Tag Archief van: durf

Hoe streven naar perfectie leidt tot ‘ik ben nooit goed genoeg’

 

De leidende vraag in mijn leven is: ‘Ben ik überhaupt goed genoeg?’, zegt violiste Liza Ferschtman in het zomeravondgesprek in NRC. En ‘ben ik echt de beste rechtsback van het land?’ vroeg Leonne Stentler, ex voetbal international zich af.

Ben ik goed genoeg? Het is een vraag die veel mensen zich stellen op verschillende momenten in hun leven. En op verschillende levensterreinen. Om er een paar te noemen: studie, werk, sport, persoonlijk, relationeel, maatschappelijk.

De vraag Ben ik goed genoeg?, heeft te maken met al dan niet hebben van succes. Succes stamt van het Latijnse werkwoord succedere, dat slagen betekent. Slagen kun je op diverse levensterreinen. En iedereen maakt daar zijn eigen beelden bij en heeft zijn eigen meetlat om succes aan af te meten.

 

Ben ik goed genoeg?

 

Tegen de stroom in zwemmen of opgroeien in een omgeving waarin je talent gekoesterd en gevoed wordt

 

Huidig voetbal-analist Leonne Stentler haalde Ajax en Oranje, maar heeft flink tegen de stroom in moeten zwemmen om te bereiken wat ze voor ogen had. Voor een deel is ze daarin geslaagd.

Net als veel andere meiden in haar jeugd, moest ze meevoetballen met de jongens. Met het ouder worden schoof ze steeds meer naar achteren op het veld. En naar ze zelf zegt: ‘Van een technisch begaafde aanvaller ontwikkelde ik me tot dienstbare verdediger. Terwijl het belangrijk is meiden in een positie te brengen waarin ze de besten zijn, de leiders.’

Uiteindelijk brak ze door als international. Maar het gevoel ‘je bent niet goed genoeg’ zat diep in haar. Ook gevoed door nabesprekingen van wedstrijden. De teneur van een nabespreking in de kleedkamer vat ze samen als: ‘Het was goed, maar er is nog meer dan genoeg te verbeteren.’

Het is geen wonder dat je dan voortdurend een stemmetje in je hoofd hebt dat zegt: ‘Je bent niet goed genoeg.’

 

De violiste Liza Ferschtman groeide op tussen mensen die haar muzikale talent koesterden en voedden.

Naar haar zeggen is zij grootgebracht met het geloof dat een talent ten volle tot bloei dient te komen. Maar wanneer heb je je talent helemaal benut?

Liza ziet zichzelf als een harde werker, geen natuurtalent. In haar achterhoofd zit altijd de basale onzekerheid dat techniek niet haar sterkste kant zal zijn.

Ze streeft naar perfectie. Een verkeerde noot spelen is voor haar zetzelfde als een fout maken. Kennelijk kreeg ze vaak te horen dat ze een hartstochtelijk meisje was, dat nog niet alle ballen even goed in de lucht kon houden. ‘Dus dan wordt controle vanzelf belangrijk’, zegt ze.

Maar passie is voor haar nog belangrijker dan perfectie: ‘Perfectie die geen emotie uitdrukt, is nog duizendmaal erger dan een verkeerde noot spelen.’

 

Misschien herken je je in uitlatingen van Leonne of Liza, ook al ben je geen voetballer of violist.

 

 

Facetten van het woord ‘succes’

 

Volgens Peter Henk Steenhuis zijn we veroordeeld tot succes. Aldus de titel van zijn laatste boek. Met als ondertitel: op zoek naar een geslaagd leven.

Veroordeeld zegt naar mijn idee al genoeg. Alsof je een straf krijgt opgelegd.

Steenhuis raakte gefascineerd door het woord succes. We gebruiken het zo makkelijk. We gebruiken het zelfs in situaties waarin je amper een bijdrage kunt leveren aan succes. Bijvoorbeeld als je weggaat van huis voor een bezoek aan de tandarts en als boodschap bij het weggaan te horen krijgt ‘succes!’.

Eigenlijk is dat vreemd.

Ja, je kunt een bijdrage leveren aan het slagen van de behandeling door je eraan over te geven en te ontspannen, maar verder kun je beter de tandarts succes wensen.

 

Naast de positieve kanten van succes is er steeds meer oog voor en zien we de negatieve kanten, de valkuilen van het streven naar succes.

 

 

‘Ben ik goed genoeg?’, als valkuil van het streven naar succes

 

Succesvolle, mooie mensen zijn de standaard geworden. Het nieuwe mensbeeld is dat van perfectie. Met als gevolg een dwangmatig streven ernaar. En je bent nooit perfect en dus vanuit het denken van perfectie, nooit goed genoeg.

Bovendien is volgens Steenhuis door onze hang naar succes eind twintigste eeuw een nieuwe identiteit ontstaan. Kern daarvan is dat je jezelf moet maken, jij moet het maken.

Met als gevolg daarvan dat we zijn gaan denken dat de mens zich altijd zelf kán maken, als hij maar zijn best doet. En dat is niet altijd het geval. Daarvoor zijn er te veel factoren, anders dan in de persoon zelf, die daarbij een rol spelen.

Dat doet me denken aan de verzuchting van een van mijn coachklanten. ‘Ik moet mijn bestaan nog helemaal opbouwen en dat op mijn leeftijd.’ Ze vergelijkt zichzelf met een jonger gezinslid. Die heeft een goede baan, heeft een eigen huis, is al een aantal jaren getrouwd, heeft een lief kindje. En zij is nog zoekende en in haar ogen niet geslaagd op alle fronten.

Ik kan me goed voorstellen dat je je dan afvraagt ‘Ben ik goed genoeg?’ Of misschien eerder: ‘Ben ik niet goed genoeg?’

Want ben je minder succesvol, dan ben je geneigd om het gebrek aan succes te wijten aan jezelf. Terwijl de succesvollen hun succes zien als een terechte beloning voor hun eigen kwaliteiten, hun eigen inspanningen en hun eigen prestaties.

De mensen die hoog van de toren blazen daargelaten. Die matigen zich iets aan, maar kunnen het vaak niet waarmaken. Veel geschreeuw, maar weinig wol.

 

 

Tot slot

 

In het zomeravondgesprek van Liza Ferschtman en Leonne Stentler blijft voor beiden de vraag ‘Ben ik goed genoeg?’.

Liza zegt: ‘De leidende vraag in mijn leven is: ben ik überhaupt goed genoeg? Het idee dat je niet weet of je ooit weer op hoog niveau kunt spelen beangstigt me.

Het blijft laveren, zegt Liza terecht. Wanneer is je gedrevenheid nuttig en wanneer ondermijnend.’

Leonne tobt nog steeds met de vraag of het dapper of laf was om te stoppen met voetbal. Maar ze vindt het wel goed van zichzelf dat zijzelf de keuze heeft gemaakt om te stoppen en dat ze niet heeft afgewacht tot anderen dat voor haar zouden doen.

En zelf die keuze maken is krachtig.

Liza geeft te kennen blij te zijn met het gesprek. ‘Als het mij één ding geleerd heeft, dan is het dat ik ruimte moet scheppen om te kunnen zien waar ik op mijn berg sta en hoe mooi het ter plekke is.’

Als Peter Henk Steenhuis dat zou lezen, dan zou hem dat deugd doen. Want zijn boek Veroordeeld tot succes is een pleidooi voor het niet langer eenzijdig interpreteren van succes als beter, hoger, meer. En dat het goed is om gesprekken te leren voeren over wat we willen, waarin we willen slagen.

 

 

 

 

Worstel jij met de vraag ‘Ben ik goed genoeg?

Heb je onvoldoende zicht op wat jij op de arbeidsmarkt te bieden hebt?

Neem gerust contact met me op. Via telefoon (06-54762865/ 0575-544588) of via e-mail ([email protected]).

 

En wil je samen met anderen gesprekken (leren) voeren over wat je wilt en waarin je wilt slagen?

Meld je aan voor de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’. Na twee jaar corona is er eindelijk weer een training gepland. Ik heb er zin in!

 

 

 

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Kern van het imposter syndrome, of op z’n Nederlands het bedriegerssyndroom, is een negatief en kritisch zelfbeeld, dat een negatieve invloed heeft op het gedrag en de gevoelens van de mensen die het ervaren.

Misschien herken je het bedriegerssyndroom bij jezelf en heb je er last van.

Ik heb er al eerder over geschreven. Met name over hoe beschermingsmechanismen je steeds onzekerder maken en hoe je je impostergevoelens kunt overwinnen.

Lang werd het imposter syndrome afgeschilderd als een persoonlijkheidskenmerk. Als je er veel last van had, dan werd je zelfs gezien als een patiënt. Terwijl men steeds meer tot de bevinding komt dat de sociale context een cruciale rol speelt bij de ontwikkeling van bedriegersgevoelens.

En dat het zaak is om die context aan te pakken, in plaats van bedriegersgevoelens te bestrijden door te focussen op het individu dat er last van heeft.

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Ont-medicalisering van het bedriegerssyndroom

 

Syndroom is in deze context een ietwat beladen term.

Over het algemeen wordt de term syndroom gebruikt voor een aantal symptomen die kenmerkend zijn voor een bepaald beeld. Vaak een ziektebeeld.

Beter passend is de term fenomeen. In de context van bedriegersgevoelens hebben we het dan over het bedriegersfenomeen.

In die term is in eerste instantie in 1978 ook door Clance en Imes over het fenomeen geschreven.

Later heeft die term plaatsgemaakt voor bedriegerssyndroom.

Die term suggereert dat er sprake is van psychologisch disfunctioneren van het individu. En als je aan die ziekte lijdt, dan ben je een patiënt en heb je behandeling nodig. Bijvoorbeeld in de vorm van psychotherapie.

Terwijl men nu steeds meer inziet, dat het probleem niet zozeer verankerd ligt in het individu, maar in de sociale context.

En dat het zaak is om stil te staan bij en te onderzoeken hoe context en sociale structuur die bedrieglijke gevoelens creëren. In plaats van onzekerheden van individuen te framen als een probleem dat voortkomt uit de individuen die er last van hebben.

En voor de aanpak van het probleem ook daarop te focussen.

Dus, het bedriegerssyndroom te ont-medicaliseren. Het niet meer te hebben over het bedriegerssyndroom, maar over het bedriegersfenomeen.

Het is geen ziekte, maar een verschijnsel dat zich voordoet. Omdat onze sociale contexten en sociale interacties ertoe leiden dat individuen hun capaciteiten en hun waarde in twijfel trekken.

Want de sociale context heeft grote invloed op hoe je over jezelf denkt en hoe je je voelt.

 

 

Hoe context en sociale structuren bedriegersgevoelens creëren

 

Je sociale context is van invloed op hoe je je voelt.

Zo kan bijvoorbeeld je plaats in de sociale hiërarchie een belangrijke rol spelen bij het al dan niet ontwikkelen van bedriegersgevoelens.

Denk bijvoorbeeld aan etnische minderheden, maar ook aan vrouwen in leidinggevende posities. Beiden hebben nog steeds te kampen met negatieve stereotyperingen.

Een ‘goede’ leider bijvoorbeeld heeft overwegend mannelijke eigenschappen. Terwijl vrouwen stereotyp eerder afgeschilderd worden als ‘sociaal gericht’ en ‘warm’. En dat zijn niet direct eigenschappen die traditioneel verwacht worden van een ‘goede’ leider.

Als reactie op die gender- en leiderschapstypering kun je je als vrouw al onzeker en misplaatst voelen als je zo’n leiderschapspositie hebt bereikt. Omdat de stereotyperingen laten zien, zowel direct als indirect, dat vrouwen niet of minder geschikt zouden zijn voor zo’n positie.

Wat dat betreft is het waardevol dat succesvolle vrouwen als voormailig First Lady Michelle Obama en Sheryl Sandberg, Chief Operating Officer bij Meta, kenbaar maken zich soms een bedrieger te voelen. En daardoor fungeren als rolmodellen, met name voor vrouwen.

 

Ook op de arbeidsmarkt zie je de sociale hiërarchie terug. In de zorg bijvoorbeeld zijn vrouwen nog steeds ondervertegenwoordigd bij de specialisten, maar oververtegenwoordigd in de verpleging. En ondervertegenwoordigd in de informatietechnologie, maar oververtegenwoordigd in human resources. Wat dat betreft kun je nog steeds spreken van mannen- en vrouwenberoepen.

De sociale hiërarchie komt overigens ook terug in de salariëring. Vrouwen krijgen met regelmaat minder betaald dan mannen in een vergelijkbare functie. Alsof ze minder geschikt zijn dan mannen voor betreffend werk?

Het verschil in salaris kan er in elk geval wel toe leiden dat vrouwen aan het denken worden gezet en dat ze hun positie in twijfel trekken. Waardoor ze gevoeliger zijn voor het bedriegersfenomeen.

 

 

Hoe sociale, interpersoonlijke interacties bedriegersgevoelens creëren

 

Onze dagelijkse interacties zijn doorspekt met signalen, die overbrengen hoe mensen zichzelf zien en vooral hoe belangrijk of hoezeer ze van waarde zijn.

Iedereen lijkt overtuigd van zichzelf, behalve jij.

Veel mensen beweren dat ze ergens goed in zijn, terwijl ze dat vaak niet zijn. En schatten zichzelf hoger of beter in, dan dat ze zijn.

Die sociale evaluatieve signalen hebben hun invloed op hoe je zelf je eigenwaarde beoordeelt. En beinvloeden zo je zelfrespect en je gevoel met betrekking tot jouw plaats binnen je groep of context. Of je die plaats waardig bent en écht verdient of niet.

Zo wordt de een bijvoorbeeld vaker om advies gevraagd of betrokken bij werkgerelateerde discussies dan een ander. Waardoor die laatste het gevoel kan krijgen dat die minder waard is. Wat zijn effect heeft op hoe je kijkt naar jezelf.

Overigens kan het tegenovergestelde je ook overkomen. Dat je wordt benaderd en behandeld op manieren die suggereren dat je je plaats binnen je groep of context waardig bent. Terwijl je zelf daar heel erg je twijfels over hebt. En bang bent om door de mand te vallen.

 

 

Tot slot

 

Ik zie het als winst dat het bedriegersfenomeen niet langer gezien wordt als een dysfunctioneel syndroom, verankerd in een individu.

Maar in plaats daarvan als een psychologische reactie op een dysfunctionele context.

En herken je symptomen van het fenomeen in jezelf?

Daar is niks mis mee. Ik denk dat vrijwel iedereen, ikzelf incluis, momenten heeft dat hij zich afvraagt ‘Ben ik wel zo goed als ik denk dat ik ben?’

Het is dan ook geen wonder dat ik mijn exemplaar van het boek ‘F*ck die onzekerheid’, geschreven door Vreneli Stadelmaier, zo vaak uitleen aan klanten.

 

 

En vind je het moeilijk om om te gaan met belemmeringen en beperkende overtuigingen?

Kun je wel wat tips gebruiken voor meer zelfvertrouwen waardoor je je kansen op de arbeidsmarkt vergroot?

Lees hoofdstuk 12 uit mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?

 

 

 

 

 

Waarom je jouw loopbaankeuze niet moet laten bepalen door meningen, opvattingen in je omgeving

 

‘Heel mijn leven en mijn denken draait om schilderijen. Het is mijn adem’ ; dat zegt Jeanne Bieruma Oosting, schilderes.

Op dit moment lees ik haar biografie ‘Geen tijd verliezen’, geschreven door Jolande Withuis.

Jeanne Bieruma Oosting heeft een lange strijd moeten leveren. Niet alleen om zich te ontworstelen aan het aristocratische milieu waarin ze opgroeide. Ook als kunstenares had ze te maken met seksevooroordelen.

Volgens de conservatieve opvattingen van haar familie hadden meisjes maar één doel in het leven: trouwen en kinderen krijgen. Werken was taboe.

Anno 2022 is het als vrouw nog steeds een hele prestatie om helemaal te gaan voor je carrière. Ook al is er historisch gezien al een hele strijd aan vooraf gegaan.

Maar ook voor mannen is het soms een strijd om los te komen van verwachtingspatronen. Om bijvoorbeeld te kiezen voor een rol als huisman of parttime werk.

Neem zelf de regie met betrekking tot de plaats die werk inneemt in jouw leven. Bepaal en neem de ruimte die jij nodig hebt om je te ontwikkelen in werk.

 

Bepaal en neem de ruimte die jij nodig hebt om je te ontwikkelen in werk

 

Ontsnappen aan een leven onder het juk van een man

 

Om te ontsnappen aan een leven onder het juk van een man koos een van mijn tantes voor het leven als Medische Missiezuster. Lange tijd leidde ze vroedvrouwen op in Malawi.

Ze vertelde me haar openhartige verhaal over haar drijfveer om zich aan te sluiten bij de Medische Missiezusters pas toen ze weer lang en breed terug was in Nederland.

Net als Jeanne Bieruma Oosting was zij een krachtige vrouw. Samen met haar medezusters. Ik hoor het mijn oma nog zeggen: ‘Stelletje feministen zijn jullie.

 

Jeanne Bieruma Oosting was ook een feminist, ook al vraag ik me af of men in haar tijd (1898-1994) in die termen over krachtige vrouwen sprak.

In elk geval noemde men een studerende vrouw een ‘geleerde vrouw’. En de keuze voor het uitoefenen van een vak kwam neer op een keuze tégen het huwelijk.

Dat werd de biografieschrijfster, een gepromoveerd sociologe, heel duidelijk toen Jeanne Bieruma Oosting verbaasd te kennen gaf ‘Als u wetenschapper bent, zult u toch geen man hebben? U kunt toch geen twee heren dienen?’

 

 

Aan de vrouwenemancipatie is een lange strijd voorafgegaan

 

Wist je dat vrouwen anno 1898 geen gelijke rechten hadden en gehuwde vrouwen helemaal rechteloos waren?

Dat ze voor het eerst mochten stemmen in 1922, maar niet konden beschikken over eigen geld of beslissingen konden nemen over de opvoeding van de kinderen? Dat je als gehuwde vrouw min of meer onder curatele stond van je echtgenoot? En dat je als gehuwde vrouw pas in 1957 ‘handelingsbekwaam’ werd en tot ongeveer 1970 bij zwangerschap of huwelijk kon worden ontslagen?

Toch waren er gedreven vrouwen die zelf hun kost verdienden en hun talenten ontwikkelden. Vooral overigens alleenstaande vrouwen.

 

 

Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen is nog steeds een item op de arbeidsmarkt

 

Zoals in een van mijn vorige artikelen naar voren komt, zijn het nu vooral de vrouwen die parttime werken. Ook al hebben steeds meer mannen tegenwoordig ook een parttimebaan.

Vrouwen die helemaal gaan voor hun passie of hun carrière zijn in de minderheid.

Bovendien is parttime werken sectorgevoelig. En met name in sectoren die feminiseren, in het onderwijs en in de zorg, werken mannen eerder in deeltijd.

Wat dat betreft is het ook opmerkelijk dat hoe meer vrouwen in een beroepsgroep gaan werken die voorheen gedomineerd werd door mannen, hoe meer de status van dat beroep afneemt. Bijvoorbeeld in de rechtspraak en in de geneeskunde, waar steeds meer vrouwen werken als huisarts en mannen eerder kiezen voor een specialisatie, bijvoorbeeld chirurgie.

Er is dus nog lang geen gelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt.

 

 

Bepaal de ruimte die jij nodig hebt om je te ontwikkelen in werk en neem die ruimte

 

Stem je keuze niet af op externe beperkingen en schik je niet in beperkingen die je als knellend ervaart.

Houd voor ogen wat je doel is, waar jij warm voor loopt.

Als je dat opgeeft omwille van verwachtingspatronen, gewoontes of beperkingen die voortkomen uit de cultuur, dan zal dat je niet gelukkig maken.

Laat je niet bepalen door meningen, opvattingen in je omgeving.

De uitspraak van Jeanne Bieruma Oosting ‘Als u wetenschapper bent, zult u toch geen man hebben? U kunt toch geen twee heren dienen?’ is een mooi voorbeeld van zo’n opvatting. Alsof je als gehuwde vrouw er bent om jouw echtgenoot, jouw ‘heer’ te dienen.

Vind oplossingen voor reële beperkingen.

Wat staat je te doen, wat heb je te regelen om te gaan voor waar jij warm voor loopt?

De dilemmabenadering die ik beschreef in een eerder artikel, kan je daarbij helpen.

 

 

 

Heb je nog geen helder beeld van wat je nu echt wilt?

Van de richting waarin je je wilt ontwikkelen in werk?

En wat werk voor jou betekent?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?

 

En vind je het moeilijk om in je eentje tot een antwoord te komen op jouw vraag?

Neem gerust contact met me op. Via e-mail ([email protected]) of telefoon (06-54762865/ 0575-544588).

 

 

 

 

Wat je ervan weerhoudt om ergens vol voor te gaan

 

Ja-maar’, je hoort het vaak. In mijn vorige artikel gaf ik dat al aan. Misschien heb je je na het lezen van mijn artikel gerealiseerd, dat jij het ook met regelmaat zegt.

En dat terwijl ja-maar over het algemeen verlammend werkt. Althans, zeker als je op verkenning bent naar nieuwe mogelijkheden met betrekking tot werk.

Is het dan niet vreemd dat ja-maar zo gemakkelijk over je lippen komt?

Als je naar het effect van ja-maar kijkt is dat inderdaad zo. Als je begrijpt waar het vandaan komt, is het anders.

Kennelijk komt ja-maar vooral voort uit angst en de menselijke behoefte om zaken onder controle te houden.

Maar waar zijn wij over het algemeen dan zo bang voor?

 

Ja-maar, wat houdt je tegen©  foto: Martin Langbroek

 

Angst voor verandering, een belangrijke bron van ‘ja-maar’

 

Verandering brengt vaak onzekerheid met zich mee en is daardoor voor veel mensen een bron van angst.

Misschien herken je dat. We zeggen niet voor niets ‘Je weet wat je hebt, maar je weet niet wat je krijgt’. Je weet namelijk nooit met zekerheid hoe de toekomst eruit zal zien.

Ik zie dat geregeld bij mensen met betrekking tot hun werk. Ook al zijn ze niet happy met het werk dat ze doen, toch blijven ze vaak het liefst op hun vertrouwde plek. Temeer omdat bij een grote verandering de consequenties moeilijk zijn te overzien.

Zo herinner ik me een deelnemer aan een van de driedaagse trainingen. Als tekenaar werkte hij voor een grote standbouwer. Hij had zijn werkgever te kennen gegeven dat hij een nieuwe uitdaging aan wilde gaan als werkvoorbereider. Men gaf hem de kans en men wilde wel eens zien hoe hem dat verging.

Helaas voor hem, werd er na twee jaar een flinke streep door gezet. Hij werd weer tekenaar.

Dat bevredigde hem niet. Hij wilde een stap zetten in zijn carrière, hetzij bij zijn eigen werkgever, dan wel daarbuiten. Vandaar zijn deelname aan de training.

Tijdens de training werd heel duidelijk dat hij in zijn huidige werk absoluut onvoldoende tot zijn recht kwam. Toch was hij geneigd om zijn onvrede te relativeren. ‘Ja-maar het is een mooi bedrijf waarvoor ik werk. Het is een bedrijf dat over de hele wereld uitdagende projecten neerzet’.

Door zijn ja-maar’s is hij blijven zitten waar hij zat. Hij heeft ook geen werk gemaakt van ander werk. Inmiddels is hij ruim een jaar verder.

Ook al geeft zijn omgeving aan, dat het allesbehalve goed met hem gaat, kennelijk is voor hem de ‘pijn’ nog niet groot genoeg om daadwerkelijk stappen te zetten. En de onzekerheid tegemoet te gaan.

Bij outplacement is dat anders. Je hebt geen keuze, maar wordt gedwongen tot verandering.

Dat roept dan ook vaak angst op bij mensen. Dat is begrijpelijk. Je wordt gedwongen om het vertrouwde achter je te laten en werk te maken van iets nieuws.

Toch is outplacement, achteraf bekeken, voor mensen vaak een mooie kans om nieuwe wegen in te slaan. Uit zichzelf zouden ze het niet hebben gedaan.

 

 

Angst om buitengesloten te worden is ook een bron van ‘ja-maar’

 

Wij mensen zijn sociale wezens. Over het algemeen zijn we dan ook bang om buitengesloten te worden.

 

‘Ja-maar, ik heb gewoon geluk gehad’. Of ‘ja-maar, zo moeilijk was het niet’.

Je wilt vooral niet opvallen en zeker niet pronken met je succes. Terwijl je misschien wel heel hard hebt gewerkt om je doel te bereiken.

Dat blijkt vooral van toepassing te zijn voor vrouwen. Mannen stralen kennelijk eerder trots uit dan vrouwen.

Ik ben nou eenmaal heel goed.’ Typisch het antwoord van een man als hem gevraagd wordt waarom hij toch zoveel succes heeft. Een vrouw zegt meestal wat anders: ‘Dat ze geholpen is, dat ze geluk heeft gehad of dat ze hard heeft gewerkt’. Dat is althans de ervaring van Sheryl Sandberg, Chief Operation Officer bij Meta. Zij schreef het boek Vrouwen, werk en de weg naar succes.

Ik zie die valse bescheidenheid ook met regelmaat bij mijn coachklanten. Dat is jammer, want de bescheidenheid is dan niet terecht. Door trots te zijn op wat je neerzet plaats je jezelf niet apart.

 

‘Ja’ zeggen, maar ‘nee’ doen.

Jij kent ze vast ook, de ‘ja-maar zeggers’, bijvoorbeeld in vergaderingen. Eigenlijk gaan ze voor ‘nee’, maar ze zeggen ‘ja-maar’.

Vaak valt hun ja-maar niet direct op. Zij weten dit slim te verhullen door kritische vragen te stellen, te discussiëren en draagvlak te zoeken. Zodat ze niet buitengesloten worden.

 

 

Angst om iets niet goed te doen, eveneens een bron van ‘ja-maar’

 

Wist je dat we vooral bang kunnen zijn om een verkeerde beslissing te nemen?

En dat we de angst voor het onbekende proberen te reduceren door zoveel mogelijk onder controle te houden? Dat helpt niet om loopbaanbeslissingen te nemen en een stap vooruit te zetten.

Zo kan het gebeuren dat je geneigd bent om maar te blijven onderzoeken wat jouw mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt, uit vrees dat je mogelijkheden over het hoofd ziet en dus geen goede keuze maakt.

 

 

‘Ja-maar’ gedrag en ouder worden

 

Wist je dat voor de meesten van ons geldt, dat hoe ouder je wordt, hoe meer ja-maar gedrag je zult vertonen?

Hoe meer we geleerd hebben, hoe voorzichtiger we kennelijk te werk gaan.

Ik zie dat ook om me heen. Zo hechten vooral ouderen aan een vast contract. En leren ze jongeren dat een vast contract belangrijk is. Alhoewel je met een contract voor onbepaalde tijd nog geen permanente zekerheid hebt.

Werken op projectbasis of met een tijdelijk contract is voor jongeren over het algemeen veel vertrouwder dan voor de oude rotten. Wellicht voelen zij zich minder afhankelijk van een werkgever.  Bovendien hebben zij hun loopbaanvaardigheden over het algemeen beter ontwikkeld.

 

 

Hoe kun je nu zorgen dat je minder tijd kwijt raakt aan angst, paniek en gezeur, zoals Berthold Gunster dat noemt?

Daarover meer in mijn volgend artikel.

 

Ja- maar, weet je niet goed wat jij op de arbeidsmarkt te bieden hebt of welk werk bij jou past?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor een afspraak voor een oriënterend gesprek

 

 

 

 

Hoe ‘ja-maar’ je flink in de weg kan zitten

 

  • “Ja-maar, ik ga niet veranderen van baan. Ik weet wat ik heb en ik moet maar afwachten wat ik krijg”;
  • “Ja-maar, er zijn toch nauwelijks banen voor mij”;
  • “Ja-maar, op iemand van mijn leeftijd zit niemand te wachten”.

 

Ja-maar, hoe vaak hoor je het niet zeggen? Misschien betrap je jezelf er ook wel op, dat je het gemakkelijk zegt.

Vaak ben je je niet bewust van wat je ermee zegt. En zeker niet van wat ja-maar met jou, maar ook met jouw toehoorder doet.

Ja-maar bepaalt jouw manier van kijken en denken. En de invloed ervan is lang niet altijd positief.

Want met ja-maar ontkracht je jezelf en verklein je je kansen op succes.

 

Hoe ja-maar je ontkracht en je kans op succes verkleint©  foto: Martin Langbroek

 

Ja-maar beïnvloedt je waarnemen

 

Wist je dat je met een ja-maar houding selectief waarneemt en vooral ziet wat er niet is?

Als voorbeeld geef ik je een alledaagse situatie die je misschien herkent.

Je bent op zoek naar een parkeerplaats en je hebt het al gauw gezien: “Ja, maar er is geen plek meer om te parkeren. De parkeerplaats is al helemaal vol”.

Voordat je echt goed gekeken hebt, ben je eigenlijk alweer weg en je hebt die mooie lege plekken verderop niet gezien.

Had je met een ja-en blik gekeken, dan had je vast nog een plekje weten te vinden: “Ja-en, het is druk. Dat zie ik ook. Maar er is vast nog ergens plek. En is er nu niets vrij, grote kans dat er zo iemand weggaat”.

En waarschijnlijk vind je inderdaad een plek.

 

Op de arbeidsmarkt is het niet anders.

Als je kijkt met een ja-maar houding zie je lang niet alles wat er is. En daardoor mis je kansen.

 

 

Ja-maar en de metafoor van de ijsberg

 

Ken je de metafoor van de ijsberg, van de theorie van Bateson of McClelland?

Over die theorie zo dadelijk meer, maar de metafoor van de ijsberg kun je ook toepassen op de arbeidsmarkt.

Wist je dat 90% van een ijsberg onder water zit? En dat het met de banen op de arbeidsmarkt eigenlijk niet anders is?

Dat het percentage baanopeningen dat geen vacature wordt en dus onder water zit, geschat wordt op zeker 70%?

De zichtbare banen zijn als het topje van een ijsberg. Onder het topje dat je ziet, is nog een hele wereld aan werk te ontdekken.

Als je kijkt met een ja-maar houding, dan is de kans groot dat je die 70% niet ziet. Heb je daarentegen een ja-en houding, dan zul je je uitgedaagd voelen om juist die 70% boven water te krijgen.

Die 70% kun je boven water krijgen door goed je onderzoek te doen. En dat kun je leren met de Meer Waarde Benadering.

 

 

Ja-maar beïnvloedt je denken en je handelen

 

Ik noemde zojuist Bateson en McClelland.

Als je van hen hebt gehoord, dan weet je dat wat je ziet aan gedrag van mensen, het topje van de ijsberg is.

Wat je gedrag bepaalt zit voor het grootste deel onder water. Je kunt daarbij denken aan je overtuigingen, waarden, normen, motieven, drijfveren en jouw authentieke zelf.

In Ja-maar komt een stukje naar boven van wat er onder water zit. En wat heel bepalend is voor jouw gedrag.

 

Wist je dat iemand met een ja-maar houding veel meer beren ziet op zijn weg? En dat die houding ook eerder leidt tot afwachten en niet-handelen? Zelfs tot scepsis en cynisme?

Ik maak het geregeld mee in eerste contacten met potentiële klanten. Ik lees het ook geregeld in discussies in sommige groepen op LinkedIn. Met name groepen voor werkzoekenden.

Ik kan me goed voorstellen dat je, zeker na negatieve ervaringen, je situatie of je toekomst minder rooskleurig ziet. En eerder geneigd bent om te vervallen in een houding van ja-maar.

Maar, als ja-maar je denken gaat overheersen, dan zal dat je succes enorm belemmeren. En een mislukking ligt dan al gauw op de loer.

 

Ken je het mechanisme van de selffulfilling prophecy, de zichzelf waarmakende voorspelling?

Als jij denkt dat iets jou niet gaat lukken, dan heb je grote kans dat het inderdaad het geval is. Want waarom zou je er helemaal voor gaan, als je verwacht dat het toch niets wordt?

Helaas ben je je niet altijd bewust van dat proces. Het is dan goed dat een ander je daarop wijst.

 

 

De kracht van ja-en

 

Ja-maar  heeft een tegenpool. Dat is ja-en.

Kijk je vanuit de positie van ja-en, dan ben je gericht op kansen en mogelijkheden.

Wellicht ken je daar voorbeelden van. Of misschien ben je zelf iemand, die overal mogelijkheden en kansen ziet. En die grijpt en doelen realiseert.

Ook dat heeft deels te maken met selffulfilling prophecy. Als jij denkt dat iets voor jou mogelijk is, dan zul je er vol voor gaan. En daardoor vergroot je aanmerkelijk de kans dat je je doel daadwerkelijk realiseert.

Zo zet ja-en aan tot handelen en leidt eerder tot succes.

 

 

Ja-maar en ja-en zijn samen een waardevol span

 

Door mijn verhaal wordt ja-maar wat negatief afgeschilderd. Maar ze heeft duidelijk ook positieve kanten.

Bij het nemen van een beslissing kan ja-maar heel waardevol zijn. Ze zet je aan tot nadenken, evalueren en beoordelen. En kan je zo helpen om te komen tot een weloverwogen besluit.

 

Een ja-en houding is mooi als je mogelijkheden wilt verkennen. Maar kan ook negatief werken.  

Het is goed om kritisch te blijven als de omstandigheden erom vragen. Bijvoorbeeld als je een weloverwogen beslissing moet nemen.

Als je ja-en’nen uitmondt in met alle winden meewaaien, zit je ook niet op het goede spoor.

 

Het is mooi als je over beide posities kunt beschikken. En afhankelijk van de situatie kunt bepalen welke positie op een bepaald moment het meest passend is.

Samen zijn ja-maar en ja-en een waardevol span.

 

 

Heb je veel last van ja-maar? In een volgend artikel geef ik je tips hoe te komen van ja-maar naar ja-en.

Wil je je alvast inlezen? Lees Ja-maar, wat als alles lukt?

 

 

 

 

Heb je het gevoel dat ja-maar zich min of meer van jou meester heeft gemaakt? Bijvoorbeeld omdat het je nog niet gelukt is om te realiseren wat je voor ogen hebt?

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

 

15 Tips om op events te bouwen aan je netwerk en je netwerk te laten groeien

 

Ben je op zoek naar andere werk? Je kent vast ‘Jobon‘, voorheen ‘De Broekriem’ of netwerken als ‘Talentplus’ en het ‘In Between Café‘.

Maar wist je dat je ook events kunt inzetten om aan je netwerk te bouwen of je netwerk te laten groeien?

Bij die events of noem het evenementen, kun je bijvoorbeeld denken aan conferenties, congressen, symposia, workshops. Maar bijvoorbeeld ook aan beurzen, product- en dienstpresentaties.

Maak er gebruik van en laat jouw netwerk groeien.

Ik geef je 15 tips hoe je dat efficiënt en effectief kunt doen.

 

Hoe je op events effectief en efficiënt je netwerk laat groeien

 

Tips om voor jou waardevolle ‘events’ op het spoor te komen

 

En hoe je daarin een selectie maakt.

 

1. Bepaal wat jouw doel is en hoe dat matcht met het doel van het event.

Is jouw doel vooral om veel mensen te leren kennen en jezelf te verkopen? Jezelf als product of dienst in de markt te zetten?

Dan is dat iets anders dan wanneer je vooral gericht bent op het delen van interesses of kennis en het ontmoeten van gelijkgestemden.

Zo hebben events ook hun doel. Dat doel bepaalt in grote mate welke mensen er komen en wat voor soort gesprekken er gevoerd worden.

 

2. Gebruik Google om events op het spoor te komen.

Zoek gelegenheden waar mensen die mogelijk interessant voor je zijn, naartoe gaan.

Vergeet daarbij branche- en beroepsorganisaties niet. Dat zijn er legio.

 

3. Deel met anderen waar je naar op zoek bent.

Zo vertelde ik laatst een van mijn coachklanten hoe een andere coachklant door het doen van onderzoek nieuwe opties op het spoor was gekomen. In dit geval ging het om het werken als wijkverpleegkundige.

Spontaan stuurde mijn coachklant me na ons gesprek een e-mail over een congres Wijkverpleging 2020, de praktijk. Die informatie heb ik doorgespeeld en mijn andere coachklant heeft zich ingeschreven.

Mijn voorbeeld laat zien hoe belangrijk het is om te delen met anderen waarnaar je op zoek bent. Anderen gaan dan met jou meekijken en meeluisteren en tippen jou als iets interessants voor jou op hun pad komt.

 

 

Tips met betrekking tot de voorbereiding op deelname aan ‘events’

 

4. Als dat mogelijk is, bekijk van tevoren de deelnemerslijst.

Bepaal wie interessant voor je kan zijn. En zoek die personen ook op, op het event.

Doe je achtergrondonderzoek, bijvoorbeeld via LinkedIn. Dan zie je gelijk of je op de een of andere manier met hen geconnect bent.

En of je misschien een netwerkcontact hebt dat jou kan introduceren. Zeker als jouw netwerkcontact ook als deelnemer aan het event op de lijst staat.

Eventueel kun je zelfs aan een organisator vragen om introductie. Als de groep deelnemers tenminste niet te groot is en de organisator de persoon kent die jij graag wilt spreken.

 

5. Bereid aan de hand van vragen voor wat je aan de weet wilt komen.

Vertel daarbij gerust dat je bezig bent met het doen van onderzoek naar behoeften op de arbeidsmarkt waar jij met wat jij te bieden hebt een bijdrage aan wilt leveren.

Dat het onderzoek doen voortkomt uit een contract dat beëindigd is, vertel je mogelijk pas later. Breng je dat te vroeg te berde, dan loop je het risico dat je gesprekspartner beleefd het gesprek beëindigt.

 

6. Bereid je pitch goed voor.

Een pitch is een bondige presentatie waarmee je iemand warm probeert te maken voor wat jij aanbiedt.

Bijvoorbeeld als pitch voor een tekstschrijver:

Ik schrijf webteksten voor MKB’ers, zodat zij hun doelgroep beter aanspreken en daardoor meer aanvragen krijgen.

Of mijn eigen pitch als loopbaancoach/ outplacementconsultant:

Ik leer hoger opgeleiden hoe ze hun werk kunnen maken van wat ze het allerliefste doen, zodat ze voldoening en plezier ervaren in hun werk, in balans met wat naast werk belangrijk voor hen is.

 

7. Bepaal hoe je het tactisch het best aanpakt, als je meerdere personen wilt spreken op het event.

Zodat je de kans vergroot dat je de mensen die je wilt spreken ook gesproken hebt. Zeker als je afhankelijk bent van de pauzes tijdens het event.

 

8. Sta ook open voor toevallige ontmoetingen.

Wie weet welke voor jou interessante personen op jouw pad komen.

 

9. Zorg voor visitekaartjes of anderszins iets waarmee je jouw gegevens bij iemand achter kunt laten.

Of zorg dat je een klein opschrijfboekje bij je hebt, zodat je een naam kunt noteren, die je na het event op kunt zoeken op LinkedIn en kunt connecten met de persoon die je gesproken hebt.

 

 

Tips hoe het gesprek aan te gaan op het ‘event’ zelf

 

10. Het gesprek aangaan met voor jou onbekenden vraagt lef.

Zeker als je niemand hebt die jou kan introduceren en als mensen al met elkaar in gesprek zijn.

Vaak kun je non-verbaal aan de positie van een groepje mensen zien of er een opening is om aan te sluiten bij het gesprek of niet. Zo ja, voeg je erbij en vraag permissie om erbij te komen staan.

 

11. Straal belangstelling uit voor de ander en begin een gesprek niet met je eigen verhaal.

Begin eventueel met smalltalk, maar blijf daar niet in hangen.

Stel oprecht geïnteresseerde vragen. Alleen als je écht geïnteresseerde vragen stelt zijn mensen bereid om tijd aan je te besteden. En vraag door op wat je gesprekspartner vertelt, zodat je aan de weet komt wat je weten wilt.

Veel gesprekspartners zullen dan de vraag stellen “Van waar jouw interesse?” of “Wat doe jij?” Dan moet je jouw pitch gereed hebben.

Heb je een goede pitch, dan gaat een geïnteresseerde gesprekspartner jou ook vragen stellen.

 

12. Stel na jouw pitch weer vragen aan de ander.

Sluit niet af met jouw pitch. Als je het gesprek weer neerlegt bij de ander, dan is het ook gemakkelijk om te vragen of hij een visitekaartje voor je heeft en of je hem nog eens mag bellen of mailen.

Vraag dan gelijk of hij ook jouw visitekaartje wil hebben.

 

13. Kies een moment waarop je aan kunt haken, als je gesprekspartner niets vraagt aan jou.

Er dus eigenlijk geen gesprek op gang komt.

Bijvoorbeeld: “Oh, dat is interessant” of “Oh, dat is leuk” en vertel dan hoe dit aansluit bij jouw passie.

 

 

Tips voor de follow-up van gesprekken die je op ‘events’ hebt gevoerd

 

14. Houd bij met wie je gesproken hebt.

Verwerk dat bijvoorbeeld in een Excel sheet.

Registreer met wie je gesproken hebt, waar dat was en de inhoud van je gesprek. Noteer ook eventuele vervolgacties die je met betrekking tot je contact uit wilt zetten.

 

15. Zorg voor follow-up van je contacten.

Houd je contacten warm.

Laat van je horen na het event. Koppel naar je contact terug wat het gesprek voor jou heeft betekend en wat het je heeft opgeleverd.

Vraag uitdrukkelijk of je jouw contactpersoon nog eens mag benaderen als je nog vragen hebt of meer informatie wilt.

 

 

Tot slot

 

Succes bij de baanverwerving wordt voor een deel bepaald door de mate waarin je angst weet te overwinnen.

Die angst overwin je door te doen. Stap uit je comfortzone, durf op mensen af te stappen en durf eventueel je neus te stoten.

 

 

 

Heb je een helder beeld van het werk dat je wilt doen?

Lukt het je nog niet om dat werk te realiseren?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust. Samen bespreken we dan wat jij nodig hebt om jouw ideale baan te realiseren.

 

 

 

 

Lukt het je niet om je keuze tot een succes te maken, breng dan verandering aan.

 

“In het eerste jaar van de PABO voelde ik dat ik daar niet op mijn plek zat. Een alternatief zag ik niet. Ik heb de PABO dus afgemaakt.

Ik wilde niet voor de klas. Toch nam ik een baan aan op een basisschool. En nu, 26 jaar later werk ik er nog. Althans werken?

Al een paar keer was ik overspannen. Soms op het randje van burn-out.

Een val van de trap riep me een halt toe. Het is nu echt tijd om werk te maken van ander werk.”

 

Al 30 jaar ging zij door in een richting die eigenlijk haar richting niet is, niet bij machte om bij te sturen.

 

Heb je eenmaal een keuze gemaakt, dan is het niet altijd gemakkelijk om bij te sturen. Maar als het je niet lukt om je keuze tot een succes te maken, breng dan verandering aan.

 

Hoe verder als je eenmaal een keuze hebt gemaakt

 

Eenmaal een keuze gemaakt, gooi dan je eigen plaatje overboord

 

Je hebt een keuze gemaakt.

Wellicht had je je een beeld gevormd van hoe de nieuwe situatie er voor jou uit zou kunnen zien. Dat beeld heeft je waarschijnlijk ook doen kiezen.

 

Maar wist je, dat het goed is om je eigen plaatje los te laten, als je de keuze eenmaal hebt gemaakt?

En dat het goed is om je mee te laten nemen in de stroom?

Want als je vasthoudt aan je eigen plaatje, dan loop je het risico dat jouw verwachtingen niet sporen met de werkelijkheid. Met alle gevolgen van dien.

Niet alleen raak je teleurgesteld omdat jouw plaatje niet klopt. Je loopt ook het risico dat je blind wordt door jouw focus. En dat je daardoor mogelijkheden en kansen niet ziet.

En die onverwachte kansen zijn mogelijk waardevoller dan wat jij had bedacht.

 

 

Eenmaal een keuze gemaakt, aanvaard dan de volledige verantwoordelijkheid

 

Dat is moeilijk!

Je bent namelijk geneigd om anderen ‘de schuld te geven’, als jouw plaatje niet klopt met de werkelijkheid.

Bijvoorbeeld omdat ze in jouw ogen een en ander mooier hebben afgeschilderd dan het is. Of jou onvoldoende informatie hebben gegeven.

Het is dan niet gemakkelijk om aan jezelf toe te geven dat je misschien beter je onderzoek had moeten doen. Of beter had moeten doorvragen in het kennismakings- of sollicitatiegesprek.

Realiseer je dat jij het uiteindelijk altijd zelf bent, die de keuze heeft gemaakt.

 

En mocht je keuze tegenvallen, vraag je af wat je ervan kunt leren. Zodat je voor een volgende keer je kansen vergroot.

Bovendien, als je elke keuze als een kans kunt zien, dan is het veel gemakkelijker om daar de verantwoordelijkheid voor te aanvaarden.

 

 

Eenmaal een keuze gemaakt, bescherm dan een foute keuze niet, maar stuur bij

 

Heb je een keuze gemaakt en kan je er helemaal achter staan? Doe er dan alles aan om er een succes van te maken.

Lukt dat niet? Breng dan verandering aan.

Houd niet krampachtig vast aan een gemaakte keuze als je voelt dat je op het verkeerde pad zit. Zie het als een leerzame ervaring die je helpt om erachter te komen wat wel en niet bij je past.

Stel je koers bij en neem een ander pad.

Als je je ziel en zaligheid legt in iets en dan tot de conclusie komt dat het niets voor je is, dan moet je iets anders gaan doen.

 

Het is overigens niet gemakkelijk om een andere weg in te slaan. In de eerste plaats voor jezelf.

Vaak krijg je ook kritiek van de mensen om je heen, als je besluit om je koers drastisch te wijzigen.

Niet alleen ik, maar ook jij kent vast mensen die in een onbevredigende situatie blijven zitten.

Of omdat ze er zoveel in geïnvesteerd hebben, dat ze het zonde vinden om ermee op te houden. Of omdat ze bang zijn om het bekende los te laten. En misschien ook wel geen zicht hebben op een alternatief.

 

Maar waarom tijd en energie stoppen in iets waarmee je helemaal niet happy bent?

 

 

Signalen dat het tijd is om bij te sturen

 

Er zijn veel signalen dat het tijd is om bij te sturen.

In een eerder artikel besprak ik zes signalen dat het tijd is om werk te maken van ander werk, ook al heb je een vaste baan.

 

In dit artikel geef ik je, voor jouw gevoel misschien wat vagere signalen, signalen van binnenuit.

 

Het duidelijkst zijn gevoelens van verwarring en teleurstelling.

Vreemd genoeg ervaren we die emoties als negatief. Maar eigenlijk zijn ze heel positief.  Ze vertellen je dat je de verkeerde kant op gaat. Dat je niet goed op koers zit en dat het zaak is om bij te sturen.

 

Lichamelijke pijn kan ook een signaal zijn. Heb je je ooit gerealiseerd dat bijvoorbeeld pijn in je rug een signaal kan zijn, dat je je krampachtig probeert overeind te houden?  In een werksituatie die eigenlijk niet bij je past?

Ik heb al heel wat mensen letterlijk op zien bloeien na koerswijziging.

 

Ook geestelijke pijn kan een signaal zijn. En een teken dat er bijgestuurd moet worden. Ofwel met betrekking tot jouw manier van denken over jouw wereld. Ofwel wat jij doet in die wereld. Of misschien wel beide.

 

 

Als je de koers die je voor jezelf hebt uitgestippeld blijft beschermen, ook al past die niet (meer) bij jou, dan zul je nooit je bestemming bereiken.

Als je op je hoede bent voor signalen dat je moet bijsturen en daarop adequaat  reageert, zul je altijd op de juiste plaats uit komen. Of in elk geval, daar vlakbij.

 

 

Wil jij uitzoeken hoe je (weer) de goede koers te pakken krijgt?

Kun je daarbij wel wat hulp gebruiken?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

Wil je meer lezen over adviezen en technieken om angst en besluiteloosheid om te buigen in kracht en actie?

Lees Niet durven, toch doen! van Susan Jeffers.

 

 

 

 

Tips hoe je kunt voorkomen dat je weten je op een dwaalspoor brengt.

 

Blindvaren; zonder twijfel vertrouwen op iemand of iets.

Je doet het heel gemakkelijk. Bijvoorbeeld als het gaat om informatie of advies van iemand die je hoog acht. Iemand waarvan je verwacht dat die van wanten weet.

Blindvaren op informatie of advies van anderen is niet zonder risico.

Maar wist je dat het ook risicovol is om te blindvaren op wat je zelf weet? Dat je eigen weten misleidend kan zijn?

Dat je jezelf bijvoorbeeld gemakkelijk laat leiden door informatie, die onvolledig of niet juist is? En dat je op grond van die gebrekkige informatie je eigen interpretaties maakt?

Je denkt dan, het te weten. Maar in werkelijkheid laat je je gedrag bepalen door veronderstellingen en waarheden zoals jij die ziet. Terwijl het geen algemeen gedeelde waarheden zijn. Laat staan, dat ze objectief zijn.

Je aannames kunnen je flink op een dwaalspoor brengen. Ook al denk je zelf dat je goed bezig bent. Dat geldt ook met betrekking tot je loopbaan.

Ik geef je een aantal tips die je helpen voorkomen, dat je weten je op een dwaalspoor brengt.

 

Waarom je niet moet blindvaren op wat je denkt te weten

 

Blindvaren op grond van wat je denkt te weten, beperkt je mogelijkheden

 

Onlangs las ik daarvan een historisch voorbeeld.

Lang geleden dachten mensen te weten dat de aarde plat was. Voor hen was dat de waarheid. Ze lieten hun gedrag daardoor bepalen.

Ze waren dan ook bang dat als ze te ver reisden, dat ze dan over de rand van de aarde zouden vallen. Het merendeel van de mensen deed dat dan ook niet.

 

Totdat men ontdekte dat de aarde rond was. Een ogenschijnlijk detail, maar het had grote impact op het wereldbeeld en er ging een wereld aan mogelijkheden open.

 

Zo kan het ook gaan met betrekking tot je loopbaan.

Misschien heb je het helemaal niet naar je zin in je huidige werk. Maar denk je te weten dat je geen alternatieven hebt. Dat je moet blijven zitten waar je zit en dat je je maar moet schikken in je lot.

Stel je voor dat je de stap naar buiten zou wagen? Misschien val je dan figuurlijk wel over de rand.

 

Hoe anders zou je wereld van werk eruitzien, als je zou weten dat die niet zo plat is, als je denkt?

Als je zou weten dat er mogelijkheden zijn, die je nu nog niet ziet? En dat je heus niet zo gemakkelijk over de rand valt als je misschien zelf vreest?

 

We laten ons gedrag bepalen door wat we weten.

Sterker nog, door wat we denken te weten. Zeker als individu.

Het is goed om je te realiseren, dat je je eigen interpretatie maakt op grond van wat je waarneemt. Je maakt je eigen veronderstellingen. Soms op grond van onvolledige of verkeerde informatie.

Dat betekent dat je weten vaak geen objectief weten is, maar persoonlijk gekleurd.

Wees dan ook voorzichtig met wat je denkt te weten, want het is niet zonder risico om te blindvaren op wat je weet.

 

 

Een aantal tips die je helpen voorkomen, dat je weten je op een dwaalspoor brengt

 

Durf jezelf te bevragen op je veronderstellingen en ter discussie te stellen wat je geneigd bent voor waar aan te nemen. Stel je open voor nieuwe mogelijkheden. Ga gesprekken aan en verruim je horizon.

 

Ik geef je een aantal concrete tips met betrekking tot je loopbaan:

 

1. Durf jezelf te bevragen op je veronderstellingen

Doe dat aan de hand van de volgende vier vragen:

  • Is het waar?
  • Weet ik absoluut zeker dat het waar is?
  • Hoe reageer ik, wat gebeurt er als ik geloof dat het waar is?
  • Wie zou ik zijn en wat zou ik doen als ik die veronderstelling niet had?
     

2. Doe je onderzoek naar een vacature

Controleer in een gesprek, voorafgaand aan daadwerkelijk solliciteren, of jouw interpretatie klopt.

Bereid een aantal relevante vragen voor om helder te krijgen of het beeld dat jij van de vacature hebt, overeenkomt met het beeld dat de organisatie ervan heeft.

 

3. Vraag feedback op gesprekken

Zeker in een selectietraject. Of als je anderszins in gesprek bent met potentiële werkgevers.

Verifieer of jouw indruk van het gesprek overeenkomt met die van je gesprekspartner(s). En bij een afwijzing, of de reden van afwijzing overeenkomt met wat jij had ingeschat.

 

4. Doe zelf je onderzoek naar waar mensen zoals jij nodig zijn

Als je weinig vacatures ziet betreffende het werk dat jij wilt doen, dan wil dat nog niet zeggen, dat er geen behoefte is aan mensen zoals jij.

Trek daarbij niet te snel conclusies. Ga bijvoorbeeld niet af op de mening van één persoon. Want daarmee doe je jezelf tekort. Je denkt het dan te weten, maar de mening van één persoon is absoluut nog onvoldoende bewijs.

 

5. Stel je niet afwachtend op, maar neem zelf de verantwoordelijkheid voor je loopbaan.

Kun je daarvoor nog wat tips gebruiken? Die vind je hier.

Als je aan het werk gaat met die tips zul je al ervaren dat er meer kansen voor je zijn, dan je aanvankelijk had gedacht.

 

6. Durf af te wijken van de traditionele manier van baanverwerving

Focus niet langer op traditioneel solliciteren. Focus niet op het zoeken en vinden van vacatures en het schrijven van sollicitatiebrieven.

Stel je niet afhankelijk op van selecteurs, werving- en selectiebureaus of recruiters, maar neem zelf de regie.

 

7. Laat je niet uit het veld slaan als het een keer tegen zit

Krijg je nul op je rekest of bereik je anderszins niet het gewenste resultaat, zoek de oorzaak daarvan niet altijd bij jezelf.

En zie nul op je rekest ook niet direct als een bevestiging van een van jouw veronderstellingen.

De oorzaak kan ook bij de ander liggen. Of het is domweg een kwestie van pech of geluk.

 

 

Kortom

 

Laat je niet op een dwaalspoor brengen door wat je denkt te weten.

Wat dat betreft heb ik ooit een veelzeggende uitspraak gehoord.

Vrij vertaald vanuit het Engels:

Niet het gebrek aan kennis berokkent de mens schade, maar denken dat iets een feit is, terwijl het dat niet is”.

 

 

Heb jij nog aanvullende tips die je helpen voorkomen, dat je weten je op een dwaalspoor brengt?

Ik lees het graag.

 

 

 

 

Hoe alles gewoon noemen je weerhoudt van actie

 

“Ik ga het nu gewoon doen”, zegt ze.

Kennelijk heeft zij het thuis al zo vaak gezegd, dat haar partner het niet meer wil horen.

 

Gewoon’; je gebruikt het woord zo gemakkelijk. Met regelmaat hoor ik het ook van coachklanten. Vooral in de fase van werk maken van het werk dat ze willen doen.

Voor veel mensen is het spannend om de stap naar buiten daadwerkelijk te zetten. Dat is heel begrijpelijk. Misschien is het wel voor de meeste mensen zo.

Maar in plaats van dat ze tegen zichzelf zeggen dat ze het spannend vinden, zeggen ze bijvoorbeeld “het is nu gewoon een kwestie van doorpakken”. Of “gewoon een kwestie van doen”.

Maar wist je dat het dan niet zo gewoon is?

Dat het woord ‘gewoon’ vaak het tegenovergestelde betekent van wat het betekent? Zonder dat je je daar zelf bewust van bent?

‘Gewoon’ wordt namelijk vaak gebruikt om iets wat men niet gewoon vindt, gewoon te laten lijken (Paulien Cornelisse, Taal is zeg maar echt mijn ding, p. 119/120).

En het op die manier gebruiken van ‘gewoon’ beïnvloedt in negatieve zin je gedrag.

 

Waarom je op moet passen met het woord 'gewoon'

 

Gewoon’ doen werkt als een bezweringsformule

 

Door hard te roepen dat je het gewoon gaat doen, loop je het risico jezelf te overschreeuwen.

In plaats van je onzekerheden onder ogen te zien.

In je bewustzijn weet je waarschijnlijk heel goed dat het voor jou niet gewoon is. Dat het eerder heel ongemakkelijk voor je is. En dus ongewoon.

 

Roepen dat je het gewoon gaat doen werkt misschien als een demper van je onzekerheden en je angsten.

Een soort stootkussen waardoor je niet voelt hoe spannend je het vindt.

Maar de manier waarop je het zegt, zegt waarschijnlijk al genoeg. Ook voor een aandachtige luisteraar. En zeker voor een goed opgeleide en ervaren coach.

 

 

Doe jezelf geen geweld aan door te zeggen, dat je het gewoon gaat doen.

 

Durf onder ogen te zien dat je iets best spannend vindt en deel dat met anderen.

Kom er voor uit.

Daar is niets mis mee. Integendeel, dan kun je de angst of je belemmering onder ogen zien en er actie op ondernemen. Acties die je helpen om daadwerkelijk stappen te zetten.

Zoals een van mijn coachklanten mij mailde:

“Ik ben aan het proberen om afspraken te maken. Dat gaat nog niet zo makkelijk, merk ik. Of ik krijg ze niet te pakken of ze bellen niet terug.

Ik merk ook bij mezelf dat het wel een hobbel is om te nemen.

Tot nu toe achter het bureau met deze dingen bezig zijn was heel leuk, maar nu komt het heel dichtbij en komen allerlei onzekerheden langs……

Voor jou vast herkenbaar bij andere kandidaten….hoop ik…..”

 

Dat is zeker herkenbaar. Dat heb ik ook met haar gedeeld en haar op basis van mijn ervaring een paar tips gegeven.

Twee dagen later kreeg ik al een reactie op mijn antwoord:

“Voor volgende week heb ik twee afspraken staan”.

 

Het helpt je niet om onzekerheden te bezweren met uitspraken dat je het gewoon gaat doen.

Voor jou is het misschien niet gewoon. Zoals het voor velen niet gewoon is.

Voor jou voelt het wellicht ongemakkelijk en dat mag zo zijn.

Want druk je de onzekerheid weg, dan blijft die toch rondspoken in je hoofd. En misschien wel als een duveltje op je schouder zitten.

 

 

Door het gewoon te vinden dat je het doet, loop je het risico dat je het niet gaat doen.

 

In je bewustzijn weet je dat je het niet gewoon gaat doen. Nee, je weet dat je steun en houvast nodig hebt om het daadwerkelijk te kunnen.

Het duveltje op je schouder of het stemmetje in je hoofd, zal je dat dan ook laten horen.

Zie je over het hoofd wat je nodig hebt om daadwerkelijk iets te kunnen doen, dan gebeurt er waarschijnlijk niets.

Ook dat zie ik bij mijn coachklanten. Bijvoorbeeld na de 3-daagse training of na een individueel loopbaantraject.

Sommigen hebben genoeg aan de training of het loopbaantraject. Zij zetten écht gewoon stappen om het werk te realiseren dat ze voor ogen hebben. En soms zelfs binnen een paar weken tijd.

Is het niet gewoon voor jezelf, wees dan slim en voorzie in wat je nodig hebt om daadwerkelijk in actie te komen.

 

 

Een vijftal tips om werk maken van werk écht gewoon te gaan vinden

 

Dan denk ik aan een proactieve benadering van de arbeidsmarkt. En niet aan traditioneel solliciteren.

Bij traditioneel solliciteren kun je je verstoppen achter je computer. En achter de door jou geschreven brief.

Bij de proactieve benadering moet je je als persoon laten zien. Je moet zelf actie ondernemen en zelf de drempel over. En dat is lang niet voor iedereen gewoon.

Ik geef je een vijftal tips om drempels te slechten:

 

1. Maak voor jezelf een plan en zet je acties uit in de tijd.

Zoals in een van mijn vorige artikelen aangegeven, bepaal het moment van je eigen startschot, je finish en je doorlooptijd.

 

2. Deel je plan en je doelen met een maatje.

Dat kan een coach zijn, maar bijvoorbeeld je partner, vriend of vriendin kunnen ook die rol vervullen.

 

3. Realiseer je dat elke ontwikkeling begint met een eerste stap.

Die eerste stap kan best spannend zijn, maar elke volgende stap wordt het lopen al gewoner.

 

4. Bereid je voor door zaken te visualiseren.

Bijvoorbeeld het maken van een afspraak voor een gesprek.

Schrijf uit hoe je je gaat introduceren, wat jouw compacte boodschap is en jouw vraag.

 

5. Evalueer je acties en leer ervan.

Hoe vond je dat het ging? Welke complimenten geef je jezelf? Welke tips met betrekking tot wat je een volgende keer anders doet?

 

 

Door daadwerkelijk stappen te zetten en daarvan te leren creëer je en vind je gaandeweg zekerheid in jezelf.

Gaande de rit zul je met steeds meer gemak mensen benaderen en gesprekken voeren. Niet alleen wordt het steeds gewoner voor jezelf. Je zult ook merken dat je er steeds meer van kunt genieten.

Je hoeft niet meer met jezelf bezig te zijn, maar je kunt al je aandacht richten op het gesprek.

 

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het realiseren van je plan?

Bel (0575-544588/ 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Weten wat jouw assets zijn is van cruciaal belang voor een succesvolle loopbaan

 

Onlangs las ik een artikel op de website van deondernemer.nl met de intrigerende kop ‘Hang een prijskaartje aan jezelf’.  

Zo’n titel roept bij mij als loopbaanprofessional een bepaald beeld op. Maar de inhoud van het artikel ging over iets heel anders dan ik veronderstelde.

Zo zie je maar weer, dat je waarneming wordt gekleurd door de bril waardoor je kijkt.

En ook al ging het artikel over iets heel anders dan ik dacht, er zijn duidelijk verbanden te leggen tussen de inhoud van het artikel en mijn vakgebied als loopbaanprofessional.

 

Want weten wat je te bieden hebt op de arbeidsmarkt, weten wat jouw assets zijn, is van cruciaal belang voor een succesvolle loopbaan.

Als jij een goed beeld hebt van jouw assets, dan kun je een inschatting maken van wat jij waard bent voor een werk- of opdrachtgever.

En dan denk ik beslist niet alleen aan het prijskaartje dat je aan jezelf kunt hangen.

 

weten wat je assets zijn

Assets, wat zijn dat?

 

Het begrip asset’ wordt in verschillende contexten gebruikt.

In de economische betekenis is een asset ‘iets van waarde’ en te omschrijven als:

Alles met een commerciële en- of vervangingswaarde, dat eigendom is van een bedrijf, stichting of individu. Een asset heeft een bepaalde waarde in het economisch verkeer.

 

Wist jij dat je zo ook een bedrag aan jezelf kunt koppelen?

Kennelijk kun je de economische waarde ook uitrekenen voor een individu. Je moet dan denken aan je vermogen, je eigendommen, je activa. Daarover ging het artikel op deondernemer.nl

Heb jij ooit gehoord van je netto financiële waarde? Heb jij misschien zelfs je eigen netto financiële waarde al eens berekend?

Ik niet. Ik wist zelfs niet wat dat is.

Maar zou je je netto financiële waarde willen berekenen? Op internet is daar volop informatie over te vinden.

 

 

Assets in de psychologische betekenis van het woord

 

Assets in de psychologische betekenis van het woord zijn voor mij als loopbaanprofessional interessanter.  

Bij assets in die betekenis moet je denken aan waardevolle eigenschappen, persoonlijke kwaliteiten, pluspunten van jou als persoon.

Je assets zeggen iets over wat jij te bieden hebt op de arbeidsmarkt. En wat jou van anderen onderscheidt.

Overigens hoef je je assets niet per definitie te gelde te maken in het werk dat je doet en je assets kunnen ook buiten je werk van betekenis zijn.

 

 

Assets met betrekking tot werk en inzetbaarheid in werk

 

Hoe zit het met jouw kennis als professional? Wat doe je met wat je weet? Hoe pas je je kennis toe? En wat zijn jouw persoonskenmerken en wat is jouw attitude?

Het antwoord op die vragen zegt alles over jouw assets. En jouw assets zeggen iets over wat jij waard bent op de arbeidsmarkt.

 

Met betrekking tot werk spreekt men ook wel van een drietal niveaus.

Als basis assets ziet men basisvaardigheden en essentiële persoonskenmerken zoals betrouwbaarheid en integriteit.

Als intermediate assets, het tussenniveau, ziet men specifieke beroepsvaardigheden, algemene vaardigheden zoals communiceren en het oplossen van problemen en persoonskenmerken zoals motivatie en initiatief.

High level assets omvatten skills die een aanmerkelijke bijdrage leveren aan het resultaat van een organisatie. Professionals met dat niveau blinken bijvoorbeeld uit in teammanagement, zelfmanagement of het signaleren en grijpen van kansen voor de organisatie.

Zoals ik ook wel hoor van mijn coachklanten; dat zijn de professionals die het predicaat krijgen van ‘topper’, ‘executive’ of ‘high potential’.

 

 

Je assets en mijn coachtrajecten

 

In een traject breng je aan de hand van je succesverhalen je assets in kaart.

Wil je een idee krijgen van hoe we werken met je succesverhalen, lees mijn artikel er nog eens op na.

 

Maar het weet hebben van je assets is niet genoeg. Als professional moet je je ook met je assets kunnen profileren en ze kunnen ‘vermarkten’, ook al klinkt dat in jouw oren misschien wat negatief.

Het is belangrijk dat je je ambities kenbaar maakt, dat je je laat horen. En dat je overtuigend presenteert hoe jij voor een organisatie van betekenis kunt zijn. Niet alleen offline in gesprekken, maar bijvoorbeeld ook online op LinkedIn.

 

En dat leer je in een coachtraject.

En zo voorkom je dat je, net als een van mijn klanten, voor een voor jou aantrekkelijke functie gepasseerd wordt en achteraf te horen krijgt “ik wist niet dat jij ambities had”.

 

 

Heb jij je assets niet goed in beeld?

Of vind je het moeilijk om je daarmee te profileren?

Neem contact met me op voor een oriënterend gesprek.

 

© foto: Martin Langbroek