Waarom je je eigen gevoel niet moet reflecteren op de ander
Stel je voor, je bent het niet eens met de gang van zaken op je werk. Je bent boos over het feit dat steeds meer op jouw bordje wordt gelegd.
Als je je leidinggevende daarover aanspreekt, krijg je weinig gehoor. Ook al zegt die: ‘Ik hoor wat je zegt.’ Mogelijk maakt die reactie je nog bozer. Want écht gehoord voel je je niet. Zeker niet als het bij die reactie blijft en dat het enige is wat je te horen krijgt. Terwijl je graag wilt dat er met jou wordt meegedacht om te komen tot oplossingen voor jouw situatie.
Een vergelijkbaar effect kun je ervaren als je gesprekspartner een zo genoemde ‘gevoelsreflectie’ geeft. Een gevoelsreflectie is een opmerking, waarmee je verwoordt welke gevoelens je bij de ander waarneemt.
Je eigen gevoel reflecteren op de ander is niet adequaat
Je doet het heel makkelijk, jouw eigen gevoel reflecteren op de ander.
Bijvoorbeeld ‘ik snap dat je teleurgesteld bent’. Of ‘ik snap dat je daar verdrietig over bent’. Of ‘ik snap dat dat moeilijk te accepteren is voor je’.
Met een gevoelsreflectie wil je een ander duidelijk maken dat je hem hebt gehoord en begrepen. En daarmee wil je het contact versterken. Maar mogelijk sla je met een gevoelsreflectie de plank helemaal mis.
Misschien denkt de ontvanger van jouw boodschap ‘Volgens mij snap je het helemaal niet.’ En is bijvoorbeeld ‘verdrietig’ of ‘teleurgesteld’ niet het juiste label voor hoe betreffende persoon zich voelt.
Je hebt dan ook kans dat je boodschap niet binnenkomt, als je een gevoelsreflectie geeft. Ook al denk je dat je begrip toont voor de ander. Het kan zelfs zijn dat je met je gevoelsreflectie eerder afstand creëert dan verbinding. Omdat de ander zich niet begrepen voelt. In plaats van het begrip dat jij over wilt brengen.
In plaats van een gevoelsreflectie geven, durf door te vragen
Laat de ander zijn verhaal doen. Toon al luisterend begrip voor de gevoelens en de mening van de ander. Dat kan bijvoorbeeld door simpelweg te knikken of te ‘hummen’. Maar je kunt ook actief supporten door woorden te gebruiken als ‘ja’ of ‘ja, dat klopt’. Daardoor voelt de ander zich veilig, ontstaat er verbinding en dat werkt weer positief voor het beeld dat de ander van je heeft.
Daarmee creëer je ook de mogelijkheid om vanuit een open houding vragen te stellen aan de ander om te achterhalen hoe die kijkt en denkt. Door open vragen te stellen geef je de ander de ruimte om zijn verhaal te vertellen. Vragen als bijvoorbeeld ‘hoe ervaar je dat?’, ‘wat maakt dat voor jou belangrijk?’, ‘wat zou je dat opleveren?’. Op basis van de informatie die je krijgt, kun je dan in eigen woorden een samenvatting geven van wat je gehoord hebt.
Zo’n samenvatting begint dan bijvoorbeeld met ‘Dus, als ik je goed begrijp…… …….; klopt dat?’ Daarbij is het belangrijk dat je de samenvatting geeft in jouw eigen woorden. Ga dus niet ‘papegaaien’; min of meer letterlijk herhalen wat de ander heeft gezegd. En vergeet niet om expliciet de vraag te stellen ‘klopt dat?’ Want met die vraag verifieer je of jouw indruk juist is. En nodig je de ander uit om je te corrigeren of een aanvulling te geven op wat jij zojuist hebt teruggekoppeld.
Kortom
Reflecteer je eigen gevoel niet op de ander. Stel vanuit een open houding vragen en neem de tijd om te luisteren naar wat een ander jou te vertellen heeft. Laat blijken dat je met je aandacht bij de ander bent door te knikken of te ‘hummen’. Of actief te supporten met een enkel woord, ‘ja’, of enkele woorden, ‘ja, dat klopt’.
Realiseer je dat je met louter een gevoelsreflectie het risico loopt dat je de plank misslaat en de ander zich niet gehoord en begrepen voelt. En dat je in plaats van verbinding, weerstand oproept. En de ander zich eerder van je verwijdert, dan dat je verbinding creëert.
Ben je niet gelukkig met de gang van zaken op je werk?
Zou je daarover eens willen sparren met mij als loopbaancoach?
Neem contact met me op. Een oriënterend gesprek is kosteloos.
Wellicht kan ik je in ons gesprek al tips geven hoe je werk meer naar je hand te zetten.