. Dan heb je denk ik ook niet het gevoel dat je daar zit voor je baas. Dat je jouw tijd hebt verkocht aan je baas.
Dan heb je niet de neiging om steeds op de klok te kijken hoeveel tijd je nog vol moet maken. Integendeel, je loopt eerder het risico dat je de tijd vergeet.
Dat is anders, als je zoals Marlies, je werk als een onzinbaan ervaart. Als je je bezig moet houden met klussen waarvan je de zin niet ervaart. Of als je op het werk je tijd moet doden door het lezen van een romannetje of te surfen op internet.
Wat de herder betreft
Gevraagd heb ik het hem niet, maar ik schat in dat hij vreemd opkijkt als ik hem vraag of hij behoefte heeft aan vrije tijd.
Ik heb begrepen dat het zijn eigen kudde is waarmee hij elke dag op stap is en ik neem aan dat hij er anno 2019 zelf voor kiest om zijn kudde te hoeden.
Als je hem zo ziet met zijn kudde, dan krijg je de indruk dat hij vrijheid ervaart in tijd en vrijheid om te lopen waar hij wil.
Daarmee doet hij nadenken over en relativeert hij het begrip vrije tijd.
In een volgend artikel lees je meer over besteding van jouw tijd in relatie tot zingeving.
Ervaar jij het als pijnlijk dat je jouw tijd niet in vrijheid in kunt vullen?
Dan is het tijd om je af te vragen waarmee je bezig bent in je werk en werk te maken van ander werk.
Kun je daarbij ondersteuning gebruiken?
Lees mijn aanbod betreffende het programma ‘Bouw je ideale loopbaan’.
Of maak een afspraak voor een oriënterend gesprek via deze link.
© foto: Martin Langbroek
Wat een mooi beschouwend artikel over vrijheid Marlène. Heb het weer met veel plezier gelezen. De schaapherder is wellicht nog zo een met de natuur dat wat hij doet voor hem als vanzelfsprekend voelt: zorgen voor zijn familie, zichzelf en zijn kudde. Geen grote bevlogen missie, maar vermoedelijk voor hem heel vervullend. Een mooie metafoor. Ik vraag mij altijd af, waar zit toch het verschil met de stedelijke westerling, die vaak zo op zoek gaat naar grote doelen in zijn werk of bedrijf om diezelfde vervulling te ervaren? Is dat voor hem misschien een zoeken naar een surrogaat-vrijheid?
Ik wens je een mooie en inspirerende tijd in Portugal en kijk uit naar je boek.
Dank je Stan voor jouw reactie en jouw compliment. Ik denk inderdaad dat er een groot verschil is tussen de stedelijke westerling en de mensen die hier geboren en getogen zijn. En dat de stedelijke westerling soms hunkert naar een bestaan als herder. Dat komt terug in mijn volgend artikel.