Tag Archief van: identiteit

In plaats van schaamte weg te drukken, durf erbij stil te staan 

 

Schaamte is een rotgevoel; dat zul je met me eens zijn. Als je je schaamt, dan wil je daarvan weg. Terwijl het juist goed is om erbij stil te staan. Omdat schaamte je de weg wijst naar jouw verlangen.

Schaamtevrij worden is de manier om schaamte in te zetten als krachtbron.

 

Schaamte wijst je de weg naar je verlangen

 

Verschil tussen schaamteloos en schaamtevrij

 

Ook al lijken de begrippen ‘schaamteloos’ en ‘schaamtevrij’ ogenschijnlijk op elkaar. Er is een wezenlijk verschil.

Ben je ‘schaamtevrij’, dan etaleer je je schaamte, in plaats van dat je je schaamte verbergt. Zoals Aukje Nauta in haar boek nooit meer doen alsof aangeeft: ‘Je kunt gelijktijdig trots zijn op wie je bent, wat je doet en weet en durft jezelf openlijk te schamen en je schaamte de vrije loop te laten.’

Schaamte is dus niet de tegenpool van trots; je kunt tegelijk schaamte en trots ervaren. Als je je schaamte paart aan trots, dan mag de schaamte er zijn. Dan laat je die vrij.

Bij ‘schaamteloos’ kun je denken aan lompheid, botheid, brutaliteit. Dat is dus echt totaal anders.

 

 

Je schaamte onderzoeken om te komen tot inzichten met betrekking tot je verlangen

 

Om schaamtevrij te worden helpt het om je schaamte zorgvuldig te gaan onderzoeken.

Aukje Nauta beschrijft 5 stappen om te komen tot diepere inzichten over wat je werkelijk wilt.

 

Stap 1: Herken de schaamtesignalen

Mensen die zich schamen verbergen zich voor de buitenwereld of gaan het gevecht aan; flight of fight.

Misschien is ‘flight’ voor jou persoonlijk herkenbaarder dan ‘fight’.

Zowel bij vluchten als bij vechten probeer je de kloof die je bij schaamte ervaart, tussen wie je bent en wie je graag wilt zijn, te dichten.

Bij vluchten bijvoorbeeld door je klein te maken of je handen voor je ogen te slaan. Maar het kan ook zijn dat je in gesprekken met collega’s, vrienden of familie oppervlakkig blijft, omdat je een open gesprek wilt ontvluchten. En kiest voor onderwerpen die veilig voelen omdat er schaamte in het spel is.

Aukje Nauta zegt daarover: ‘De belangrijkste indicator van schaamte is niet wat er gezegd wordt, maar wat er niet gezegd wordt.’

 

Stap 2: Erken de schaamte

Zeg tegen jezelf: ‘Hé, ik schaam me.’

En schaam je niet voor je schaamte.

Schaamte is tegelijk iets moois en iets lelijks.

Het mooie is dat schaamte laat zien dat je je bewust bent van je falen. Dat je inziet dat je sociaal en moreel tekortschiet. Dat er iets aan jezelf te verbeteren valt. Dat je je ervan bewust bent dat je kunt leren en groeien.

Het lelijke (of noem het, het vervelende, het voor jou negatieve) is dat schaamte je imperfectie laat zien in relatie tot anderen.

 

Stap 3: Beschrijf je schaamte

Schrijf echt op en omschrijf heel precies wat de kloof is tussen wie je bent en wie je wilt zijn.

En verder

 

Stap 4: Onderzoek je verlangen

Wat ligt er achter die norm waarvan je afwijkt, waardoor je dat gevoel van schaamte ervaart?

Welke waarde ligt er ten grondslag aan de norm of normen die jouw schaamte opwekken?

Doe zelfonderzoek naar het verlangen: omschrijf zorgvuldig wat je nu precies wilt en waarom je dat wilt:

  • Waar verlang jij ten diepste naar?
  • Wat wordt er gezien de groepsnorm van je verlangd?
  • Wat betekent die botsing voor wat je werkelijk wilt?

 

Stap 5: Onderzoek met wie je je wilt verbinden

Het verlangen achter je schaamte is volgens Aukje Nauta ten diepste een verlangen om erbij te horen, omarmd te worden, bemind te worden.

Je wilt je met anderen verbinden.

 

Samenvattend voor dit artikel en mijn vorige artikel:

Wil je schaamte inzetten als krachtbron voor leven en werken?

  • Het begint met het besef dat schaamte een krachtbron is
  • Schaamte is niet iets om weg te stoppen of te overschreeuwen
  • Schaamte is iets om te koesteren vanuit het besef dat je net als ieder ander mensen zoekt naar manieren om je liefdevol te verbinden met de mensen om je heen
  • Schaamte wijst je zodoende de weg naar je verlangen
  • Deel dus je schaamte, etaleer haar openlijk. Niet alleen verdwijnt dan het rotgevoel dat met schaamte gepaard, het opent ook de weg naar je verlangen door jezelf, je omgeving of allebei te verbeteren
  • Maak je verlangen manifest en realiseer je dat dat verlangen ook van betekenis is voor keuzes die je maakt in je loopbaan.


Zie je nog niet hoe je jouw verlangens kunt verbinden met je loopbaanoriëntatie? 

Ik help je graag op weg.

 

 

Eerste aanzet tot het benutten van schaamte als krachtbron

 

‘Oh, ik ben zo stom geweest’, zegt ze. Ze had gekeken op het profiel van een persoon die ze wilde contacten voor meer informatie over haar vraag. En had gezien dat hij teruggekeken had op haar profiel.

We voeren het coachgesprek online via Teams en terwijl ze het zegt, zie ik dat ze zich schaamt.

Als in een reflex pak ik het boek dat op mijn bureau ligt. ‘Daarvoor hoef je je niet te schamen. Daar is niets mis mee.’, zeg ik. En ik houd de cover van het boek voor de camera en vraag haar ‘Kun je het zien?’.

 

Ik heb het over het boek van Aukje Nauta met als titel nooit meer doen alsof en als ondertitel ‘Denk je schaamte om en maak het je kracht.’

Het boek ligt voor mij nog binnen handbereik omdat ik het net gelezen heb en nog even bij de hand wil houden.

 

Spontaan zeg ik tegen mijn klant ‘Je hoeft je helemaal niet te schamen, het is juist krachtig dat je actief op zoek gaat naar de persoon waarvan je inschat dat die voor jou van betekenis kan zijn. En dat je zijn profiel bekeken hebt om je alvast een beeld van hem te vormen.’

 

Je schaamte inzetten als krachtbron

 

Aukje Nauta, auteur van ‘Nooit meer doen alsof’

 

Ik ontmoette Aukje Nauta op een zogenoemde ‘Zalige zondag’ in de Theaterloods van Radio Kootwijk.

Aukje Nauta is psycholoog, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden, organisatieadviseur en voormalig kroonlid van de SER. Als loopbaanprofessional ken ik haar als spreker en schrijver over met name duurzame inzetbaarheid.

Zelf noemt ze zich een ‘nepprofessor’. Publiceren in wetenschappelijke tijdschriften doet ze nauwelijks meer en voor het begeleiden van promovendi heeft ze naar haar zeggen al helemaal geen tijd meer, op die ene dag in de week dat ze aan de universiteit verbonden is.

Ze focust nu op het populariseren van psychologische wetenschap. En is als wetenschapper lid van het team van de Theaterloods.

 

 

Wat is schaamte precies?

 

Aukje Nauta definieert schaamte als: ‘een sociale, morele, pijnlijke emotie die je ervaart als je vindt dat wie je bent niet voldoet aan bepaalde normen.’

 

Schaamte als een sociale emotie.

Als je je schaamt, zegt Nauta, dan ben je bang dat andere mensen je zien als incompetent, misvormd, belachelijk of anderszins onder de maat.

Als je je schaamt, dan strookt wat je doet niet met hoe het hoort en de schaamte maakt je daar pijnlijk van bewust.

Je hebt persoonlijk last van jezelf en dat wordt veroorzaakt doordat je je tegenover andere mensen niet goed genoeg voelt.

 

Schaamte als een morele emotie.

Mijn coachklant die op het profiel gekeken had van de persoon die mogelijk voor haar van betekenis kon zijn, schaamde zich omdat ze het gevoel had dat ze had zitten gluren op andermans profiel.

De schaamte deed haar beseffen dat dat misschien ongepast was en eigenlijk niet door de beugel kon.

In mijn optiek is het overigens ongepaster om anoniem profielen te bekijken, dan in alle openheid met je eigen profiel zichtbaar te zijn als bezoeker van het profiel van iemand anders.

Voor mij voelt anoniem een profiel bezoeken pas echt als ‘gluren’. Maar dat is heel persoonlijk.

 

Schaamte als pijnlijke emotie

Als je je schaamt, dan heb je het gevoel dat je tekortschiet. Je wordt je pijnlijk bewust van de discrepantie tussen wie je bent en wie je graag zou willen zijn.

En eigenlijk wil je je het liefst verbergen, maar juist door het schaamrood val je nog meer op en trek je juist de aandacht. Terwijl je dat nou net niet wilt.

Om niet gezien te worden kan het zijn dat je als in een reflex je gezicht verbergt door je handen voor je gezicht te slaan. Zoals kinderen hun handen voor hun gezicht kunnen houden om te manifesteren dat ze er niet zijn.

 

 

Je schaamte inzetten als krachtbron; een eerste aanzet

 

Aukjes definitie van schaamte – een sociale, morele, pijnlijke emotie die je ervaart als je vindt dat wie je bent niet voldoet aan bepaalde normen – geeft aan dat er achter schaamte iets moois zit.

Mensen willen deugen, voor zichzelf en voor anderen. Denk daarbij maar aan het boek van Rutger Bregman De meeste mensen deugen. En volgens Nauta is ‘deugen’ het verlangen waar schaamte je op wijst.

Schaamte wordt voor jou een krachtbron als je ontdekt dat er een verlangen achter verborgen is, een verlangen om te deugen.

 

Welke stappen daarvoor nodig zijn, lees je in mijn volgende artikel.

 

 

 

 

Je werk als deel van je identiteit 

 

‘Wie ben je?’, ‘Wat doe je?’; alle kans, dat je je werk ter sprake brengt bij het beantwoorden van die vragen.

Bij netwerkbijeenkomsten of anderszins bijeenkomsten die op de een of andere manier te koppelen zijn aan werk, kan ik me goed voorstellen dat je in eerste instantie aangeeft wat je doet qua werk.

En misschien in een later stadium van het contact vertelt over jouw privé situatie.

Je spendeert veel tijd aan je werk. Het is dan ook helemaal niet gek dat je identiteit voor een deel gevormd wordt door je banen, functies en je carrière.

Maar wat als je jouw identiteit ontleent aan je werk? Wat als jouw professionele identiteit allesbepalend is?

 

Mozaïek van identiteiten

 

Mozaïek van identiteiten

 

In een artikel van mt/sprout las ik over een mozaïek van identiteiten.

Dat is een beeld dat mij aanspreekt. Je werk is deel van je identiteit, maar in mijn optiek ben je niet wat je doet als werk. Je bent meer dan dat.

Identiteit is dan ook geen eendimensionaal concept, maar meer een bouwsel van verschillende delen. Delen die je ook kunt zien als rollen die je vervult.

Zo ben ik zelf bijvoorbeeld partner van M., moeder van vier ruim volwassen kinderen, grootmoeder van zeven kleinkinderen, zus van vijf broers en één zus. Maar ook auteur van ‘Wat wil ik nu echt?’, wandelmaatje, vriendin, keramist, tuinvrouw, leerling van mijn pianodocent. Dat alles naast mijn werk als loopbaancoach /outplacementconsultant.

En mijn identiteit is mede gevormd door mijn jarenlange ervaring als docent; docent handvaardigheid in het voortgezet onderwijs en docent theorie en methoden loopbaanbegeleiding in het hoger onderwijs.

Welke identiteit de boventoon voert, hangt af van de situatie en de mensen om me heen.

Alhoewel ik onderken dat het opgegroeid zijn in een gezin met zeven kinderen en mijn al met al bijna twintig jaar ervaring als docent, grote invloed hebben gehad op de ontwikkeling van mijn identiteit. Ik zie mezelf als een ‘sociaal dier’ en blijf in specifieke situaties ook een beetje een ‘juf’.

 

 

Wat als je je hele identiteit ontleent aan je werk?

 

Misschien ken jij ze ook; mensen die hun hele identiteit ontlenen aan hun werk. Ze zijn wat ze doen in hun werk en ontlenen ook de meeste zin, voldoening aan hun werk.

Stel je eens voor wat er dan gebeurt als je ontslagen wordt of verplicht moet stoppen met je werk omdat je de pensioenleeftijd hebt bereikt. Wie ben je dan nog zonder je werk?

Een identiteitscrisis ligt dan op de loer.

 

Dat doet me denken aan de zogenaamde PIZ-trainingen; Pensioen In Zicht.

Zo’n training helpt je om de balans op te maken van het werkzame leven en zelfbewust lijnen uit te zetten voor die eerste periode na het werk.

Ik zie op internet dat ze nog volop worden aangeboden, dus waarschijnlijk voorzien ze nog steeds in een behoefte.

 

 

Een identiteitscrisis ligt ook op de loer als je verstrengeld zit in werk dat niet bij je past

 

Een ander aspect van identiteit is dat je drager bent van een set van normen en waarden. Die normen en waarden kunnen onder spanning komen te staan als je werk daar niet langer mee matcht.

Ik zie dat bij mijn klanten. Met enige regelmaat is dat ook de reden waarom mensen een beroep doen op mij als loopbaancoach.

‘Waar ben ik eigenlijk mee bezig?’, ‘Waar lever ik een bijdrage aan?’ ‘Is dit wat ik wil?’, ‘Is dit wat bij mij past?’, zijn vragen die hen bezighouden.

Je werk past dan niet (langer) bij wie jij bent of wie jij wilt zijn. Dat heeft alles te maken met wat werk voor jou betekent en de bijdrage die je wilt leveren met je werk; je persoonlijke missie en je missie met betrekking tot werk.

 

 

In hoeverre is jouw professionele identiteit dominant?

 

Vraag je jezelf af of je je identiteit te veel laat bepalen door je werk, zodanig dat je verstrengeld bent met je werk?

Laat je gedachten eens gaan over onderstaande vragen, geïnspireerd door het artikel van Charlotte Post voor mt/sprout:

  1. Hoeveel denk je na over je baan buiten je werkomgeving?
  2. Vind je het moeilijk om deel te nemen aan gesprekken met anderen die niet over je werk gaan?
  3. Hoe beschrijf je jezelf? Hoeveel van deze beschrijving hangt samen met je functie, titel of bedrijf? Hoe snel vertel je mensen die je net hebt ontmoet over je baan?
  4. Waar breng je de meeste tijd door?
  5. Heeft iemand ooit tegen je geklaagd dat je te veel op je werk zit of thuis aan het werk bent?
  6. Heb je naast je werk hobby’s waar je je ei in kwijt kunt?
  7. Hoe zou je het vinden als je niet meer verder zou kunnen met je huidige werk of je beroep?

 

Tot slot

 

Helemaal opgaan in je werk en je hele identiteit ontlenen aan je werk is niet per definitie problematisch. Bijvoorbeeld niet als je er bewust voor kiest.

Pas als het ongezond wordt voor jezelf of je omgeving, ben je een slaaf van je werkidentiteit.

 

 

Heb je het gevoel dat je werk niet langer bij je past? 

‘Waar ben ik eigenlijk mee bezig?’, ‘Waar lever ik een bijdrage aan?’ ‘Is dit wat ik wil?’, ‘Is dit wat bij mij past?’; zijn dat vragen die je bezighouden?

Neem gerust contact met me op voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.