Tag Archief van: ideale baan

Zeven tips om jouw LinkedIn profiel zo aan te passen, dat het je helpt om succesvol een loopbaanswitch te maken

 

Als je met een auto van richting wilt veranderen zet je je richtingaanwijzer aan, dan zien de andere weggebruikers wat je van plan bent. Soms vinden mensen het eng om van (rij)baan te veranderen en blijven ze maar doorrijden op dezelfde baan.

Wil je een loopbaanswitch maken, dan is het eigenlijk niet anders.

Zoals je in druk verkeer een signaal af geeft als je van richting wilt veranderen en tijdig voorsorteert om een afslag te nemen, zo doe je dat ook als je succesvol een loopbaanswitch wilt maken.

In een van mijn vorige artikelen ‘Hoe je succesvol een loopbaanswitch kunt maken’ heb je kunnen lezen hoe LinkedIn daarbij voor jou van betekenis kan zijn.

Maar hoe pas je jouw LinkedIn profiel aan, zodat het je helpt om succesvol die loopbaanswitch te maken?

 

Hoe je jouw LinkedIn profiel optimaliseert voor een loopbaanswitch©foto: Twin Design / Shutterstock.com

 

Het is best spannend om op je LinkedIn profiel openbaar te maken dat je een andere richting in wilt slaan

 

Openbaar maken dat je een loopbaanswitch wilt, is nog iets heel anders dan dat met anderen delen in kleine kring.

Soms zijn mijn coachklanten in eerste instantie enigszins terughoudend om hun loopbaanwens openbaar te maken. Bijvoorbeeld op hun LinkedIn profiel.

Angst speelt daarbij een rol. Bijvoorbeeld angst om de huidige baan te verliezen. Want wat zal mijn leidinggevende of wat zullen mijn collega’s wel niet denken als ze op LinkedIn lezen dat ik me aan het oriënteren ben naar een volgende stap in mijn loopbaan?

LinkedIn helpt je hierbij een beetje. Je kunt je instellingen zo aanpassen dat voor recruiters wel zichtbaar is dat je beschikbaar bent voor een nieuwe uitdaging, terwijl je dat niet openbaar hoeft te maken. Sommigen kiezen dan ook voor deze veilige weg. Jij misschien ook wel.

Maar wil je een loopbaanswitch maken, dan gaat deze mogelijkheid jou niet echt helpen. Want heb je jouw LinkedIn profiel niet toegespitst op de loopbaanswitch die je wilt maken, dan word je gevonden voor werk in de lijn van wat je tot nu toe hebt gedaan. En dat is niet waarnaar je op zoek bent.

 

 

Treed met je wensen naar buiten, als de tijd daar rijp voor is

 

Zorg dat je een helder beeld kunt schetsen van wat je wilt bereiken. Want als je jouw doel goed weet te visualiseren, dan bevorder je jouw kansen op succes.

Vervolgens is het cruciaal dat je er zelf in gelooft dat het je gaat lukken om dat doel te bereiken. Er zelf in geloven is een noodzakelijke voorwaarde om met je wensen door je omgeving serieus genomen te worden.

Dus zorg voor een goede timing. Kom pas met je wensen naar buiten als het vertrouwen in je eigen kansen sterk genoeg is om eventuele kritiek van je omgeving positief te kunnen verwerken.

En wellicht ook pas, nadat je in kleine kring jouw wensen kenbaar hebt gemaakt. En bijvoorbeeld jouw leidinggevende en jouw directe collega’s op de hoogte zijn van jouw wensen.

 

 

Tips hoe je jouw LinkedIn profiel optimaliseert voor een loopbaanswitch

 

Zeven tips om jouw LinkedIn profiel aan te passen, zodat het je helpt om succesvol een loopbaanswitch te maken:

 

1. Zet in je kopregel de functienamen die gangbaar zijn voor het werk dat jij wilt doen.

En zet achter de functienamen: | beschikbaar.

In een vorig artikel kun je nog eens nalezen hoe je de beste trefwoorden vindt voor je LinkedIn profiel.

 

2. Geef in het blok ‘Info’ aan, dat je je aan het oriënteren bent in het kader van een nieuwe loopbaanstap.

En beschrijf hoe het werk eruitziet dat je wilt doen.

In mijn loopbaantrajecten kom je tot een antwoord op de vragen ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk’?

Met name het antwoord op de eerste twee vragen is belangrijk om op te nemen in het blok ‘Info’ op je LinkedIn profiel.

Dan krijgt de bezoeker van jouw profiel een helder beeld van de richting die jij uit wilt gaan. En kan die je tippen als hij iets ziet of hoort, dat past in het door jou geschetste profiel van jouw ideale werk.

En zorg dat ook in het blok ‘Info’ de trefwoorden terugkomen waarop jij gevonden wilt worden. Wat dat betreft is enige kennis van SEO echt noodzakelijk om gevonden te worden voor fijn werk.

 

3. Schrijf jouw werkervaring toe naar de functie die je beoogt.

Licht bij jouw werkervaring met name die ervaring eruit, die aansluit bij de competenties en de ervaring die gevraagd worden in het werk dat jij wilt doen.

Maak door het aangeven van resultaten bij je werkervaring aannemelijk dat je de gevraagde competenties bezit. Ook al heb je die nog niet toegepast in het beoogde werkveld en/of vakgebied.

Met jouw LinkedIn profiel is het eigenlijk niet anders dan met jouw cv. Ook jouw cv spits je steeds toe op de functie die je beoogt.

 

 

En verder:

 

4. Licht bij jouw opleidingen die opleidingen, trainingen en cursussen eruit, die relevant zijn voor het werk dat je wilt doen.

Heb je bijvoorbeeld ruim twintig jaar bij een bank gewerkt en wil je nu een loopbaanswitch maken, ga dan niet alle gevolgde financiële opleidingen breed uitmeten.

Leg afhankelijk van de functie die je beoogt, bijvoorbeeld het accent op de door jou gevolgde bachelor Management en de opleiding met betrekking tot inspirerend, verbindend en slim leidinggeven.

 

5. Kies bij de vaardigheden, die vaardigheden die jij met het oog op jouw loopbaanswitch in de kijker wilt zetten.

En zorg voor onderschrijvingen.

 

6. Ga bedrijven volgen die voor jou interessant zijn in het kader van jouw loopbaanswitch.

Want die bedrijven zijn ook zichtbaar op jouw LinkedIn profiel. Niet voor niets onder de kop ‘interesses’. Maak dus jouw interesses zichtbaar.

 

7. Zorg voor aanbevelingen, toegeschreven naar het werk dat jij wilt doen.

Kun je daarvoor nog wat tips gebruiken?

Lees daarvoor mijn artikel over hoe je gericht kunt vragen om aanbevelingen op LinkedIn.

 

 

Tot slot

 

Voor mij is het steeds weer een mijlpaal, als een coachklant overtuigend met zijn loopbaanwensen naar buiten durft te treden. Bijvoorbeeld op zijn LinkedIn profiel.

Yes!

Een cruciale stap in het realiseren van het ideale werk is dan gezet.

Een heel proces is er vaak aan voorafgegaan. In dat proces is gebouwd aan een stevig fundament; een van de voorwaarden om je wens met betrekking tot het maken van een loopbaanswitch te vervullen.

 

Mis je zo’n fundament?

Neem gerust contact met me op. Samen bekijken we dan, wat jij nodig hebt om succesvol jouw loopbaanswitch te maken.

 

 

 

 

Talent moet je ontwikkelen en onderhouden

 

Als je me al langer volgt, dan weet je misschien dat keramieken een van mijn hobby’s is. Lekker met mijn handen in de klei, al dan niet op de draaischijf.

Om allerlei redenen heb ik dat inmiddels alweer een hele tijd niet gedaan. Een van die redenen is dat mijn atelier tijdelijk een andere bestemming heeft. Waardoor ik daar niet aan het werk kan.

Dat begint steeds meer te kriebelen. Soms word ik er ook een beetje onrustig van.

Onze servieskast staat vol met kommen en schaaltjes die ik zelf heb gedraaid. Sommige echt al heel lang geleden. Zo had ik onlangs een van die schaaltjes in mijn handen. Als vanzelf liet ik het schaaltje door mijn handen gaan om de vorm af te tasten en te ervaren of die soepel loopt. Het betreffende schaaltje ‘liep’ wonderbaarlijk gaaf. En het is ook strak geglazuurd.

 

talent ontwikkelen

 

Het moment suprême bracht me enigszins in verwarring. Enerzijds was ik trots. Anderzijds werd ik er onzeker van. ‘Ik weet niet of ik dat nog wel kan’, zei ik tegen Martin. ‘Ik heb het al zo lang niet meer gedaan.’

Het voorval deed me terugdenken aan de tijd dat ik regelmatig achter de draaischijf zat. In zomervakanties was ik soms een paar weken achter elkaar van huis, op cursus bij gerenommeerde keramisten.

En dan was ik niet alleen bezig met mooie kommen en schalen draaien, maar ook met experimenteren met glazuren en stoken. Dat laatste niet alleen elektrisch of in een gasoven (al dan niet zoutstook), maar ook raku, pitfire, of in een houtoven. Voor het stoken van de houtoven draaiden we in shifts, waaronder ook de nachtelijk uren. Want je moest het vuur wel gaande houden door hout te voeren.

 

Ik heb heel veel zin om de draad weer op te pakken. Ook al weet ik nog niet hoe me dat afgaat.

Ik ben overigens niet de enige die zin heeft om weer te gaan ‘keramieken’. Een van onze kleinzonen schreef op de kaart voor mijn verjaardag: ‘Ik kan niet wachten om een keer iets met jou te keramieken!’

Voor mij is dat een extra stimulans om zodra het atelier weer vrij is, in mijn eentje op te starten. Me te heroriënteren op hoe het allemaal ook alweer moest en het vormgeven weer enigszins in de vingers te krijgen.

Want ik kan in het verleden dan wel veel mooie dingen hebben gemaakt, talent moet je onderhouden en liever nog, door ontwikkelen. Want stilstand is achteruitgang.

 

Dat geldt ook voor werk.

In onze samenleving, waar verandering constant is, is het cruciaal om je talenten te onderhouden en je te blijven ontwikkelen.

Het is aan jou om actief vorm te geven aan jouw persoonlijke en professionele groei. Dat betekent stappen zetten om iets voor elkaar te krijgen. Ontdekken wat je graag wilt, wat je belangrijk vindt. Met kleine aanpassingen je werk veranderen, verbeteren; jobcraften.

Zodat je werk doet dat je belangrijk vindt, waar je je talent kan ontwikkelen, waarmee je succes hebt.

 

 

Ben je onzeker over welke stappen je kunt zetten? Of wil je ontdekken hoe je jouw persoonlijke kwaliteiten optimaal inzet in je werk?

Wil je meer inzicht in jezelf, stilstaan bij je sterke punten, je drijfveren en weten welk werk het beste bij je past?

Bel me (06-54762865/ 0575-544588) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Onlangs las ik het boek ‘Het verborgen leiderschap van oudste dochters’, van Aike Borghuis.

‘Veel oudste dochters zien zichzelf niet als leiders, maar ze zijn het wel’ zegt Aike Borghuis.

Ik ben zo’n oudste dochter. Uit een gezin van zeven kinderen, vijf jongens en twee meisjes. Twee broers heb ik boven mij.

Ik zie mezelf niet echt als een leider, maar kennelijk word ik door mijn omgeving soms wel zo ervaren. Ik herinner me dat ik jaren geleden, toen onze vier kinderen nog thuis woonden, door mijn partner weleens moeder-overste werd genoemd. Dat zag ik toen echt niet als een compliment. Ook al was een van mijn lievelingstantes moeder-overste van de Medische Missiezusters.

 

Mijn plek in het gezin waarin ik ben opgegroeid heeft mij gevormd. Al op jonge leeftijd, ik denk dat ik een jaar of tien of elf was, hielp ik als vanzelfsprekend mijn moeder in het huishouden. Voor schoonmaakwerk was er huishoudelijke hulp. Maar bijvoorbeeld elke maandagavond, zorgde ik voor de warme maaltijd, terwijl mijn moeder de was streek. Want maandag was ‘wasdag’. Ik zie het nog voor me. Mijn moeder achter de strijkplank en ik achter het fornuis. Meestal bereidde ik nasi of een of ander gerecht met pasta. En dan voor negen personen. Lekker grote hoeveelheden in grote pannen. Ik genoot van de vrijheid en verantwoordelijkheid die ik kreeg, want ik mocht zelf bedenken wat ik ging koken en hoe ik dat ging doen.

Ik denk dat daar ook mede de wortels lagen van wat jarenlang mijn droomwens was: een jaar een berghut runnen met alles wat daarbij komt kijken. Geïnspireerd door eigen ervaring met het maken van huttentochten.

 

 Leiderschap in mijn werk als loopbaancoach

 

Bergwandelaars en klimmers een gastvrij onthaal bieden, een lekkere en voedzame maaltijd voor ze bereiden en een jaar rond, alle seizoenen in de bergen meemaken. Dat leek me geweldig. Alhoewel ik me achteraf realiseer dat ik misschien een al te romantisch beeld daarvan had. En weinig oog voor de onaantrekkelijke aspecten van het zijn van hüttenwirt.

 

Maar je kunt het geloven of niet, ik geniet nog steeds van het gastvrij onthalen en zorgen voor grote gezelschappen, het bereiden van gerechten in grote potten, pannen en schalen en ja, het regisseren van alles wat er komt kijken bij een grote familiehappening of anderszins een feestpartij.

Het zijn voor mij voorbeelden van activiteiten waarbij ik kwaliteiten inzet als de verantwoordelijkheid nemen, zorgzaam zijn voor mensen om me heen, gericht zijn op mijn omgeving, het versterken van het geheel en van betekenis willen zijn met wat ik doe. Het zijn kwaliteiten, die Aike Borghuis ziet als kwaliteiten van oudste dochters en als verborgen leiderschap.

Wat dat laatste betreft was het misschien toch niet zo vreemd, dat mijn leidinggevende bij de Academie Mens en Arbeid indertijd geïnteresseerd aan mij vroeg of ik gesolliciteerd had naar de functie van opleidingsmanager van de PABO. Ik was verrast door zijn vraag. Want geen haar op mijn hoofd had erover gedacht om naar die functie te solliciteren. Mijn reactie was dan ook: “Laat mij maar lekker met de studenten werken.”

Want ik kan als oudste dochter misschien wel kwaliteiten ontwikkeld hebben die je van een leider kunt verwachten, of ik blij word en energie krijg van het inzetten van die kwaliteiten in een functie als bijvoorbeeld opleidingsmanager, is voor mij nog maar de vraag.

 

Maar misschien ga ik dan uit van wat Aike Borghuis noemt een ‘oud’ beeld van leiderschap.

Voor haar was de definitie van Brené Brown over leiderschap een eyeopener:

Een leider is iemand die de verantwoordelijkheid neemt voor het herkennen van het potentieel in mensen en ideeën, en de moed heeft om dat potentieel te ontwikkelen’.

En ja, dat is wat ik doe, zowel privé als in mijn werk als loopbaancoach.

In die zin ben ik dus een leider. En wil ik dat ook graag zijn.

 

 

Ervaar je op dit moment weinig plezier en voldoening in je werk?

Wil je jouw persoonlijk leiderschap ontdekken en ontwikkelen? En zelf de regie pakken over jouw loopbaan?

Meld je aan voor de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’. Tot vrijdag 28 juli profiteer je van de bonussen voor de vroegboekers.

Wil je eerst je vragen aan me voorleggen? Bel (06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust.

 

 

 

 

Betere antwoorden op loopbaanvragen door het aangaan van gesprekken

 

Veel van mijn coachklanten willen niet zomaar een baan. Zij zijn op zoek naar werk waarin hun kwaliteiten optimaal tot hun recht komen en werk waarmee ze een maatschappelijke bijdrage kunnen leveren.

Ze willen van betekenis zijn met het werk dat ze doen.

Maar hoe die betekenis dan concreet ingevuld moet worden? Of in welke richting je dan moet denken?

Misschien heb jij je die vragen ook al eens gesteld.

Om te komen tot een antwoord op je loopbaanvragen kun je in eentje gaan reflecteren, maar vaak kom je sneller tot een antwoord als je in gesprek gaat met een sparringpartner. Wie dat dan voor jou ook mag zijn.

Elke keer voelt het voor mij als loopbaancoach als een bijzonder voorrecht om die gesprekken te voeren. En kan ik samen met mijn coachklant genieten van hoe stap voor stap het antwoord op loopbaanvragen duidelijk wordt.

 

Vind het antwoord op je loopbaanvragen

 

Introspectie of outrospectie om te komen tot een antwoord op loopbaanvragen

 

Introspectie betekent letterlijk naar binnen kijken. Van een afstandje naar jezelf kijken: je eigen gedachten, gevoelens, motieven, gedrag, fantasieën.

Het kan je helpen om te komen tot antwoorden op je vragen, bijvoorbeeld loopbaanvragen. Je kunt antwoorden op loopbaanvragen zoeken en vinden in jezelf.

Daarbij stel je jezelf vragen en door in gesprek te gaan met jezelf probeer je te komen tot antwoorden.

Maar of die antwoorden kloppen? Of de beelden die jij in je hoofd hebt overeenkomen met de werkelijkheid? Dat is nog maar de vraag.

Bovendien loop je met introspectie het risico dat je in je eigen hoofd, wat ik noem, in rondjes blijft draaien.

Dus, wil je komen tot antwoorden op je loopbaanvragen beperk je niet tot introspectie. Ga gesprekken aan met anderen; outrospectie. Door het voeren van gesprekken, anders dan met jezelf, kun je achterhalen of de indrukken die je hebt kloppen. En kom je tot betere antwoorden dan wanneer je alleen naar binnen kijkt.

Overigens is outrospectie nog geen gangbaar woord. Ik hoorde het in een podcast van de HKU met Peter Henk Steenhuis. Als woord vind ik het een mooie tegenhanger van introspectie.

 

 

Een goed gesprek voeren betekent nadenken, woorden vinden, jezelf of de ander bevragen

 

Een goed gesprek voeren gaat niet iedereen even makkelijk af. Het vraagt oefening, training.

Ik ervaar dat in coachtrajecten. Dat begint al, als we bezig gaan met het werken met succesverhalen en met name het benoemen van kwaliteiten.

In eerste instantie laat ik de ander benoemen welke kwaliteiten zij laat zien in het door haar geschreven verhaal. Vaak heeft betreffende persoon daar wel een beeld bij, maar hoe dat beeld te beschrijven is vaak lastig. ‘Ja, hoe zeg je dat?’ is dan een reactie die ik vaak hoor.

Als ik dan kenbaar maak hoe ik de kwaliteit omschreven heb, dan hoor ik met regelmaat: ‘Ja, dat heb je goed omschreven’. En soms: ‘Nee, dat is het niet echt, maar het gaat wel in die richting’. Al doorvragend en doorpratend komen we dan tot een label of omschrijving die past.

 

Het is de kunst om de juiste woorden voor de weergave van een specifieke inhoud of betekenis te vinden.

En niet iedereen is een taalkunstenaar of een taalwetenschapper.

En is iemand dat wel, dan kan het zijn dat die nog meer dan iemand die die achtergrond niet heeft, gaat wikken en wegen om te komen tot het juiste woord of de juiste woorden.

Zo gaf een van mijn coachklanten, een taalwetenschapper en communicatieadviseur aan: ‘Ik ga er nog eens goed over nadenken’.

Taalvaardigheid is een van haar kwaliteiten:

Door mijn gevoel voor taal en grote woordenschat kan ik me goed uitdrukken, zowel mondeling als schriftelijk. Ik kan in gesprekken woorden vinden die passen en in teksten zinnen maken die lopen. Door te spelen met taal ben ik in staat om nuances aan te brengen en te verwoorden wat mensen bedoelen. Weloverwogen kies ik de juiste woorden om contact te maken en verbinding te leggen. Daardoor voelen mensen zich gehoord en gezien.’

 

 

Een gesprek over loopbaanvragen krijgt diepgang door doorvragen

 

Een vraag, met name de ‘waarom-vraag’ doet nadenken.

Of varianten op die waarom-vraag, zoals: ‘Wat met name spreekt jou daarin aan?’ of ‘Wat in het bijzonder maakt dat belangrijk voor jou?

Door doorvragen kom je tot de essentie.

 

Zo had ik laatst een gesprek met een van mijn coachklanten over de bijdrage die hij wil leveren met zijn werk.

In eerste instantie was zijn antwoord: ‘Ik wil iets betekenen voor mensen, een maatschappelijke bijdrage leveren’.

Dat is een antwoord dat ik vaak hoor en dat heel algemeen en heel breed is. En dat dus vraagt om specificering, wil het richting geven.

Mijn volgende vraag in dit voorbeeld was: ‘Wat boeit je daaraan?’. Zijn antwoord daarop: ‘Verbeteren van een situatie, verbeteren van processen’.

Wat mij deed doorvragen: ‘Welk facet daaraan intrigeert je het meest?’. Waarop hij antwoordde: ‘Het verbeteren van de rechtspositie van mensen’.

Mijn volgende vraag: ‘Wat intrigeert je daaraan weer het meest?’. Ik kreeg als antwoord: ‘Rechtvaardigheid, eerlijke behandeling’.

Waarop weer mijn vraag: ‘Als je denkt aan rechtvaardigheid, eerlijke behandeling, waar zou je specifiek een bijdrage aan willen leveren?’. Zijn antwoord: ‘Rechtvaardigheid voor mensen in een kwetsbare positie’.

Het gesprek was een mooi samenspel met voor de coachklant een verrassende, maar er snel over nadenkend, ook herkenbare uitkomst.

Zijn reactie:

Dan zouden opties als vertrouwenswerk bij een vakbond, belangenbehartiging, Ombudsman bij de Gemeente *******, Ombudsman voor kinderen, heel goed daarin passen.

Dat zijn opties waaraan ik weleens heb gedacht.’

 

Het was alsof een en ander op zijn plek viel. Het was een bevestiging van opties die al eens waren opgeplopt in zijn denken.

Voor mijn coachklant is nu de volgende stap het doen van zijn onderzoek in die richting.

 

 

Verder onderzoek doen door het aangaan van gesprekken

 

Heb je een beeld van de richting die je uit wilt gaan, dan is het zaak om door het aangaan van gesprekken verder je opties te onderzoeken.

Enerzijds om te achterhalen welke concrete opties passen bij het werk dat je wilt doen. Want, uitgaande van het boven beschreven voorbeeld, zijn er vast nog meer concrete functies waarin je een bijdrage kunt leveren aan rechtvaardigheid voor mensen in een kwetsbare positie.

Zo werkt een van mijn netwerkcontacten bijvoorbeeld als cliëntenvertrouwenspersoon Wet Zorg en Dwang.

Anderzijds kun je door het aangaan van gesprekken toetsen of het beeld dat jij van een specifieke functie hebt, overeenkomt met de werkelijkheid. En als dat beeld in de praktijk anders is dan wat jij je had voorgesteld, of dat werk dan nog bij je past.

En niet onbelangrijk bij het doen van je onderzoek is achterhalen in hoeverre er behoefte is aan mensen, die het werk doen dat jij zou willen doen.

Dat doet me denken aan het Ikigai concept.

Ikigai, een Japans concept, en de sleutel voor gepassioneerd leven. Met waar je goed in bent en met wat je graag doet jouw bijdrage leveren aan waar behoefte aan is en wat aansluit bij jouw persoonlijke missie. En waar je dan ook nog een mooi inkomen mee kunt genereren.

 

 

 

Wil je door het aangaan van gesprekken in een kleine groep gelijkgestemden inspiratie opdoen en begeleid komen tot antwoorden op je loopbaanvragen?

Wil je leren van elkaar en volop oefenen met het verwoorden van waar je goed in bent en wat belangrijk voor je is?

Lees mijn aanbod over de training Bouw je ideale loopbaan en meld je aan.

 

En wil je niet wachten tot september, maar nu werk maken van ander werk?

Neem gerust contact met me op.

 

 

 

 

Visualisatieoefeningen die je helpen om je een voorstelling te maken van wat jij in je leven wilt brengen

 

Visualiseren; je een beeld vormen van iets, je voorstellen hoe iets eruit kan zien, iets zichtbaar maken.

Je denkt misschien dat het bij visualiseren met name gaat om het zien. Maar dat is niet het geval.

Het woord visualiseren wordt vaak gebruikt in de zin van het inzetten van je verbeeldingskracht. Dat wordt ook wel imagineren genoemd. Dat klinkt een beetje archaïsch, maar imagineren is duidelijk een wat ruimer begrip dan visualiseren.

Bij imagineren wordt niet alleen een beroep gedaan op het zien, maar bijvoorbeeld ook op het horen, het voelen, het ruiken. Misschien zelfs het motorisch aspect.

Beide begrippen worden door elkaar gebruikt.

In mijn artikel reik ik je in aansluiting op een van mijn vorige artikelen een tweetal visualisatieoefeningen aan. Bij die oefeningen wordt niet alleen een beroep gedaan op het zien, maar ook andere zintuigen worden erbij betrokken.

 

 

Visualiseren is niets nieuws

 

Eigenlijk doe je dat dagelijks, maar meestal niet bewust.

Je maakt je een voorstelling van wat je wilt bereiken alsof het al werkelijkheid is. Bijvoorbeeld een gerecht dat je wilt maken, een taart die je wilt bakken, een feest dat je wilt geven, een klimrek dat je wilt timmeren, een zolder die je wilt verbouwen.

Je hebt alle kans dat je bijvoorbeeld het gerecht al voor je ziet. Dat je ruikt hoe het ruikt en dat je proeft hoe het smaakt. Misschien loopt het water je zelfs al in de mond als je eraan denkt.

Voor dat soort visualisaties heb je geen visualisatieoefeningen nodig. Dat doe je als vanzelf. Je bent er ook niet bewust mee bezig. De beelden, geuren en smaken dringen zich als vanzelf aan je op.

 

 

Visualiseren aan de hand van visualisatieoefeningen

 

Als je visualiseren als techniek gebruikt om je voor te stellen wat je in jouw leven wilt brengen, bijvoorbeeld jouw ideale werk, dan doe je dat heel bewust.

Je gaat er dan echt voor zitten. Je zorgt op de een of andere manier dat je je ontspannen voelt. En met behulp van je verbeelding maak je een plaatje van wat je wenst. Met als doel het gewenste daadwerkelijk in je leven te brengen. Daarin doen zoveel mogelijk zintuigen mee.

Dat kun je zelf doen aan de hand van visualisatieoefeningen. Bijvoorbeeld de oefening Twintig jaar na nu, die ik verderop in mijn artikel beschrijf.

 

Visualisatieoefeningen kunnen ook het karakter hebben van een geleide fantasie.

Bij een geleide fantasie laat je je meenemen in het verhaal dat iemand vertelt en je stelt je voor hoe dat is.

Aan de hand van het verhaal, laat je beelden, gevoelens, geuren, geluiden opkomen.

 

 

Een tweetal voorbeelden van visualisatieoefeningen

 

De eerste oefening is een creatieve schrijfopdracht. De tweede oefening is een afgeleide van een geleide fantasie, zoals ik die ook gebruik in de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’.

 

1. 20 jaar na nu

Plaats jezelf in de toekomst. Stel je voor, het is 20 jaar na nu. Je zit aan je kop koffie en op je tablet lees je de krant. En ja…………….. jouw naam kopt in de krant. Onder de kop een artikel over jou. Het verhaal gaat over jouw prestaties, jouw bijdragen, waar het gebeurde en wat dat wat jij gedaan hebt betekent voor andere mensen. Er staan ook uitspraken in van jou, je vrienden, je collega’s.

 

Neem een leeg vel papier en schrijf erboven: ‘Twintig jaar na nu’, gevolgd door de kop van je artikel.

Als je tevreden bent met je kop, veronderstel dat die kop de aandacht trekt van duizenden lezers.

Nu, geef ze het verhaal. Schrijf in het artikel alles dat je maar waar wilt maken in de komende twintig jaar. Vergeet om realistisch of pragmatisch te zijn. Droom, fantaseer, schrijf wat je wilt. Neem net zoveel ruimte als je wilt.

 

Als je klaar bent, herlees je verhaal en geniet ervan.

 

 

2. Visualisatieoefening ‘Je ideale werk’

In deze oefening maak je je een voorstelling van je ideale werk. Je gaat fantaseren hoe je ideale werk er concreet uitziet.

In de 3-daagse training ‘Bouw je ideale loopbaan’. is deze visualisatieoefening opgenomen als geleide fantasie. In het kader van dit artikel gaat het te ver om de hele opdracht in detail te beschrijven.

 

Ik geef je een aantal handreikingen om je op weg te helpen:

 

Hoe ziet in je ideale werk de omgeving eruit? Werk je binnen of buiten? Als je binnenshuis werkt, hoe ziet die ruimte eruit? En als je buiten werkt, hoe ziet je omgeving eruit?

Wat doe je op deze werkplek? Ben je veel op deze werkplek en wat ben je er aan het doen? Welke activiteiten doe je in je ideale werk?

Welke verantwoordelijkheden heb je? Werk je voor een grote of voor een kleine onderneming of werk je voor jezelf? Geef je leiding? En zo ja, aan veel of aan weinig mensen?

Welke talenten gebruik je en wil je ontwikkelen in je ideale werk? Welke uitdagingen kom je tegen die maken dat je jouw talenten zo volledig mogelijk kunt ontplooien?

Met wat voor mensen werk je samen? Als collega’s, als leidinggevenden?

 

Aan de hand van de vragen ga je visualiseren hoe het voor jou ideale werk eruitziet.

Je maakt er echt een ideaal plaatje van. Maak zichtbaar en voelbaar hoe het is om je ideale werk te doen.

 

En wil je de tijd en de rust pakken om geleid de hele visualisatieoefening te doen? Klik dan hier om deze te beluisteren.

 

Op die manier visualiseren zal je écht helpen om te realiseren wat je voor ogen hebt.

De ervaring van de handtherapeut in een van mijn vorige artikelen is daar een sprekend voorbeeld van.

 

 

 

Heb je nog geen helder beeld van hoe jouw ideale werk eruitziet?

Wil je door mij stapsgewijs begeleid aan het werk om te komen tot een antwoord op je vraag?

Bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

En balans is nodig om niet om te vallen.

Dat balans nodig is om niet om te vallen en vooruit te komen heb ik een kleine twee jaar geleden ervaren. Door wondroos aan een oor was mijn evenwichtsorgaan aangedaan. Ik heb nooit geweten dat je wondroos aan een oor kunt krijgen, terwijl je daar geen wondje hebt.

Toch was het zo.

Ik was totaal uit balans. Bij de trap aflopen moest ik me vasthouden aan beide leuningen. En voor een wandelingetje had ik een stevige hand nodig van Martin. En die moest voortdurend bijsturen om mij een beetje in het gareel te houden.

Alleen eropuit kon echt niet. Ik weet nog dat ik voor een bezoek aan de huisarts voor de deur werd afgezet met de auto. Als een dronken vrouw me vast moest houden aan deurstijlen. En in de gang houvast moest vinden door mijn handen steeds weer op de muur te zetten.

Ik kwam vooruit, maar hoe.

Toen het weer wat beter met me ging en ik weer wat stabieler kon lopen, wilde ik wel eens proberen of ik kon fietsen. Natuurlijk wel onder begeleiding.

 

Balans is nodig om vooruit te komen. Net als bij fietsen.

 

Martin voorop en ik braaf in zijn kielzog.

Dat ging best aardig. Zo aardig dat ik misschien een beetje overmoedig werd.

In het buitengebied van Zutphen, met weinig verkeer, trapte ik even lekker door om Martin te passeren. Dat ging prima en ik genoot van het weer vrij kunnen fietsen.

Na een paar honderd meter was ik nieuwsgierig of Martin mij volgde en waagde ik het om even achterom te kijken. Dat was dus niet slim. Ik raakte uit balans, maakte een U-turn, een draai van 180 graden, en kwam in omgekeerde richting in de berm tot stilstand. Gelukkig wel met beide voeten op de grond, alhoewel een beetje in onbalans.

Daarna was het wel afgelopen met de pret. Heel voorzichtig ben ik verder gefietst, braaf achter Martin aan en met mijn hoofd recht vooruit en strak vooruitkijkend.

 

Niet alleen fietsen en lopen, maar alles in het leven draait om balans.

Balans in je privéleven, in je werk en balans tussen je privéleven en je werk.

En zoals je met je fiets geen balans hebt als je stil staat, zo vraagt balans in je leven voortdurend om beweging.

Als je denkt dat je een goede balans gevonden hebt, dan komt er vaak wel weer iets op je pad dat noodzaakt tot bijsturing om weer in balans te komen. Bijvoorbeeld een extra opdracht of een zieke collega op je werk. Een ziek kind thuis of dat je bij moet sturen omdat je zelf weinig energie hebt.

Het is een kwestie van voortdurend manoeuvreren om met name je energie in balans te houden. Het is dan ook belangrijk om je ervan bewust te worden en voor jezelf in kaart te brengen wat je energie kost en wat je energie oplevert. Zodat je tijdig bij kunt sturen en balans kunt creëren.

 

 

Kost je werk je meer energie dan het je oplevert?

En vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen wat maakt dat je opbrandt, met als risico een burn-out?

Zou je weleens willen weten waar je aan kunt ‘sleutelen’, zodat je werk weer beter bij je past en je energie geeft in plaats van dat het je energie kost?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

Handreikingen om in de flowmodus te komen

 

Flow; je kent en herkent het zelf vast wel. Van die momenten dat je je helemaal ‘top’ voelt en topprestaties levert.

Dat je gefocust aan het werk bent en je werk superlekker loopt. Alsof het vanzelf gaat. En je je niet bewust bent van plaats en tijd.

Voor mij is dat bijvoorbeeld als ik een artikel schrijf en de tekst als het ware vanzelf uit mijn pen vloeit. Of als ik bezig ben met mijn keramiek en zodanig daarin opga, dat ik mijn omgeving en de tijd vergeet.

Of bij mijn coaching. Dat ik samen met mijn coachklant zo lekker aan het werk ben, dat het proces zich heel organisch voltrekt en een en ander zich gaande het proces ontvouwt.

Onlangs nog, had ik die ervaring en deelde die spontaan met mijn coachklant. Zelf voelend hoeveel energie het me geeft als ik lekker in de flow ben.

 

In de flow zitten is goed voor je lichaam en je geest. En weet dat flow universeel is; iedereen kan in de flow komen en je kunt zelf flow oproepen.

Ik geef je een aantal handreikingen om in de flowmodus te komen.

 

In de flow zitten is goed voor lichaam en geest

In de flow zitten voelt flowy

 

In flow leidt elke actie, elk besluit naadloos naar het volgende. Er is beweging, het proces vloeit voort.

Wat dat betreft vind ik flowy ook een mooi woord, ook al is het Engels. Het staat voor vloeiend, zwierig.

Zie je het voor je? Of ervaar je in je lijf hoe dat is?

Die vloeiende, zwierige beweging ontstaat niet vanzelf. Om de beweging op gang te laten komen, is focus nodig. Flow ontstaat alleen als je aandacht hebt voor waar je mee bezig bent.

 

 

Flow voelt niet alleen flowy, neurobiologisch is flow ook flowy

 

In flow worden er andere hersenstructuren actief.

Elke hersenstructuur die snelle besluitvorming zou kunnen belemmeren, wordt letterlijk afgesloten. Transient hypofrontality; de prefrontale cortex, het deel van ons brein waar de hogere cognitieve functies zitten, gaat langzamer werken.

De bewuste verwerking, het extrinsieke systeem, wordt ingeruild voor de veel snellere en efficiëntere verwerking van het onderbewuste, intrinsieke systeem.

Bovendien worden als je in flow bent, ook geluksstofjes als dopamine en endorfine aangemaakt.

Daarom voelt flow ook zo flowy en krijg je er energie van.

 

 

Vijf intrinsieke motivatiefactoren

 

Zoals gezegd, gaat in flow het extrinsieke systeem langzamer werken. Terwijl het intrinsieke systeem juist sneller gaat werken.

Het is dan ook geen wonder dat intrinsieke motivatoren een cruciale rol spelen bij het al dan niet in flow komen.

Bij die intrinsieke motivatoren kun je denken aan nieuwsgierigheid, passie, missie, autonomie en meesterschap.

Passie heeft daarbij niet alleen betrekking op wat je heel erg leuk vindt om te doen. Maar ook op waar jij graag een bijdrage aan levert. Omdat je bijvoorbeeld vindt dat we het tij moeten keren en zaken anders moeten organiseren: eerlijker, menselijker, inspirerender en innovatiever.

Passie in die laatste betekenis raakt aan missie. Meer daarover lees je in een van mijn vorige artikelen.

Meesterschap staat voor de drijfveer om goed, een expert te worden in wat je doet. En autonomie heeft te maken met vrijheid, die nodig is om je passie en je missie te volgen.

 

 

Fysieke en mentale gezondheid als fundament voor flowervaringen

 

Fysieke en mentale gezondheid zijn van invloed op in de flow komen. Heb daar dan ook aandacht voor.

Zorg bijvoorbeeld dat je zeven of acht uur slaapt, genoeg drinkt, goede voeding tot je neemt en een sociaal netwerk hebt voor support.

Realiseer je dat angst een negatieve invloed heeft op flow. Schrijf bijvoorbeeld eens dagelijks drie zaken op waarvoor je dankbaar bent. Dat heeft een positief effect op je welbevinden en vermindert angst.

 

 

Vind je eigen flow-triggers

 

Ga bij jezelf eens na wat momenten zijn dat je je het lekkerst voelt en betere prestaties levert? Schrijf die eens op.

En wat doe je mogelijk om ervoor te zorgen dat je gefocust met iets bezig kunt zijn en dus in de flow te komen? Heb je daar je eigen rituelen voor? Of neem je maatregelen zodat je niet uit je concentratie gehaald wordt?

Zet je bijvoorbeeld zoals Elke Geraerts, CEO van Better Minds at Work en doctor in de psychologie, een fysiek olifantje op je bureau of op je laptop? Om aan je omgeving te laten zien dat je geconcentreerd bezig bent en niet gestoord wilt worden? Of hang je een bordje ‘niet storen’ op je deur of gebruik je een app om niet gestoord te worden?

 

 

Psychologische triggers voor flow en je sociale omgeving als trigger

 

Bij psychologische triggers voor flow kun je naast de al genoemde gefocuste aandacht denken aan heldere doelen; weten wat je doet en waarom je het doet. En het gevoel hebben dat je ‘in control’ bent en competent voor wat je doet.

Ook directe feedback, weten hoe je iets nog beter kunt doen, helpt om in de flow te komen.

Je kunt je vast wel voorstellen dat je makkelijker in de flow komt als de taken waarmee je bezig bent het midden houden tussen te saai en te moeilijk; Goudlokje taken.

Met betrekking tot je sociale omgeving is het samen met gelijkgestemden bezig zijn met het realiseren van een duidelijk doel, een trigger voor flow. Net als goede communicatie met elkaar en als er serieus gewerkt wordt.

Een duidelijke einddatum waarop iets moet worden afgeleverd kan ook een trigger zijn. In die zin dat je niet het risico wilt lopen dat je niet op tijd kunt (op)leveren.

 

 

 

PS: Mis je momenten van flow in je werk?

Vraag je je af hoe je je werk meer naar je hand kunt zetten zodat het beter bij je past? Kun je je kwaliteiten onvoldoende inzetten? Of werkt de omgeving eerder negatief voor je in plaats van dat die je inspireert?

Maak een afspraak voor een oriënterend gesprek met deze link.

 

 

 

 

Wat te doen als je door vroege specialisatie in een richting belandt waarin je uiteindelijk niet gelukkig wordt?

 

Wat is een goede keuze? Die vraagt doet me weer denken aan mijn tijd als docent theorie en methoden loopbaanbegeleiding bij Saxion Hogeschool Deventer.

Over het antwoord op die vraag kun je hele discussies voeren. Het is maar vanuit welk perspectief je die vraag bekijkt.

Mijn stelling is: Maak je geen zorgen over een verkeerde keuze, zorg dat je goed toegerust bent voor je loopbaan en weet wanneer je bij moet sturen.

 

Bijsturen als je niet gelukkig bent met je werk

 

Al vroeg weten welke beroepsrichting bij je past of gaandeweg erachter komen

 

Ik weet niet welke van de twee opties het best bij jou past. Ik weet wel dat ikzelf er gaandeweg achter gekomen ben waar ik écht warm voor loop en welk werk optimaal bij me past.

Denkend aan mijn vorige artikel ben ik misschien een laatbloeier. Feit is in elk geval dat ik na mijn voortgezet onderwijs geen idee had in welke richting ik me verder wilde ontwikkelen. Ik wist wel dat ik niet het onderwijs in wilde. En een negatieve keuze is ook een keuze.

Ben je nieuwsgierig hoe mijn loopbaan pad is verlopen? Je leest het hier.

 

Hoe anders is het als je al heel vroeg en heel duidelijk weet welke richting je uit wilt. Als je bijvoorbeeld weet dat je dierenarts wilt worden, of huisarts. Of dat je van jongs af aan weet dat je sportjournalist of anderszins schrijver wilt worden. Of piloot.

En hoe vervelend en moeilijk het dan is als je die kans niet krijgt. Bijvoorbeeld omdat je uitgeloot wordt voor betreffende studie. En al dan niet als overbrugging op zoek moet naar een alternatief, in de richting van wat je beoogt.

Of dat je na een kostbare studie bijvoorbeeld niet als piloot aan het werk komt en je maar tevreden moet zijn met een baan als luchtverkeersleider.

 

 

Als het beoogde werk er in de praktijk anders uitziet of je het anders ervaart dan je had gedacht

 

Bijvoorbeeld het werk als huisarts. Dat je na je studie geneeskunde en de driejarige opleiding tot huisarts erachter komt, dat de verantwoordelijkheid als huisarts jou te zwaar valt. En dat je daarom je geroepen voelt om op zoek te gaan naar een alternatief.

Of dat je als gezelschapsdierenarts veel moeite hebt met de tijdsdruk in de dierenartsenpraktijk waarin je werkt. Je voortdurend het gevoel hebt dat je productie moet maken, in plaats van dat je het dier en de klant de aandacht en de zorg kunt bieden, die jou voor ogen staan.

Of dat je tijdens je master tandheelkunde en het eigenlijke werk met patiënten, erachter komt dat voor jou het werk als tandarts te veel curatief is. Dat je liever een bijdrage levert aan preventie. En misschien ook niet onbelangrijk, dat communicatieve en sociale vaardigheden een belangrijke rol spelen in je werk. Terwijl jij het met name mooi vindt om als tandarts ‘vakwerk’ te leveren.

Zo kan ik nog legio voorbeelden noemen, voorbeelden waaruit blijkt dat de specifieke beroepspraktijk er toch net iets anders uit kan zien dan je had gedacht toen je de keuze maakte voor die richting.

Dan is het de kunst om een alternatief te vinden.

 

 

Alternatieven, al dan niet aansluitend bij de richting die je uit bent gegaan

 

In mijn coachtrajecten brengen we jouw interesses en kwaliteiten in kaart en de omgeving die het beste bij jou past. We staan stil bij wat werk voor jou betekent en de bijdrage die jij wilt leveren met je werk.

Dat alles vormt de input voor het profiel van jouw ideale werk. Dat is het antwoord op de vragen ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?

Door het werken met ‘succesverhalen’ ervaar je letterlijk in je lijf waar je warm voor loopt. En welke alternatieven bij je passen.

Zo ervaarde een hbo-verpleegkundige die vastliep in haar werk als dialyseverpleegkundige dat ze energie krijgt van het werken met jonge kinderen. Ze heeft haar PABO-diploma weer ‘afgestoft’ en ze heeft, zoals ze het zelf noemt, ‘een heel leuke, fijne, positieve werkplek gevonden’. Ze gaat fulltime aan de slag als leerkracht.

De afgestudeerde huisarts heeft een mooi alternatief gevonden als arts bij de GGD. De masterstudent tandheelkunde heeft de overstap gemaakt naar bestuur en beleid in de gezondheidszorg.

De dierenarts is zich aan het oriënteren in de richting van het doen van research, uitwerken van casuïstiek, interpreteren van resultaten en adviseren met betrekking tot gezondheid en welzijn van dieren.

 

 

Tenslotte

 

Kun je wel wat tips gebruiken voor het maken van een loopbaanswitch? Die vind je hier:
Geen spijt van je loopbaanswitch
Hoe je succesvol een loopbaanswitch kunt maken
Als je een loopbaanswitch wilt maken, gaat je cv je niet helpen
Hoe je jouw LinkedIn profiel optimaliseert voor een loopbaanswitch
Drie aandachtspunten voor een succesvolle loopbaanswitch

 

 

 

 

Waarom het goed is om de tijd te nemen om stil te staan bij wat je echt wilt

 

Het is zo gek nog niet om een laatbloeier te zijn. Ik las het in een artikel in mtsprout. Het is goed om je de tijd te gunnen voor ontwikkeling en uitgebreid stil te staan bij wat je echt wilt. Want je bewust worden van je kwaliteiten en vervolgens ze op een voor jou zinvolle manier gebruiken om ze tot volle bloei te laten komen, is het fundament voor de ontwikkeling van een goed leven.

 

Debuut laatbloeier

copyright foto: Anton_Ivanov / Shutterstock.com

 

Het risico van zo vroeg mogelijk pieken en zo snel mogelijk carrière maken

 

Persoonlijke voldoening wordt te vaak ondergeschikt gemaakt aan professionele prestaties, volgens Rich Karlgaard, uitgever van Forbes Magazine en auteur van het boek Late Bloomers.

Vroeg presteren weerhoud je ervan om je passies te ontdekken.

In plaats van het hebben van diverse interesses, in de breedte te studeren en je tijd te nemen om jezelf te leren kennen, word je door je omgeving algauw aangemoedigd om een bepaalde richting te kiezen. En veilige, stabiele en lucratieve loopbaanpaden te volgen. Met als gevolg dat uitblinken in een specifieke beroepsrichting door velen wordt verkozen boven persoonlijke voldoening. Daardoor kunnen ze zichzelf in dat proces verliezen.

Dat doet mij denken aan iemand die ik heb geholpen met het maken van een cv, aangepast aan de vacature en het schrijven van een overtuigende sollicitatiebrief. Het betrof een zware functie. Een functie die een zware wissel zou trekken op zijn jonge gezin. Dat realiseerde hij zich goed. Hij besefte ook dat hij flinke concurrentie zou hebben van geïnteresseerden met meer levenservaring dan hij. Maar ondanks dat alles, wilde hij er als eind dertiger voor gaan. Voor hem was het een kans om een stapje hoger te komen op de ladder. En qua salaris in een hogere schaal. Helaas viel de keus op iemand met meer levenservaring dan hij. Voor zijn welbevinden misschien wel zo goed.

 

 

In plaats van vroeg pieken in een specialisme is het goed om je van jongs af aan breder te oriënteren

 

Het zijn juist de generalisten die op veel gebieden – vooral die complex zijn – uitblinken. Dat beschrijft David Epstein in zijn boek ‘Waarom generalisten verder komen’. Generalisten zijn creatiever, flexibeler en in staat om verbindingen te maken die hun meer gespecialiseerde collega’s niet zien.

Terwijl je misschien zelf als generalist zou denken, dat je minder waarde kunt leveren op de arbeidsmarkt omdat je geen specialisme hebt.

Ik hoor dat soms van coachklanten. Ze denken dat ze als generalist nergens écht goed in zijn, omdat ze zo breed georiënteerd zijn. Maar juist door die brede oriëntatie hebben ze zich breed ontplooid en breed ontwikkeld.

 

 

Met een laatbloeier is niets mis, integendeel

 

Het is goed om je de tijd te gunnen om je passies en je talenten te ontdekken.

Rich Karlgaard geeft in zijn boek Late Bloomers een wetenschappelijke verklaring voor het pas op latere leeftijd tot bloei komen.

Pas rond je vijfentwintigste zijn je hersenen voldoende ontwikkeld. Voor sommigen is dat zelfs nog iets later. En in feite pieken de capaciteiten van onze hersenen op verschillende leeftijden. We ervaren eigenlijk meerdere periodes van bloei in ons leven.

Doordat laatbloeiers de tijd nemen om hun weg in het leven te ontdekken, ontwikkelen zij sterke punten die zijzelf misschien niet direct als zodanig zien of ervaren. Bij die sterke punten kun je denken aan kwaliteiten als nieuwsgierigheid, inzicht, veerkracht, wijsheid, mededogen. Het zijn kwaliteiten die door werkgevers worden gewaardeerd en die zeker op een arbeidsmarkt die sterk aan verandering onderhevig is, heel waardevol zijn.

Levenservaring geeft laatbloeiers bovendien het voordeel dat ze minder gevoelig zijn voor wat anderen van hen denken. Ze zijn minder afhankelijk van de erkenning van anderen en ze hebben daardoor over het algemeen meer zelfvertrouwen. Als persoon ben je dan ook stabieler en voel je je vrijer.

 

 

Het is nooit te laat om jezelf te worden

 

Zo las ik dat Aristoteles zich pas wijdde aan schrijven en filosofie vanaf zijn vijftigste.

En aansprekend en misschien bekend is onderstaand voorbeeld, dat ik las in een artikel van Kevin Evers in Harvard Business Review:

In vrije vertaling:

Als je steeds weer vastloopt. Bijvoorbeeld zoals Joanne, een getalenteerde en creatieve vrouw, die hopte van baan naar baan in haar twenties, werkend als onderzoeker, secretaresse en docent Engels als tweede taal.

Ze was depressief, zag geen uitweg en voelde zich een totale mislukkeling. Maar ze eigende zich het gevoel van wanhoop toe en zette het om in iets positiefs. Doordat het haar niet gelukt was om een standaard loopbaan pad te volgen, voelde ze zich vrij om te doen wat ze altijd al had willen doen. Dat was fantasieverhalen schrijven voor kinderen. Zoals ze later zou vertellen, “Ik stopte met mezelf voor te doen alsof ik iemand anders was dan wie ik was.

Alle kans dat je van haar gehoord hebt of misschien zelfs werk van haar gelezen hebt.

Haar schrijversnaam is J.K. Rowling.

 

 

 

Ben je niet gelukkig met het loopbaan pad dat je tot nu toe gelopen hebt? En vraag je je, zoals een van mijn coachklanten, af ‘Wat zijn mijn ankers voor werkgeluk?’ en ‘Op welke plek in de organisatie functioneer ik het beste?’.

Neem contact met me op en leg je vragen aan me voor.

 

 

 

 

Waarom je met een moreel ambitieus leven niet vroeg genoeg kunt beginnen

 

‘Verspilling van talent is de grootste verspilling van onze tijd’; dat zegt Rutger Bregman in zijn artikel op decorrespondent.nl

‘Over de hele wereld zijn er miljoenen mensen die een grote bijdrage kunnen leveren aan een betere wereld, maar het niet doen.’

Een deel daarvan, ongeveer de helft van de wereldbevolking, krijgt daarvoor niet de kans. Maar het problematische is, dat met name de mensen die de kans wel krijgen, die kans onvoldoende benutten.

Enerzijds omdat ze blijven hangen in wat hij noemt ‘suffe, nutteloze of schadelijke banen’. Anderzijds door gebrek aan wat hij noemt ‘morele ambitie’; de wil om de wereld een veel betere plek te maken.

 

Verspilling van talent is de grootste verspilling van onze tijd

 

Verspilling van talent door de vele parttimebanen

 

We hebben nog steeds te kampen met krapte op de arbeidsmarkt.

Bij die krapte is het probleem niet zozeer dat de mensen er niet zijn, maar de mensen die er zijn, zorgen voor onvoldoende economisch aanbod.

Het gemiddelde aantal werkuren per week is 29. Zeven op de tien vrouwen in ons land werken tussen de 12 en 32 uur. En dat terwijl beneden de leeftijd van 35, vrouwen hoger opgeleid zijn dan mannen. En meisjes betere prestaties leveren in het onderwijs dan jongens.

Maar helaas, gaat twee derde van de vrouwen die hoger onderwijs hebben gevolgd, parttime werken. Of werkt misschien helemaal niet buitenshuis.

En ook steeds meer mannen hebben een parttimebaan.

 

 

Angst voor verandering; de eerste ouderdomsziekte die zich aandient

 

‘De meeste mensen die de dertig zijn gepasseerd veranderen nog maar zelden van koers. Wie eenmaal een labrador, een taartschep of een elektrische grasmaaier heeft, is doorgaans een verloren zaak.’, zegt Bregman.

Ook al moet ik glimlachen bij die uitspraak, ik ben het niet helemaal met Bregman eens.

Deels hoor ik als loopbaancoach redenen waarom mensen denken dat ze hun koers niet bij kunnen stellen, verantwoordelijk als ze zich voelen voor verplichtingen die ze zijn aangegaan. Zoals bijvoorbeeld de kosten van hun hypotheek of de levensstandaard die ze zich eigen hebben gemaakt. Die ze graag voortzetten en waarop ze niet in willen leveren.

Aan de andere kant komen mensen bij mij terecht met hun loopbaanvragen, juist omdat ze het verschil willen maken met de bijdrage die ze leveren met hun werk.

Omdat ze niet langer in hun ogen nutteloos werk willen blijven doen of niet langer een bijdrage willen leveren aan wat voor hen niet betekenisvol is. Bijvoorbeeld toezicht uitoefenen op het toezicht of een bijdrage leveren aan het verhogen van de omzet van het bedrijf, terwijl ze niet achter het product kunnen staan.

En dan gaat het met name om eind dertigers, begin veertigers.

 

 

Financially Independent, Retire Early (FIRE)

 

FIRE; het is maar hoe je ernaar kijkt.

Bregman ziet aanhangers van FIRE niet als ambitieus en niet als idealistisch in de zin van de wereld een betere plek maken.

Aanhangers van FIRE streven ernaar om in korte tijd zoveel mogelijk geld te verdienen en/of te maken bijvoorbeeld door beleggingen, zodat ze tussen hun dertigste en veertigste financieel onafhankelijk zijn en lekker vroeg kunnen genieten van het vrije, blije leven en hun pensioen.

Bijvoorbeeld het verhaal van Puck Landewé in de Volkskrant. Ze is nu 33 en verwacht over een jaartje niet meer te hoeven werken omdat ze dan in principe kan leven van haar rendement uit beleggingen.

Ernst-Jan Pfauth, zelf FIRE-aanhanger, kijkt daar in Opinie in NRC anders naar.

Hij heeft zich verdiept in de ideeën van Pete Adeney, de grondlegger van FIRE. Dan blijkt FIRE niet te draaien om maximaliseren van inkomen, maar om minimaliseren van uitgaven. Als je minder uitgeeft, hoef je ook minder te sparen om financieel vrij te zijn.

En Adeney gelooft dat als we niet meer afhankelijk zijn van een salaris, we ons inzetten voor zaken die we echt belangrijk vinden.

In Adeney’s visie is FIRE dus geen ‘snel rijk worden programma’. FIRE worden draait om keuzes maken. Wel met pensioen, maar niet stoppen met werken. FIRE draait dan om Happy, Opportunity-rich en Time-rich (HOT). Balans en levensgeluk in het hier en nu.

Dat klinkt heel anders dan in korte tijd zo snel mogelijk rijk zien te worden, zodat je zo snel mogelijk een vorm van vrijheid bereikt waarbij je ‘niets meer hoeft’.

 

 

Morele ambitie; de wil om de wereld een veel betere plek te maken

 

Ze zijn er, mensen met de ambitie van een carrièretijger in combinatie met idealisme. Ik denk daarbij meteen aan Greta Thunberg. Zelf heb je vast andere voorbeelden.

Mensen met morele ambitie hebben plichtsbesef; ze voelen het als een plicht om met hun talenten de wereld een veel betere plek te maken. Bovendien worden ze gedreven door pure ambitie. Ze geloven dat ze het verschil kunnen maken. Denken dat er veel meer mogelijk is dan dat we nu doen. En ze komen in actie.

 

Welke carrièreladder wil jij beklimmen?

Zie je je werk vooral als een bron van inkomsten? Misschien zelfs een beetje als een noodzakelijk kwaad? En ben je niet zo kritisch met betrekking tot de inhoud van je werk?

Of heb je wel degelijk ambitie en wil je werk maken van waar jij een bijdrage aan wilt leveren? Waar jij warm voor loopt om de wereld een veel betere plek te maken?

Wil je een moreel ambitieus leven leiden? Volgens Bregman kun je dan niet vroeg genoeg beginnen. Want voordat je er erg in hebt, zit je vast in een doorsneebaan met gouden handboeien en kun je nog geen fractie van je tijd en inkomen missen omdat je de nodige (en onnodige) verplichtingen al bent aangegaan.

Als je de sprong durft te wagen, dan zijn volgens Bregman de mogelijkheden eindeloos. Want juist omdat zoveel mensen hun talent verspillen, kunnen moreel ambitieuze mensen verschil maken.

 

 

Tot slot

 

Vind je je huidige baan vrij nutteloos?

Of vind je dat jouw baan niets of weinig toevoegt aan de samenleving?

Vind je je huidige baan misschien zelfs ronduit schadelijk?

Lees mijn boek WAT WIL IK NU ECHT? – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Ben je nieuwsgierig naar de mogelijkheden voor begeleiding op jouw weg naar mooi werk?

Neem contact met me op.