Tag Archief van: ideale baan

Met tips om te zorgen voor een gezonde spanning in je werk

 

In hoeverre heb jij in je werk het gevoel dat je voldoende aan je trekken komt?

Kun je je kwaliteiten inzetten? En voel je je genoeg uitgedaagd door de eisen die aan je worden gesteld?

Of heb je het gevoel dat je stil staat in je werk? Dat je werk absoluut onvoldoende spannend is? Zoals een van mijn coachklanten aangaf: ‘Dat je je werk kunt doen met twee vingers in je neus’?

 

Met verveling op je werk loop je een groot risico.

Niet alleen ben je over het algemeen minder gemotiveerd als er te weinig eisen worden gesteld aan en in je werk, je presteert meestal ook minder.

En chronische verveling kan ervoor zorgen dat je mentaal en fysiek uitgeblust raakt met een bore-out tot gevolg.

 

Enige spanning, positieve stress, is heel gezond

 

Sterker nog, over het algemeen heb je enige spanning nodig om je helemaal in te zetten voor je werk. En resultaten, doelen te behalen.

Het blijkt ook, dat je beter gaat presteren als er meer van je wordt gevraagd. Zeker als de gestelde eisen aansluiten bij je kwaliteiten en misschien nog belangrijker, jouw bigger why en je energie (weer) gaat stromen.

Het is de kunst om een zodanig spanningsniveau te creëren dat het je motiveert en een stimulans is voor groei en ontwikkeling.

Jijzelf speelt daarin een belangrijke rol.

 

 

Tips om te zorgen voor een gezonde spanning in je werk

 

Ervaar je op dit moment te weinig spanning in je werk? Laat je inspireren door mijn tips.

1. Stel je eens voor dat je niets verandert aan je werk, ook al voel je je onvoldoende uitgedaagd.

Hoe zit je er dan over tien jaar bij? In hoeverre is dat wat je wilt?

2. Stel je eens voor wat je kunt bereiken als je wel iets verandert aan je werk.

Hoe ziet je leven er dan uit? Wat betekent de verandering voor jou? Voor jouw partner, jouw kinderen?

3. Laat je inspireren en zorg voor nieuwe impulsen in je werk.

Zoek mensen op voor wie je bewondering hebt. Lees voor jou inspirerende boeken. Ga naar seminars of volg voor jou interessante workshops of trainingen.

Wat kunnen die nieuwe verworvenheden betekenen voor je werk?

4. Neem zelf het initiatief om je situatie qua werk te veranderen.

Wacht niet op een initiatief van je leidinggevende, maar neem zelf het stuur in handen.

5. Realiseer je, dat je je baan kunt veranderen zonder van baan te veranderen.

Breng de aspecten in kaart, die je als negatief ervaart in je werk. Vraag je af wat je daaraan kunt doen om je werk meer naar je hand te zetten.

Kijk of je kunt jobcraften, je baan zo kunt modelleren dat je je weer uitgedaagd voelt door je werk en aan je trekken komt.

6. Wil je echt een andere baan? Creëer hem.

Stel je niet afhankelijk op van de mogelijkheden die zich voordoen.

Doe je onderzoek naar de behoeften op de arbeidsmarkt. Waar zijn mensen zoals jij nodig?

 

Tot slot

 

Ben je helemaal niet happy met het werk dat je doet? Ben je toe aan een nieuwe uitdaging in je werk?

Weet je nog totaal niet hoe dat nieuwe werk voor jou eruit moet gaan zien? Of weet je niet hoe je kunt realiseren wat je voor ogen hebt?

Lees mijn boek Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

Of bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

Wat wil ik nu echt?

 

 

 

 

Een vijftal tips om je onderzoek te doen naar de cultuur van een organisatie

 

Wist je:

  • dat maar liefst 60% van de nieuwkomers in een organisatie de baan vindt tegenvallen?
  • dat bij 6 op de 10 personen minimaal één aspect tegenvalt bij de start van hun nieuwe baan?
  • dat 1 op de 3 mensen die teleurgesteld zijn, dat vertelt tegen niemand?
  • dat deze ontevredenheid zorgt voor demotivatie, mindere prestaties en mogelijk tot ongewenst voortijdig vertrek?

Dat blijkt uit een onderzoek van Intelligence Group en Workwonders.

Veel werknemers stellen andere eisen aan hun werk dan werkgevers denken. Zo blijkt een prettige, leuke werksfeer voor werknemers een belangrijk criterium voor arbeidstevredenheid.

Werkgevers schetsen vaak geen realistisch beeld van de werksfeer.

Het is dus zaak om daar zelf goed je onderzoek naar te doen. Om te achterhalen of de cultuur van een organisatie bij je past.

Handreikingen daarvoor lees je in mijn artikel.

 

Een organisatiecultuur leren kennen: gedraag je als een detective© foto Betchaboy

 

Organisatiecultuur is niet in één woord te vangen

 

Organisatiecultuur is de gemeenschappelijke verzameling van normen, waarden en gedragsuitingen die gedeeld worden door de leden van de organisatie”.

 

De organisatiecultuur presenteert zich in allerlei vormen. Die vormen variëren van uiterlijkheden tot diepgevoelde waarden.

 

Quinn en Rohrbaugh (‘Competing values framework’, 1983) onderscheiden vier dimensies waarop een organisatiecultuur scoort: mensgerichtheid, innovatie, beheersgerichtheid en resultaatgerichtheid.

In een mensgerichte organisatiecultuur staan medewerkers centraal. Terwijl in een beheersgerichte organisatie vooral regels en procedures belangrijk zijn. In een organisatie die gekenmerkt wordt door innovatieve organisatiecultuur worden veel nieuwe producten of diensten ontwikkeld. En in een resultaatgerichte organisatie staat het eindproduct centraal.

In elke organisatie zijn deze vier elementen in zekere mate aanwezig.

 

Het model zegt niks over wat goed of slecht is. Het gaat erom wat bij jou past. Want wil je naar volle tevredenheid bij een organisatie kunnen werken, dan moet de cultuur van een organisatie bij jou passen.

 

Of een organisatiecultuur bij je past, heeft alles te maken met wie jij bent als persoon.

 

En met wat jij nodig hebt om te floreren in je werk.

In een eerder artikel beschreef ik, dat het belangrijk is om voor jezelf in kaart te brengen in welke omgeving jij goed gedijt.

Ik noemde dat je persoonlijke biotoop. Want net als een plant, heb jij als persoon een bepaalde omgeving nodig, om te floreren en succesvol te zijn in je werk.

 

Tips om je onderzoek te doen naar de organisatiecultuur van een bedrijf

 

Kleine dingen kunnen bepalend zijn voor de organisatiecultuur. Kleine dingen bepalen de sfeer en zeggen iets over de basisprincipes, de waarden en normen die ten grondslag liggen aan de cultuur.

Hoe kun je basisprincipes, waarden en normen in een organisatie boven water krijgen? Ik geef je een aantal tips.

 

1.   Verzamel informatie over het bedrijf waar je zou willen werken

  • Bekijk de website en Social Media-uitingen van het bedrijf.
  • Oriënteer je via sociale media hoe er over de organisatie gesproken wordt.
  • Vraag een jaarverslag aan.
  • Bekijk eventuele advertenties van het bedrijf. Denk daarbij niet alleen aan personeelsadvertenties, maar bijvoorbeeld ook aan productadvertenties.
  • Let op de toon en de vorm (je of u, formeel taalgebruik of juist losjes, kleur en stijl van het beeldmateriaal, vormgeving).

 

2.   Ga gesprekken aan met mensen die er werken of die anderszins contacten hebben met het bedrijf

  • Kijk daarvoor in je netwerk, bijvoorbeeld op LinkedIn. En heb je zelf geen connecties binnen het bedrijf? Kijk dan wie jij kent, die iemand kent, die werkt bij het bedrijf waarin jij interesse hebt.
  • Ga het gesprek aan en nodig die persoon uit om te vertellen over het bedrijf. Stel niet alleen vragen over bedrijfsmatige zaken. Vraag ook naar bijvoorbeeld de mensen die er zoal werken, omgangsvormen, kledingcode, sfeer, hiërarchische verhoudingen, samenwerking tussen collega’s, ontmoetingen met collega’s buiten het werk.
  • Bekijk ook hoe die persoon zelf is. Zou jij graag met zulke mensen willen werken?

 

3.   Arrangeer een gesprek binnen het bedrijf en snuffel rond als een detective

  • Zorg dat je ruim op tijd bent voor je afspraak.
  • Hoe word je ontvangen?
  • Geef je ogen en oren goed de kost.
  • Snuffel als dat kan een beetje rond.
  • Hoe is de uitstraling van het bedrijf?
  • Hoe zitten de werknemers erbij?
  • Hoe lopen ze rond?
  • Communiceren ze met elkaar? Zo ja, hoe?
  • Hoe voelt de omgeving voor jou? In hoeverre is het een omgeving waarin jij graag zou willen werken?

 

En verder:

 

4.   Vraag of je een dag kunt meelopen in het bedrijf

  • Observeer met een open blik
  • Ga gesprekken aan
  • Ervaar de cultuur en voel of die bij je past.

 

5.   Vraag of je met je toekomstige collega’s kunt lunchen

  • Bereid vragen voor over wat je nog wilt weten
  • Wil je daarvoor nog inspiratie? Laat je leiden door de kenmerken van de organisatieculturen, zoals geschetst door Quinn en Rohrbaugh.

 

Als een detective speuren levert zijn vruchten af

 

Door goed je onderzoek te doen en als een detective te speuren, kun je je een goed beeld vormen van de cultuur van een organisatie.

En kun je een adequate inschatting maken of die bij jou past. Zo voorkom je dat je binnen korte tijd weer je bakens moet verzetten. Vooral omdat de organisatiecultuur niet de cultuur is waarin jij floreert.

 

Heb jij nog aanvullende tips om een goed beeld van de cultuur van een organisatie te krijgen?

En wil je die delen?

Ik lees graag je reactie.

 

 

 

 

Wat jouw vuurtje doet branden

 

Wat drijft jou?

Waarvoor kom jij in beweging?

Waar krijg jij energie van?

 

In een van mijn vorige artikelen nodigde ik je uit om op zoek te gaan naar wat jou drijft.

Zodat je in jezelf de energie vindt om jouw motor op gang te brengen en op volle toeren te laten draaien.

Dat je niet afhankelijk bent van beloning door je omgeving om jouw vuurtje op te stoken.

En anderen jou dus geen wortel hoeven voor te houden. Want de wortel, de voldoening vind je in jezelf.

 

In dit artikel geef ik je tips om je intrinsieke motivatie op het spoor te komen.

 

Handreikingen en tips om intrinsieke motivatie op het spoor te komen

 

Type I en type X; in welk type herken jij je nu?

 

In hoeverre heb jij het gevoel dat jouw gedrag vooral wordt gestuurd door extrinsieke verlangens?

  • Vind je voldoening in je werk wel belangrijk, maar komt een mooi salaris voor jou toch op de eerste plaats?
  • Vind je bijvoorbeeld flexibele werktijden om wat voor reden dan ook belangrijker dan de inhoud van je werk?
  • Of vind je überhaupt het hebben van een baan belangrijker dan de inhoud van je functie?

 

Alle kans dat jij dan meer neigt naar Type X dan naar type I. En type X zijn de meer extrinsiek gemotiveerden.

 

Of heb jij het gevoel dat jouw gedrag vooral gestuurd wordt door drijfveren van binnenuit?

  • Is voldoening in je werk voor jou belangrijk?
  • Laat jij je in de keuze van werk bepalen door wat jij ziet als jouw bijdrage aan jouw wereld?
  • Is werk voor jou naast het leveren van een maatschappelijke bijdrage ook een manier om je persoonlijk te ontwikkelen?

 

Alle kans dat je dan meer neigt naar Type I. Type I zijn de meer intrinsiek gemotiveerden.

Volgens Daniël Pink zijn dat de mensen die vooral gedreven worden door de behoefte om grip te krijgen op hun leven, nieuwe dingen te leren en te creëren en henzelf en de wereld beter te maken.

 

 

Intrinsieke motivatie en flow

 

Pure gerichtheid op waar je mee bezig bent, jezelf vergeten als je aan het werk bent, dat is een van de kenmerken van flow.

Als je flow ervaart, dan leef je zo in het moment en voel je je zo meester over de situatie, dat je geen besef hebt van plaats en tijd. En zelfs van het ‘ik’.

Misschien herken je die momenten.

Als je in flow bent, dan is er een perfecte relatie tussen wat je kunt en wat je moet doen.

En zeker niet onbelangrijk, er is een perfectie match tussen waar je mee bezig bent en jouw persoonlijke doelen en missie. Zoals men ook wel zegt, “je hebt je bestemming gevonden”.

Ik schreef daarover in een eerder artikel.

 

Zou het niet heerlijk zijn als je in je werk met regelmaat flow ervaart?

 

 

Een drietal tips om je intrinsieke motivatie op het spoor te komen

 

Zodat je meer flow kunt ervaren in de dingen die je doet.

 

1.   Schrijf je Leadership statement

Waarom doe je wat je doet? Waarin ben jij een leider?

Een paar handreikingen om je op weg te helpen:

  • Wat beteken jij voor deze wereld?
  • Wat is jouw missie, waarvoor brandt het vuur in jou?
  • Houd voor ogen: je Leadership Statement gaat niet over wie je nu bent, maar gaat over wie jij zijn wilt (en wordt!!)
  • Formuleer je Leadership Statement in één zin, kort en krachtig.

 

Wil je inspiratie? Beluister nog een keer de Ted talk van Simon Sinek of lees nog eens het artikel dat ik schreef over Waarom doe je wat je doet?

 

2.   Neem een flowtest af bij jezelf.

Csikszentmihalyi geeft daarvoor de volgende tip:

Stel je computer of mobiele telefoon zo in, dat hij gedurende één week veertig keer op willekeurige tijdstippen een signaal geeft. Schrijf telkens als het apparaat afgaat, op wat je aan het doen bent, hoe je je voelt en of je flow ervaart.

Houd je observaties een week lang bij, kijk naar de patronen en denk na over de volgende vragen:

  • Welke momenten leverden gevoelens van flow op? Waar was je? Waar was je mee bezig? Wie was er bij je?
  • Ervaar je op bepaalde momenten van de dag vaker flow dan op andere momenten? Hoe kun je je dag anders indelen op basis van je bevindingen?
  • Hoe kun je het aantal flow ervaringen vergroten en het aantal momenten waarop je niet betrokken of afgeleid was, verminderen?
  • Als je twijfels hebt over je baan of je carrière, wat vertelt deze oefening je dan over je werkelijke bronnen van intrinsieke motivatie?

 

Een alternatief voor de methode van Csikszentmihalyi is het bijhouden van een flowdagboek. In een eerder artikel noemde ik dat als een van de tips om persoon en werk te reconnecten.

 

3.   Neem een sabbatical

Of creëer anderszins bewust ruimte om te reflecteren over wat je intrinsiek motiveert. Die investering zal zich ruimschoots terugbetalen.

Laat je inspireren door mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?‘- een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

En wil je al lezend in en werkend met mijn boek een keer vrijblijvend met me sparren, neem gerust contact met me op.

 

 

Ter inspiratie en illustratie in vertaling een gedicht van Auden:

 

Je hoeft niet te zien wat iemand aan het doen is

Om te weten of het zijn roeping is.

 

Je hoeft slechts naar zijn ogen te kijken:

Een kok die een saus maakt, een chirurg

die een eerste insnede maakt,

een kantoorbeambte die een vrachtbrief invult,

 

hebben dezelfde uitdrukking van vervoering,

vergeten zichzelf als ze in functie zijn.

 

Wat is hij toch mooi,

die blik puur gericht op het object.

 

 

 

 

De overgang van skill-based werken is binnen het bedrijfsleven al in volle gang, lees ik in Trends in HR.

Steeds meer bedrijven zien dat het veel voordelen heeft om medewerkers in te zetten op basis van hun skills, in plaats van op basis van strikte functieomschrijvingen.

In de publieke sector is die verschuiving naar skill-based werken minder zichtbaar.

Denk bijvoorbeeld aan het onderwijs. Als docent geef je een specifiek vak of meerdere vakken. Eventueel gecombineerd met mentorschap. Wil je als docent niet langer voor de klas, dan is het meestal niet makkelijk om een andere functie te vinden of te creëren bij je huidige werkgever. Of het moet zijn als decaan, studieloopbaanbegeleider of leerlingbegeleider. Maar of dat dan functies zijn die bij je passen?

 

Skill-based werken zorgt voor meer flexibiliteit en meer mogelijkheden in je loopbaan.

 

Wat is skill-based werken?

 

Misschien heb je erover gelezen of gehoord.

Bij skill-based werken, maar ook bij skill-based werven ligt de focus op skills, vaardigheden. In plaats van op functietitels of werkervaring.

Zelf spreek ik liever over competenties, omdat competenties meer omvatten dan vaardigheden. Wil je nog eens nalezen hoe we die benoemen? Dat kan hier.

Bij skill-based werken gaat het om wat jij kunt en hoe je jouw vaardigheden kunt inzetten, ongeacht je formele rol of positie. Dat zorgt voor meer flexibiliteit en meer mogelijkheden in je loopbaan.

Zelf ervaar ik het als een goede ontwikkeling dat strakke omlijning van functies steeds meer wordt losgelaten. Dat men in plaats van te kijken wie er precies ‘in het hokje past’, meer oog heeft voor competenties van mensen en welk werk daar dan bij past.

 

Positieve effecten van de ontwikkeling naar meer skill-based werken voor jou als werknemer

 

Skill-based werken en werven zorgt voor werkgevers voor een dynamischer en flexibeler personeelsbestand. Voor jou als werknemer zorgt skill-based werken voor meer flexibiliteit en mogelijkheden in je loopbaan.

1. Meer flexibiliteit en aanpassingsvermogen

Skill-based werken geeft je de mogelijkheid om je vaardigheden in verschillende rollen en projecten toe te passen. Dit betekent dat je je makkelijker kunt aanpassen aan veranderingen in de arbeidsmarkt en nieuwe kansen kunt grijpen zonder vast te zitten in een specifieke functie.

2. Verhoogde betrokkenheid en motivatie

Als je de kans krijgt om je vaardigheden te ontwikkelen en toe te passen, voel je je meer betrokken bij je werk. Skill-based werken moedigt je aan om nieuwe uitdagingen aan te gaan en jezelf continu te verbeteren. Dat leidt tot meer voldoening en motivatie.

3. Bredere carrièremogelijkheden

Door te focussen op je vaardigheden in plaats van op een specifieke functie, kun je een breder scala aan carrièremogelijkheden verkennen. Dit opent deuren naar verschillende sectoren en rollen, waardoor je je loopbaan diverser en interessanter kunt maken.

4. Continu leren en ontwikkelen

Skill-based werken stimuleert een cultuur van continu leren. Je wordt aangemoedigd om nieuwe vaardigheden te verwerven en bestaande vaardigheden te verbeteren. Dit helpt je niet alleen om relevant te blijven in een snel veranderende arbeidsmarkt, maar ook om jezelf persoonlijk te ontwikkelen.

 

Hoe skill-based werken als werkende te omarmen?

 

1. Identificeer en ontwikkel jouw kernvaardigheden

Begin met het in kaart brengen van je huidige vaardigheden. Denk na over welke competenties je al bezit en welke je verder wilt ontwikkelen. Dit kunnen zowel technische vaardigheden als soft skills zijn, zoals bijvoorbeeld communicatie en probleemoplossend vermogen.

2. Creëer een Persoonlijke Skill Matrix

Een skill matrix helpt je om je skills te visualiseren en hiaten te identificeren. Noteer je sterke punten en gebieden waar je nog kunt groeien. Dit geeft je een duidelijk overzicht van je capaciteiten en helpt je bij het plannen van je verdere ontwikkeling.

3. Creëer leer- en ontwikkelingsmogelijkheden

Investeer in jezelf door trainingen, workshops en cursussen te volgen die aansluiten bij de vaardigheden die je wilt ontwikkelen. Houd daarbij voor ogen dat leren een continu proces is. Als je tenminste bij wilt blijven en jezelf niet uit de markt wilt prijzen.

4. Investeer in netwerken en zoek mentorschap

Netwerken is een krachtige manier om je vaardigheden te ontwikkelen en nieuwe kansen te ontdekken. Vind mensen, die je als een mentor kunnen begeleiden en inspireren. Ze kunnen je waardevolle inzichten en adviezen geven om je loopbaan verder te ontwikkelen.

5. Pas jouw vaardigheden toe in diverse contexten

Zoek naar mogelijkheden om je vaardigheden in verschillende rollen en projecten toe te passen. Dit kan binnen je huidige organisatie zijn, maar ook daarbuiten. Denk bij dat laatste bijvoorbeeld aan vrijwilligerswerk of freelanceprojecten. Dat zijn uitstekende manieren om je vaardigheden te testen en verder te ontwikkelen.

 

Conclusie

 

Ik zie de ontwikkeling naar meer skill-based werken als een positieve ontwikkeling die talloze voordelen biedt voor jou als werkende. Het stelt je in staat om flexibeler, gemotiveerder en beter voorbereid te zijn op de toekomst.

Door te focussen op je skills en continu te investeren in je persoonlijke ontwikkeling, kun je flexibel meebewegen met de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. En doordat je kunt focussen op waar jij goed in bent en wat jij graag doet, zal je werk je ook meer voldoening geven.

 

Heb jij nog geen goed beeld van waar jij met name goed in bent en welke kwaliteiten jij graag inzet in je werk?

Laat het me horen.

Volgens ingewijden ben ik een expert in het boven water krijgen van kwaliteiten van mensen. Bovendien is het een aspect van mijn werk dat ik graag doe en waar ik energie van krijg.

Met de inzet van je kwaliteiten energie krijgen van je werk, dat gun ik jou ook.

 

 

 

 

Hoe je succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’ en ‘gewoon’

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’; je zult ze maar samen tegenkomen op je pad.

Zie er dan maar eens aan voorbij te gaan.

Wist je dat ze familie zijn van elkaar? Min of meer broertje en zusje?

Het is echt niet zo’n lekker span. Nee, ze kunnen je behoorlijk in de weg zitten. Zeker als ze met z’n tweeën zijn.

Helaas is dat vaak het geval. Ze trekken graag samen op. Want samen zijn ze sterk.

Ze zijn sterk in het dwarsbomen en verlammen van wie ze tegenkomen. En het is alsof ze een extra zintuig hebben voor hun prooi.

Zijn ze eenmaal op je pad, dan is het moeilijk om ze kwijt te raken.

Ze hebben de neiging om aan je te blijven plakken. Je moet van goede huize komen, wil je ze van je af kunnen schudden.

Maar ben je ze eenmaal kwijt, dan voelt dat als een overwinning. Dat sterkt je zelfvertrouwen.

Kom je ze een volgende keer dan weer tegen?

Alle kans dat ze met een grote boog om je heen lopen. Wetend dat ze jou toch niet meer te pakken krijgen.

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’; als broertje en zusje een gevaarlijk span

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ zijn als broertje en zusje

 

In een van mijn vorige artikelen beschreef ik hoe een uitspraak als “Ik ga het nu gewoon doen” in negatieve zin je gedrag kan beïnvloeden.

Vooral als je eigenlijk weet dat het voor jou niet gewoon is. Dat er volop obstakels zijn op je weg. Obstakels of hobbels die je moet zien te trotseren.

 

Die obstakels dringen zich als vanzelf aan je op.

Vaak in de vorm van ja-maar’s:

“Ja maar, ik heb geen opleiding gedaan in die richting.”

“Ja maar, wie heeft daar geld voor over?”

“Ja maar, ik ken niemand binnen dat bedrijf.”

“Ja maar, er zijn nauwelijks vacatures in die richting.”

 

Vaak ben je je er niet van bewust wat je ermee zegt.

En zeker niet van wat ja-maar met je doet.

Net als gewoon doen kan ja-maar je behoorlijk verlammen. Met als gevolg dat je niet in actie komt.

Met ja-maar ontkracht je jezelf en verklein je je kansen op succes. In een van mijn vorige artikelen kun je nog eens nalezen hoe dat werkt.

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ hebben dan ook veel met elkaar gemeen. Ze zijn echt familie van elkaar. Ze zijn broertje en zusje. En ze trekken veel samen op.

 

 

Hoe je met ‘ja-en’ succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’

 

Ja-en zet je aan tot handelen en vergroot daardoor jouw kans op succes.

“Ja-en, ik heb geen specifieke opleiding in die richting gedaan, maar ik kan wel mijn expertise laten blijken.”

“Ja-en, door goed mijn onderzoek te doen krijg ik boven water welke partijen gebaat zijn bij mijn aanbod en er dus geld voor over hebben.”

“Ja-en, ik onderzoek in mijn netwerk wie me in contact kan brengen met iemand die werkt in of voor dat bedrijf.”

“Ja-en, solliciteren naar aanleiding van vacatures is ook niet dé weg. Ik ga gesprekken aan om de 70% aan werk die ‘onder water zit’ boven water te krijgen.”

 

Kijk je vanuit de positie van ja-en, dan ben je gericht op kansen en mogelijkheden.

En alle kans dat je je doelen daadwerkelijk realiseert.

Dat heeft deels te maken met selffulfilling prophecy. Maar ook met het psychologisch mechanisme van intern en extern attribueren.

 

 

Als jij denkt dat iets voor jou mogelijk is, dan zul je er vol voor gaan

 

Heb je een positief zelfbeeld?

Zo ja, dan ben je bij tegenslag eerder geneigd om die toe te schrijven aan externe factoren of aan pech. “Jammer dan, een volgende keer beter”, zal je reactie zijn.

Heb je een negatief zelfbeeld en zit het even tegen?

Dan ben je eerder geneigd om je mislukking toe te schrijven aan jezelf: “Zie je nou wel, dat ik het niet kan”, of “zie je wel, dat ze geen behoefte hebben aan mensen zoals ik”.

Een groot risico ligt dan op de loer. Want als jij denkt dat je het toch niet kunt of dat men toch niet zit te wachten op mensen zoals jij, waarom zou je je dan nog inspannen om het tegendeel te bewijzen?

Zo wordt de vicieuze cirkel in gang gezet.

En zo raak je ja-maar niet kwijt.

Integendeel, ja-maar blijft op je schouder zitten en blijft in je oor fluisteren waar en wanneer die maar kan.

 

 

Een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’

 

Een helder beeld hebben van het werk dat je wilt doen is een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.

Zoals Herna Verhagen, CEO van PostNL, aangaf in een interview in Intermediair Magazine:

“Zolang je je dromen achternagaat is iedereen tot heel veel in staat.”

Zij laat zich daarin inspireren door een uitspraak van Nelson Mandela: “The future belongs to those who believe in their dreams”.

In 2014 werd Herna Verhagen door Opzij uitgeroepen tot machtigste vrouw van Nederland.

In het interview met haar:

“Ik heb nooit aan carrièreplanning gedaan, maar ik was me wel op jonge leeftijd al bewust van mijn drijfveren. Al rond mijn vierde had ik de drive om de dingen de volgende dag beter te doen. Die drive is onlosmakelijk aan me verbonden. Het maakt ook dat ik gemakkelijk een knop kan omzetten bij tegenslagen.”

 

Je bewust zijn van wat je te bieden hebt is een ander krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.

Naast het hebben van een helder beeld van het werk dat je wilt doen.

Het is mijn ervaring als coach dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om zijn kwaliteiten daadwerkelijk als kwaliteiten te zien.

Ook bij het destilleren van kwaliteiten uit succesverhalen ligt het gevaar van iets gewoon vinden op de loer.

Meer daarover lees je in een van mijn vorige artikelen.

 

 

 

Heb jij nog geen helder beeld van wat je te bieden hebt?

En van waar jij warm voor loopt en hoe jouw droombaan eruitziet?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

 

 

 

Je richten op groei en promotie maken of betrokken je werk doen, niet gefocust op opklimmen

 

Dat is top! Jij bent een topper! Een top baan!

Er wordt veel over top gesproken en geschreven. Of het nu gaat over topsporters, topbanen, topfunctionarissen, topverdieners, topinvesteerders, toppresteerders of welke toppers dan ook.

Minder hoor of lees je over de flops of floppers; de mislukkingen of mislukkelingen. Zo kan een nieuwe baan in werkelijkheid geen top baan zijn, maar een flop. Of een nieuwe werknemer voor een werkgever geen topper blijken te zijn, maar een flopper.

Dat doet me denken aan Top of Flop, een televisieprogramma van vroeger. In het programma werden grammofoonplaten gedraaid. Als de muziek afgelopen was, dan mocht een jury van vier (on)bekende Nederlanders commentaar geven en daarna stemmen voor top of flop.

Beoordeelde de meerderheid de muziek als top, dan rinkelde de presentator met een bel, bij flop kneep hij in een toeter. Staakten de stemmen, dan vroeg de presentator wat het publiek in de zaal ervan vond.

Op de arbeidsmarkt gaat dat anders. Daar komt geen publieksjury aan te pas.

Wie een topper is of welke functie top, is in bepaalde sectoren op de arbeidsmarkt heel evident. Top en topper hebben in die sectoren ook alles te maken met carrière.

Maar of die carrière leidt tot een top baan?

 

Als topper gaan voor een top baan

 

Een top baan; een baan die goed verdient

 

Als je het woord topbanen als zoekwoord intypt op internet, dan krijg je allerlei opsommingen van bestbetaalde banen in Nederland.

Voor hogeropgeleiden staat Onderzoeker Klinische Chemie bovenaan. Gevolgd door piloot, commercieel directeur, accountant, neurochirurg, dermatoloog, burgemeester, bedrijfsjurist, advocaat, psychiater in de verslavingszorg.

Overigens wordt in die lijsten steeds een flinke bandbreedte genoemd met betrekking tot salaris. Zo kun je bijvoorbeeld als accountant een salaris verwachten tussen de € 2.250 en € 13.500. En als neurochirurg tussen € 5.800 en € 10.800.

Ben je echt geïnteresseerd in goed betaalde banen en beroepen? Kijk dan eens op nationale beroepengids.nl.

 

Maar of de hoogte van de inkomsten bepaalt of een baan een top baan is? Naar mijn mening is dat niet het geval. Voor mij is ‘veel geld’ een vrij platte connotatie van top.

Maar ik realiseer me heel goed, dat het anders wordt als de hoogte van het salaris allesbepalend voor je is.

Overigens is het ook niet zo, dat je met bijvoorbeeld de duurste advocaat een topadvocaat hebt, met de beste expertise. Maar dat terzijde.

 

 

Een top baan? Voor jonge hoogopgeleiden hoeft dat niet meer zo nodig

 

Hoogopgeleid zijn wil lang niet altijd zeggen dat je gelukkig wordt van daarop aansluitende functies. In een van mijn vorige artikelen heb je dat kunnen lezen.

En waar je je voorheen bijvoorbeeld als accountant of advocaat uit de naad werkte om hogerop te komen en uiteindelijk partner te worden, denkt menig jonge accountant of advocaat daar nu anders over. En vraagt zich serieus af of de prijs die je figuurlijk daarvoor betaalt, die positie waard is.

Dat kwam onlangs ook naar voren in een artikel in het FD. Arbeidsrechtadvocaat Els de Wind van advocatenkantoor Van Doorne zegt daarover: ‘Vooral bij die jonge generatie zie je dat het werk in hun leven moet passen. Zij willen graag werken om een goede advocaat te worden, maar niet doorlopend.’

Ik begrijp dat heel goed.

Wat dat betreft is het een hele winst dat je bij het genoemde advocatenkantoor kunt kiezen voor een stand still-periode in je loopbaan. Een periode waarin je aangegeven hebt niet te willen groeien of promotie te maken. Zoals advocaat De Wind zegt: ‘Je werkt gewoon, maar klimt niet op.’

 

 

De top bereiken resulteert lang niet altijd in kwaliteit van leven en welbevinden

 

De top in welbevinden is mijns inziens niet louter een vorstelijk salaris of een partnerschap bij een advocaten- of accountantskantoor.

De top in welbevinden is balans; balans tussen je werk en wat naast werk belangrijk voor je is.

Uit onderzoek van Randstad: Employer branding 2022: de kracht van trots en passie, blijkt dat een goede werk-privébalans voor veel werknemers (66%) een belangrijk punt is. Daarbij vinden vrouwen een fijne werksfeer (78%) en een goede werk-privébalans belangrijker (70%) dan mannen (68% en 62%).

Medewerkers die een goede balans tussen werk en privé hebben gevonden, voelen zich gezonder, presteren beter en halen meer voldoening uit hun werk.

 

Niet alleen jij als werknemer, maar ook jouw werkgever heeft baat bij een goede werk-privé balans voor werknemers.

Durf dan ook gerust aan te kaarten wat jij nodig hebt om die goede balans te ervaren. Ook afhankelijk van de levensfase waarin je zit. Denk maar aan de impact van het krijgen van kinderen, het volgen van een studie of de zorg voor zieke familieleden.

Maak je wensen kenbaar.

Op die manier creëer je een top baan. Een baan waarin jij je wel bevindt door een goede balans tussen werk en privé.

 

 

 

Vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen hoe een top baan voor jou eruit moet zien?

Lees mijn boek WAT WIL IK NU ECHT?

 

Schat je bij voorbaat in, dat je naast het lezen van en werken met het boek een sparringpartner nodig hebt om tot de essentie te komen en een antwoord op jouw loopbaanvragen? 

Neem contact met me op. Een oriënterend gesprek is kosteloos en verplicht je tot niets.

 

 

 

 

Hoe een life event je doet stilstaan bij de vraag ‘Wat is echt belangrijk voor mij?’

 

Onlangs had ik een gesprek met een klant. Hij is herstellende van een hartinfarct en nu aan het re-integreren.

Re-integreren, vooral op deze manier gespeld, is voor mij een intrigerend woord. Volgens van Dale betekent integreren opgaan in, bijvoorbeeld integreren in de samenleving. Of tot een eenheid maken of worden.

Re-integreren betekent letterlijk weer laten functioneren. Waarbij dan meestal wordt gedoeld op re-integreren op de arbeidsmarkt. Weer deel worden van een groter geheel, de maatschappij of het arbeidsproces waarvan je deel uitmaakte, voordat je om wat voor reden dan ook, uitviel.

Zo’n periode van afwezigheid van werk is vaak ook een periode om van een afstand te kijken naar je werk en jezelf te bevragen over werk.

 

Hoe een life event je anders doet kijken naar je loopbaan

 

Een life event is niet per definitie negatief

 

Er zijn ook positieve life events zoals een huwelijk of een geboorte.

Dat doet me denken aan een andere coachklant. Als resultaat van het loopbaantraject ging ze aan het werk als managementconsultant voor een internationale organisatie. Internationaal werken, veel blijven leren, reizen en multicultureel waren belangrijke criteria voor haar. Die wilde ze terugzien in haar werk.

Maar door haar huwelijk veranderde haar leven ingrijpend. Ook omdat er een gezinnetje bij betrokken was en het moederschap voor haar een nieuwe ervaring was.

Dat zette aan tot denken over wat het meest belangrijk is en leidde tot andere keuzes. Hoe mooi de baan als managementconsultant ook was, hij matchte niet met haar nieuwe leven. Een switch was dan ook gauw gemaakt.

Of een life event positief of negatief is, in beide gevallen kun je je overweldigd voelen door de situatie. Al zal een negatief event, anders uitwerken dan een positief.

Bij negatieve life events kun je denken aan bijvoorbeeld verlies van een dierbare, je werk of je gezondheid. Maar bijvoorbeeld ook een verbroken relatie of verandering in de gezondheid van een familielid.

Een life event, positief of negatief, doet je nadenken over werk en leidt niet zelden tot verandering van je kijk op werk.

 

 

Loopbaan is niet hetzelfde als levensloopbaan

 

De levensloopbaan wordt niet gevormd door ons werk. Werk is deel van je levensloopbaan.

Ik zie werk als een van de levensterreinen. Naast werk zijn er meestal andere levensterreinen, die ook belangrijk voor je zijn. Zoals bijvoorbeeld het relationele: je partner, eventuele kinderen, familie, vrienden. Gezondheid: zowel fysiek als mentaal. Persoonlijke ontwikkeling op terreinen die voor jou belangrijk zijn. Het deelgenoot zijn van de maatschappij en de bijdrage die jij daaraan wilt leveren.

In mijn ogen doe je jezelf tekort door je te vereenzelvigen met je werk en je identiteit te ontlenen aan je werk. Je bent niet wat je doet in je werk, je bent (veel) meer dan dat.

Wat dat betreft vind ik het leuk en terecht als een coachklant, zoals onlangs, in een oriënterend gesprek aan me vraagt ‘Kun je nog eens wat meer over jezelf vertellen?’. Dat doe ik graag. Ik vertel dan kort over mijn loopbaan in opleiding en beroep. Maar bijvoorbeeld ook dat ik opgegroeid ben in een gezin met zeven kinderen. Dat ik moeder ben van vier ruim volwassen kinderen en oma van zeven kleinkinderen. Ik graag piano speel en sinds twee en een half jaar weer tweewekelijks pianoles krijg. Dat ik ook graag met keramiek bezig ben en het sowieso lekker vind om met mijn handen in de aarde zitten. Dus graag in de tuin werk en geniet van wat groeit en bloeit. Want dat ben ik ook, naast mijn rol als loopbaancoach.

 

Toch zijn er mensen die in hun werkzame leven zodanig gefocust hebben op werk, dat ze zich afvragen wat ze nog zijn of wie ze nog zijn als ze hun baan verliezen of met pensioen gaan. En dan ook erg opzien tegen hun pensioen. En zo snel mogelijk werk maken van alternatieven voor werk.

 

 

Loopbaan is niet hetzelfde als carrière

 

De loopbaan is de weg die iemand aflegt in de wereld van opleiding en arbeid of de reeks van maatschappelijke posities die iemand achtereenvolgens inneemt.

Het woord loopbaan is vrij neutraal en zegt weinig tot niets over de richting waarin je je hebt ontwikkeld. Of je bijvoorbeeld gestegen bent op de maatschappelijke ladder of gaande je loopbaan juist een paar sportjes lager op die ladder bent beland.

Voor het woord carrière ligt dat iets anders. Ook al wordt carrière gezien als synoniem voor loopbaan en is het Franse woord voor loopbaan carrière en het Engelse woord career, in het Nederlandse spraakgebruik heeft carrière een minder neutrale betekenis dan loopbaan. Bij carrière maken denk je algauw aan promotie maken. Dus een ontwikkeling in positieve zin, een stapje hoger komen in de rangorde.

 

 

Carrière maken heeft zijn schaduwkanten

 

Wist je dat het woord carrière een afgeleide is van het Italiaanse carriera? En van loopbaan of renbaan voor paarden in de loop van de tijd veranderd is in de snelle loop van een paard?

Peter Henk Steenhuis zegt in zijn boek Veroordeeld tot succes – op zoek naar een geslaagd leven, daarover:

‘Een kenmerk van paarden op een carriera is dat zij oogkleppen op hebben, om te voorkomen dat ze afgeleid worden en uit het oog verliezen dat zij als eerste bij de finish moeten willen aankomen. Succes in je carrière vereist kennelijk oogkleppen, zodat we niet afgeleid kunnen worden door hindernissen als zieke partners, of verdrietige kinderen die net ontslagen zijn uit een teleurstellingenfabriek.’

Wat dat betreft is het opmerkelijk dat van mensen die heel carrièregericht zijn, vaak wordt gezegd: ‘Die hebben oogkleppen op’.

 

 

Wil je echt gaan voor een carrière, dan zul je daarvoor veel andere zaken moeten laten voor wat ze zijn

 

Wat dat betreft moet ik denken aan een van mijn coachklanten van enkele jaren terug. Hij had een commerciële functie en was veel op reis voor zijn werk.

De organisatie waarvoor hij werkte ging reorganiseren. Hij raakte zijn baan kwijt en kwam bij mij terecht voor een outplacementtraject. Zonder baan thuiszittend werd hem pijnlijk duidelijk dat zijn vrouw met hun kinderen een andere relatie had dan hij als vader. En dat hij belangrijke momenten in het leven van zijn kinderen had gemist.

Ik was bijvoorbeeld niet bij de diploma-uitreiking, zei hij met spijt in zijn stem. Zat ik weer op een of ander vliegveld, in een vliegtuig of in een hotel ver weg. Vanaf nu doe ik dat anders.’

Zijn persoonlijke missie heeft hij duidelijk in het zicht opgehangen in zijn werkkamer. En nog een paar jaar op rij maakte hij jaarlijks met mij een afspraak om te bespreken of hij zijn leven nog leefde in lijn met zijn persoonlijke missie.

 

Voor hem was zijn ontslag een life event dat hem anders deed kijken naar zijn loopbaan en deed stilstaan bij de vraag ‘Wat is echt belangrijk voor mij?

 

 

 

Worstel jij met de vraag of je wilt gaan voor een carrière, een prestigieuze baan?

Of dat je tevreden kunt zijn met het niveau waarop je nu werkt en daarbij voldoende tijd en energie hebt voor wat naast werk belangrijk voor je is?

Neem gerust contact met me op. Graag denk ik met je mee en bied ik je handreikingen om te komen tot antwoorden op jouw vragen.

 

 

 

 

Waarom je in de communicatie je werkprofiel niet te smal moet maken met lieverkoekjes

 

Lieverkoekjes worden hier niet gebakken’; misschien heb jij die uitdrukking ook weleens gehoord. Mogelijk in je jeugd. Of misschien gebruik je die zelf af en toe als ouder of als je werkt met jonge jeugd.

Het is een uitdrukking die gebruikt wordt als iemand niet tevreden is met wat men hem geeft. En zegt liever iets anders te willen hebben. Of te doen.

Ik kan me die uitdrukking goed herinneren uit mijn jeugd.

In mijn coachtrajecten heb ik het af en toe ook over lieverkoekjes. En wel als we het hebben over het profiel van je ideale werk. Want in je profilering naar buiten toe is het niet slim om je te veel te profileren met je nice to haves, je lieverkoekjes. Lees waarom.

 

Met lieverkoekjes verklein je je kansen op de arbeidsmarkt

 

Wil je als werkgever sollicitanten binnenhalen: maak in vacatureteksten onderscheid tussen ‘musthaves’ en ‘nice to haves’

 

In een artikel in NRC las ik tips om als werkgever een vacaturetekst zo aantrekkelijk mogelijk te maken en sollicitanten binnen te halen.

Een van die tips is om in een vacaturetekst onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves. Om te beginnen bevordert dat de leesbaarheid. Maar niet alleen dat. Het is ook belangrijk voor de diversiteit.

Want zoals in het betreffende artikel ook naar voren komt: eerder dan mannen zijn vrouwen geneigd om niet te reageren als ze niet aan álle punten voldoen.

Dat herken ik bij mijn coachklanten. Mannen denken over het algemeen makkelijker dat ze iets wel kunnen, ook al hebben ze er nog geen ervaring mee. Zij laten zich in vergelijking met vrouwen niet zo snel afschrikken door wat in een vacaturebeschrijving gevraagd wordt.

Wil je nog eens lezen wat ik in een van mijn vorige artikelen daarover schreef, klik dan hier.

 

 

Ook als je focust op ander werk is het goed om in eerste instantie te focussen op de ‘musthaves’ en niet op de ‘nice to haves’, de lieverkoekjes

 

Daarbij maakt het niet uit of je wilt werken in loondienst of als zelfstandige.

In mijn coachtrajecten kom je tot een omschrijving van het profiel van je ideale werk als antwoord op drie vragen: ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’.

Zoals het voor een werkgever goed is om in vacatureteksten onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves, zo is het in jouw presentatie van het werk dat je wilt doen, goed om een vergelijkbaar onderscheid te maken in criteria met betrekking tot werk.

Maak je profiel niet te smal. Want doe je dat wel, dan verklein je je kansen. In die zin dat je met een smal profiel het risico loopt dat slechts een beperkte groep potentiële werkgevers of opdrachtgevers zich aangesproken voelt. Want een smal profiel kan al gauw de indruk oproepen dat je veel eisen hebt: ‘die heeft veel noten op haar zang’.

Met name in het antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ zitten over het algemeen de lieverkoekjes. Bijvoorbeeld werkplek/kantoor op fietsafstand, deels thuiswerken of in een kantoortje in de stad, goede koffie, parkeergelegenheid, flexibiliteit in werktijden en locatie, budget voor persoonlijke ontwikkeling.

 

 

Wat een en ander betekent voor jouw profilering en jouw besluitvorming

 

Mijn advies is om bijvoorbeeld op LinkedIn bij ‘info’ met name te beschrijven voor wat voor werk je beschikbaar bent en waar je dat werk zou willen doen. Bij dat laatste punt denk ik aan jouw favoriete kennis- of vakgebied en jouw favoriete werkveld en soort organisatie.

Beperk je dus in je profilering tot een antwoord op de eerste twee vragen met betrekking tot het profiel van je ideale werk: ‘Wat wil ik?’ en ‘Waar wil ik dat?’.

Dat betekent niet dat wat je opgeschreven hebt als antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ niet waardevol is. En niet meegenomen hoeft te worden in je besluitvorming. Het is zeker wel waardevol, maar lang niet in alle gevallen musthave. Het is aan jou om afwegingen te maken of een voorwaarde of criterium een musthave is of meer een lieverkoekje.

En wellicht kun je ook criteria min of meer tegen elkaar wegstrepen.

 

 

 

Heb je nog geen goed beeld van het werk dat je zou willen doen?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’.

 

En kun je wel wat hulp gebruiken om te komen tot een antwoord op de vraag ‘Wat wil ik nu echt?’

Leg contact met me. Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden.

 

 

 

 

Hoe onderzoeken van het tegenovergestelde van de gewenste uitkomst leidt tot betere besluitvorming en oplossing 

 

De vakantietijd is weer aangebroken. Misschien heb je je koffer of je rugzak al ingepakt.  

Dat doet me terugdenken aan onze huttentochten en onze voorbereiding daarop. In de loop der jaren hebben we steeds duidelijker gekregen wat mogelijke risico’s zijn bij wandelen in de bergen en hoe we daarop kunnen anticiperen door een goede voorbereiding.  

Bij risico’s denk ik bijvoorbeeld aan het feit dat het weer in de bergen snel om kan slaan, van zonnig naar stormachtig, mistig of zelfs sneeuw in de hogere regionen. Ook kan onweer in de bergen gevaarlijk zijn. 

En mocht het mistig zijn of sneeuwen, dan loop je het risico te verdwalen omdat je de markering van de route mist. En loop je op grote hoogte, dan heb je risico op hoogteziekte. Of bij langdurige inspanning het risico van uitputting en uitdroging. 

Zo zijn er vast nog meer risico’s te noemen.  

Misschien vraag je je dan af of het nog wel leuk is om huttentochten te maken. Jazeker! Het is zelfs zo dat je door je bewust te zijn van de risico’s, je de juiste voorzorgsmaatregelen kunt nemen en zo de veiligheid en het plezier in je huttentocht kunt maximaliseren.  

 

Inversie denken is ook toepasbaar bij de baanverwerving

 

Inversie denken om te komen tot succes

 

Denken in termen van wat er mis kan gaan is een voorbeeld van inversie denken.  

Bij inversie denken onderzoek je het tegenovergestelde van je gewenste uitkomst.

In plaats van te beginnen met de vraag ‘Hoe kan ik succes behalen?’, vraag je je af ‘Wat kan tot mislukking leiden en hoe kan ik dat voorkomen?’.

Aanhakend bij mijn voorbeelden van risico’s bij het maken van een huttentocht, kan ik er met mee te nemen kleding voor zorgen dat ik voorbereid ben op snelle weersveranderingen.  

En door een goede planning van de route door M. en door gebruik van een goede kaart, een kompas of GPS kunnen we bij slecht zicht door mist of sneeuwval onze route vinden. En indien nodig, de route aanpassen en bij onweer hoogste punten vermijden.  

Om uitputting en uitdroging door langdurige inspanning te voorkomen, zorgen we dat we op onze tochten voldoende water bij ons hebben en rustpauzes nemen. En een goed gevuld EHBO-tasje voor eventuele verwondingen, blaren, tekenbeten of wat voor ongemak dan ook, mag natuurlijk niet ontbreken.  

Juist door na te denken over wat er zoal mis kan gaan, kun je een adequate inschatting maken van wat er nodig is om van je expeditie een succes te maken.  

De perspectiefverschuiving helpt je mogelijke valkuilen, risico’s en alternatieve oplossingen op het spoor te komen, waar je anders misschien niet aan zou denken.  

 

 

Inversie denken en baanverwerving

 

Inversie denken is ook toepasbaar bij de baanverwerving.  

In plaats van ‘hoe realiseer ik mijn ideale baan?’, kun je jezelf de vraag stellen ‘hoe kan ik ervoor zorgen dat ik mijn ideale baan niet realiseer?’. 

Gegarandeerd kun je dan een aantal punten opnoemen. Mogelijk meer punten dan wanneer ik je zou vragen om op te noemen wat er nodig is om je ideale baan te realiseren.  

Om je op weg te helpen noem ik er een aantal: 

  • Geen beeld hebben van het werk dat je wilt doen en de richting die je uit wilt gaan 
  • Geen beeld hebben van de omgeving waarin jij goed gedijt 
  • Geen beeld hebben van wat je op de arbeidsmarkt te bieden hebt, jouw kwaliteiten 
  • Geen bewijsmateriaal voor je kwaliteiten 
  • Je tijd en energie besteden aan zaken die niet echt uitmaken, in plaats van gefocust werk maken van ander werk 
  • Wachten op perfecte omstandigheden en zeggen ‘ik begin na mijn vakantie’ of ‘ik begin als ik eraan toe ben’ 
  • Verkeerde conclusies trekken uit falen: ‘ik krijg toch geen reactie op mijn vraag voor een gesprek’ 
  • Gebrek aan zelfvertrouwen: ‘werkgevers zitten niet op mij te wachten’ 
  • Niet willen investeren in het bouwen of uitbreiden van je netwerk 
  • Alles alleen willen doen  
  • Uren achter de computer op zoek naar vacatures om een beeld te krijgen van het werk dat je wilt doen 

 

Maak je lijst zo lang mogelijk. Heb je een en ander diepgaand geïnventariseerd? De volgende stap is dan het maken van de omkering naar wat je wél moet doen. Wil je jouw ideale baan realiseren.   

 

 

Tot slot

 

Heb je in jouw opsomming veel punten staan waarvan je denkt de positieve omkering niet in je eentje te kunnen maken?  

Laat het me horen 

In een oriënterend gesprek inventariseren we je vragen. En kunnen we in goed overleg komen tot een aanpak en een concreet plan.

 

 

 

 

Waarom zelf je sterke kanten kennen niet per definitie leidt tot meer werkgeluk

 

Als je mij volgt, dan weet je dat een beeld krijgen van waar je goed in bent, een belangrijke topic is in mijn loopbaantrajecten.

Weet jij wat jouw sterke kanten zijn?

In het Nationaal Werkgeluk Onderzoek van oktober 2023 geeft 93% van de respondenten aan, dat ze dat weten.

Of ze het écht weten en hun sterke kanten, als het hen gevraagd wordt, op kunnen noemen? Zeker als ze die sterke kanten moeten staven met voorbeelden waaruit blijkt dat ze die kwaliteiten hebben?

Dat is nog maar de vraag.

Uit genoemd onderzoek komt naar voren dat er een relatie is tussen werkgeluk en kennen van je sterke kanten. Daarbij gaat het niet alleen over zelf je sterke kanten kennen, maar ook dat je collega’s en je leidinggevende die kennen. En dat je je sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk.

Meer over voorspellende factoren voor werkgeluk en de relatie tussen sterke kanten en werkgeluk lees je in mijn artikel.

 

sterke kanten en werkgeluk

 

Voorspellende factoren

 

Voorspellende factoren voor werkgeluk zijn leeftijdsafhankelijk.

Plezier, voldoening en competentie blijken belangrijke voorspellers voor werkgeluk voor 25 tot 35-jarigen.

Voor de 35 tot 45-jarigen zijn dat autonomie, verbinding en competentie.

Voor de 45 tot 55-jarigen ziet het plaatje er weer anders uit. En is naast verbinding en competentie, plezier een belangrijke voorspeller voor werkgeluk.

De 55-plussers hebben weer meer behoefte aan autonomie, naast plezier, voldoening en verbinding.

 

 

Het effect van werkdruk op werkgeluk

 

De werkdruk is in 2023 toegenomen, blijkt uit het onderzoek. Mogelijk heb je dat ook zelf ervaren. Vooral als je werkzaam bent in het onderwijs, de zorg of de zakelijke dienstverlening.

Of toegenomen werkdruk een negatief effect heeft op je werkgeluk, is nog maar de vraag. Want te weinig werkdruk werkt negatief voor je werkgeluk. Denk daarbij aan een bore-out, je vervelen op je werk, niet uitgedaagd worden en je kwaliteiten niet in kunnen zetten.

Een beetje werkdruk ervaren is over het algemeen best fijn, alhoewel die niet te hoog moet worden. Want als je hoge werkdruk niet kunt managen, dan loop je het risico op een burn-out.

 

 

Relatie tussen score op werkgeluk en weten wat je sterke kanten zijn

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter wat hun sterke kanten zijn dan mensen die laag scoren op werkgeluk.

Je weet zelf waar jij goed in bent, belangrijk is ook dat jouw collega’s een goed beeld hebben van jouw kwaliteiten. En dus weten waarvoor ze met name bij jou moeten zijn. Ook wat dat punt betreft laten de resultaten van het onderzoek een relatie zien met werkgeluk. 90% van de werkenden die hoog scoren op werkgeluk geven te kennen dat hun collega’s hun sterke kanten voldoende kennen. Voor de werkenden die laag scoren op werkgeluk geldt dat maar voor 52% van de werkenden.

En naast dat het belangrijk is dat jouw collega’s jouw sterke kanten kennen, is het zaak dat jouw leidinggevende ze onderkent en kent. Van de groep werkenden die laag scoren op werkgeluk zegt veel minder dan de helft dat de leidinggevende zijn sterke kanten kent. Voor de hoog scorers op werkgeluk geldt dat voor een veel grotere groep.

Misschien nog wel het belangrijkste voor je werkgeluk is de vraag of je jouw sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk. Het onderzoek laat daarin een groot verschil zien tussen mensen met een hoog en mensen met een laag werkgeluk. Van de mensen met een hoog werkgeluk geeft bijna de hele groep te kennen zijn sterke kanten voldoende in te kunnen zetten. Voor de mensen met een lage score op werkgeluk geldt dat voor slechts een derde van de doelgroep.

 

 

Kortom

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter dan mensen die laag scoren op werkgeluk wat hun sterke kanten zijn. Zowel hun collega’s als hun leidinggevende kennen hun sterke kanten en zij kunnen hun sterke kanten voldoende inzetten in hun werk.

Investeer in het in kaart brengen van jouw sterke kanten en laat zien en horen wat jouw sterke kanten zijn. En doe je voorstel hoe je jouw sterke kanten meer kunt inzetten in je werk.

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw sterke kanten en je daarmee profileren?

Laat het me horen.