Waarom chronisch uitzien naar het weekend of chronisch uitzien naar de werkweek niet echt gezond is
Werk je om te leven en ben je blij als het weer vrijdag is?
Kost jouw werk je veel energie en heb je het weekend nodig om weer bij te tanken?
Zie je werk als een noodzakelijk kwaad om inkomsten te genereren?
Zo ja, dan kan ik me goed voorstellen dat je blij bent als het weer vrijdag is: “Thank God it’s Friday!”
En dat je op zondagavond denkt “Oh God, tomorrow it’s Monday!”
Maar het omgekeerde kan ook.
Dat je op zondagavond blij bent dat het weekend met al die sociale verplichtingen weer achter de rug is. En dat je weer lekker aan het werk kunt: “Thank God it’s Monday!”.
Dat laatste lijkt misschien nastrevenswaard, maar zowel chronisch uitzien naar het weekend, als chronisch uitzien naar de werkweek, is niet echt gezond.
Meer daarover lees je in mijn artikel.
Thank God it’s Friday!
Misschien kun je je daar iets bij voorstellen. Mogelijk past die uitspraak zelfs bij jou, maar durf je het niet luid te roepen, uit angst je baan te verliezen.
Het kan zijn dat je nog liever werk doet dat niet echt bij je past, dan dat je zonder werk zit. En dat je je daarom maar schikt in de situatie zoals die is.
Maar wist je dat je daarmee ook een risico loopt?
Werk doen dat echt niet bij je past, kost meer energie dan het je oplevert. En daarmee trek je je accu leeg.
Het is dan moeilijk om je accu weer op te laden. Want heb je eenmaal een lege accu en ben je chronisch moe, dan loop je het risico in een negatieve spiraal te raken.
Als je chronisch moe bent, dan heb je nergens zin in. Je hebt de neiging om af te wachten en reactief te worden. Je herstelt niet waardoor je de volgende dag weer moe op je werk komt. En dus een nieuwe werkdag al met achterstand begint.
Zo had ik laatst een gesprek met iemand die het slecht naar z’n zin heeft op zijn werk. ‘s Avonds komt hij doodmoe thuis. Het bereiden van een maaltijd en het opruimen van de keuken zit er nog net in. Maar dan ploft hij op de bank. Hij blijft daar kennelijk hangen, uiteindelijk met een zak chips of andere knabbels erbij.
Inmiddels speelt zijn gewicht hem enorm parten en heeft hij last van heupen en knieën. Zijn HR manager vond zijn situatie zo zorgelijk, dat zij vond dat zij zich ermee moest bemoeien.
Blijf niet hangen in werk dat echt niet bij je past
Neem je eigen verantwoordelijkheid. Stap bijvoorbeeld naar je leidinggevende en maak bespreekbaar wat je aan je werk zou willen veranderen.
Het kan namelijk heel goed zijn dat je je baan kunt veranderen, zonder van baan te veranderen. Het is het onderzoeken waard, of je door taken iets anders in te richten, ze aantrekkelijker kunt maken voor jezelf.
Ik heb het dan over jobcraften. Ik schreef daarover in een eerder artikel.
En kun je je werk door jobcraften niet passend maken, misschien is het dan tijd om je koers bij te stellen en werk te maken van ander werk.
Want ben je eenmaal echt gedemotiveerd voor je werk, dan is het moeilijk om er weer bovenop te komen.
Thank God it’s Monday
Alleen met je werk bezig zijn, daar helemaal voor gaan en je levensvervulling erin vinden, is ook niet echt gezond.
Als je in je bevlogenheid voor je werk doordraaft, dan gaat het lijken op werkverslaving.
Dat is niet alleen fysiek ongezond. Het is bijvoorbeeld ook ongezond voor je relatie met je omgeving, zoals bijvoorbeeld je partner, je kinderen en je andere sociale contacten.
Belangrijk is een goed ritme tussen bevlogen je werk doen en afstand nemen buiten je werk.
Rust is daarbij cruciaal. Herstellen na je werk door sociale dingen te doen of bezig te zijn met je hobby’s. In elk geval andere dingen doen dan je werk.
Want mensen die dat doen, die herstellen kennelijk beter en kunnen de volgende dag weer meer bevlogen aan het werk. Ze blijven daardoor beter in balans.
Het is dus de kunst om een goed ritme te vinden tussen bevlogen en geconcentreerd bezig zijn met je werk en daarnaast volop afstand nemen van dat werk.
Als dat je lukt, dan raak je in een opwaartse spiraal: bevlogen je werk doen, goed gemutst thuiskomen van je werk, werk gemakkelijk van je af kunnen zetten, zin en ruimte hebben om leuke dingen te doen.
Leven in je werk en daarbuiten
Het is niet gezond, als je voor je gevoel pas weer gaat leven als je werkweek begint.
Als je geluk afhangt van wat je doet en wie je bent in je werk. Als je alleen voldoening ervaart en levensgeluk in je werk en niet daarbuiten.
Anderzijds is het niet gezond, als je pas weer tot leven komt als het weer weekend is.
Als je je ongelukkig voelt op je werk en je weekend nodig hebt om weer enigszins op te bloeien. Bijvoorbeeld omdat je op je werk totaal niet tot je recht komt. Of dat je in een omgeving verkeert waarin je wegkwijnt, in plaats van dat je groeit en bloeit.
Werk als een van de levensterreinen
Je leven is meer dan werk.
Bij het formuleren van je persoonlijke missie heb je dus ook niet alleen aandacht voor werk. Sterker nog, leven komt op de eerste plaats. Werk is een van de levensterreinen.
Ook voor jou zijn naast werk vast ook andere levensterreinen belangrijk. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan relaties (partner, kinderen, familie, vrienden), gezondheid, persoonlijke ontwikkeling, spiritualiteit, vrije tijd en hobby’s.
Het is dan ook mooi als je naast je werk voldoende aandacht en ruimte hebt voor andere zaken die belangrijk voor je zijn.
Zodat je na een fijn weekend weer met een voldaan gevoel aan het werk kunt gaan.
En na een werkdag en werkweek met een voldaan gevoel kunt uitzien naar vrije tijd die je kunt besteden aan de zaken die naast werk belangrijk voor je zijn.
Heb jij nog geen goed beeld van waar jij warm voor loopt?
Vind je het moeilijk om balans te creëren tussen je werk en wat daarnaast waardevol voor je is?
Neem gerust vrijblijvend contact met me op. Graag maak ik tijd voor je vrij om je vragen te beantwoorden.