Tag Archief van: passende baan

Waarom minder uren werken lang niet altijd de oplossing is als je grote werkdruk ervaart.

 

Je bent goed gek’, zei mijn man. ’Dan ga je nog meer werken in je eigen tijd.’

Ik herinner het me nog goed. Het was jaren geleden, voordat ik als zelfstandig ondernemer aan het werk ging.

Al met al heb ik 25 jaar als docent in het onderwijs gewerkt. Vier jaar als docent handvaardigheid, zeven jaar als docent Algemene Onderwijskunde, vier jaar als docent gesprekstechnieken en observatiekunde en tien jaar als docent theorie en methoden loopbaanbegeleiding.

Met uitzondering van de jaren als docent handvaardigheid, heb ik steeds deeltijdbanen gehad. Met wisselende taakomvang, variërend van 0,4 tot 0,7 fte met soms een aanvulling tot 0,9 fte. Afhankelijk van de vraag.

Bij tijd en wijle was ik buiten mijn werkuren nog behoorlijk druk met mijn werk. Met name met het voorbereiden van mijn lessen en nawerk, zoals het beoordelen van opdrachten, nakijken van toetsen of het beoordelen van casuïstiek.

Dat deed me weleens verzuchten: ‘Misschien moet ik wat minder uren gaan werken.’

Maar of het verkleinen van je taakomvang dan de oplossing is?

 

Hoe kleiner de aanstelling, hoe meer werkdruk

 

Meerderheid van de docenten werkt niet voor niets in deeltijd

 

De gemiddelde aanstelling in het onderwijs is 28,8 uur.

Veel docenten werken parttime omdat ze anders hun werk niet afkrijgen. Of geen tijd meer overhouden voor wat naast hun werk belangrijk voor hen is.

Want werk je zelf fulltime in het onderwijs, dan zul je dat vast herkennen. En kijk je huiswerk of opdrachten bijvoorbeeld na in het weekend en bereid je je lessen voor in de avonduren, omdat je daar overdag niet aan toe komt omdat je dan je lessen geeft.

Parttime werken in het onderwijs heeft overigens niet alleen te maken met de keuze van de onderwijsgevenden. Als je de onderwijsvacatures een beetje in de gaten houdt, dat weet je dat veel parttimebanen worden aangeboden. Soms is het sprokkelen geblazen als je fulltime wilt werken. En wordt het bijvoorbeeld 0,4 fte op de ene school, aangevuld met 0,5 of 0,6 fte op een andere school.

En dan maar op en neer, van de ene school naar de andere en vergaderingen hier en vergaderingen daar. Waardoor het aantal uren dat je bezig bent met je werk alleen maar toeneemt. En de eventuele werkdruk eveneens.

In onderzoek van de Algemene Onderwijs bond (AOb) komt naar voren dat docenten structureel overwerken. Omgerekend naar fulltimebanen draaien docenten in het primair onderwijs een gemiddelde werkweek van 46,9 uur. Docenten in het voortgezet onderwijs komen aan 45,2 uur.

En ook docenten in het hoger onderwijs ervaren een steeds hogere werkdruk.

 

 

Werkdruk is niet hetzelfde als het druk hebben op je werk.

 

Het druk hebben op je werk is niet per definitie ongezond.

Je kunt het druk hebben op je werk en heel enthousiast zijn over wat je doet. Je voelt je betrokken bij je werk en de organisatie waarvoor je werkt.

Hard werken houd je dan goed vol, omdat je tijdens je werk vooral flow ervaart. Je gaat helemaal op in wat je doet, beleeft er plezier aan en bent intrinsiek gemotiveerd.

Als je bevlogen je werk doet, dan levert werk je energie op, in plaats van dat het je energie kost.

 

Ongezonde werkdruk levert werkstress op.

Bij een ongezonde werkdruk is er een structurele disbalans tussen wat er van iemand wordt verwacht op het werk en wat hij kan doen.

 

 

Er is een verschil tussen objectieve en subjectieve werkdruk

 

Bij objectieve werkdruk vraagt de uitvoering van het werk meer tijd van je dan je als medewerker beschikbaar hebt. Wil je dat als medewerker oplossen, dan kun je dat doen door te overwerken of accepteren dat er achterstanden ontstaan in het werk.

Subjectieve werkdruk heeft meer te maken met hoe jij als werkende de werkdruk beleeft. Daarbij maak je een inschatting van de taakeisen die aan je worden gesteld en de regelmogelijkheden die je ervaart. Die laatste hebben namelijk invloed op jouw beleving van werkdruk.

Zo werkt bijvoorbeeld een van mijn coachklanten structureel over, omdat na werktijd nog bloed- of urineonderzoekjes moeten worden gedaan of patiënten moeten worden teruggebeld. Het zou voor haar minder werkstress geven als ze daarin zelf zou kunnen sturen, bijvoorbeeld tussen de praktijkafspraken door tijd zou kunnen reserveren voor het terugbellen van patiënten. En bloed- en of urineonderzoeken zou kunnen uitbesteden aan de assistente.

Pogingen om haar afsprakenagenda zo in te richten dat ze in ‘werktijd’ de ruimte heeft voor taken zoals genoemd, blijken niet succesvol. Steeds weer wordt er in die geplande tijd een beroep op haar gedaan. En de assistentes zijn meestal op tijd naar huis, waardoor zij na ‘werktijd’ met regelmaat nog enige tijd bezig is voordat ze naar huis kan.

In een van mijn vorige artikelen lees je hoe taakeisen die aan je worden gesteld als stressoren kunnen worden ervaren, maar ook als uitdaging.

 

 

Minder uren werken is lang niet altijd de oplossing als je grote werkdruk ervaart

 

Een risico van parttime werken is dat je in vergelijking met mensen die fulltime werken meer kunt ‘uitdijen’ in je werk.

Werk je fulltime, dan werk je sowieso al vijf dagen. Misschien met overwerk nog iets meer. Werk je parttime, dan heb je mogelijk meer ruimte voor werk, buiten je werk. Waardoor je er makkelijker meer tijd voor kunt pakken. En je ‘werktijd’ dus minder begrensd is. Met het risico dat een contract voor minder uren leidt tot nog meer uren werken in eigen tijd.

Ben je een toegewijde werker met een groot verantwoordelijkheidsgevoel? Wees erop bedacht dat je niet doorschiet in perfectionisme. Goed is goed genoeg.

Wat dat betreft kun je veel leren van de mensen waar je de grootste moeite mee hebt. Want die hebben, zij het in een doorgeschoten vorm, een kwaliteit waarvan het goed zou zijn dat je daarvan iets zou ontwikkelen.

Voordat je besluit om minder te gaan werken, waarvoor je dubbel de prijs betaalt, benut de regelruimte die je zelf hebt om de druk te laten afnemen. Voor sommigen is het bijvoorbeeld veel beter om nog een uurtje langer op je werk te blijven, het werk af te hebben en met een lege tas naar huis te gaan. In plaats van er thuis nog veel meer uren aan te besteden.

Heb je zelf niet de mogelijkheid om je taken te herschikken, ga dan in gesprek met je leidinggevende over hoe je je werk zo kunt kneden, dat het beter bij je past; jobcraften.

 

 

 

Heb je last van ongezonde werkdruk en ervaar je veel stress op je werk?

Neem contact met me op, via e-mail ([email protected]) of via telefoon 06-54762865/ 0575-544588.

In een oriënterend gesprek onderzoeken we wat er schort aan je huidige werk en wat je nodig hebt om het tij te keren.

 

 

 

 

Een vijftal tips om je onderzoek te doen naar de cultuur van een organisatie

 

Wist je:

  • dat maar liefst 60% van de nieuwkomers in een organisatie de baan vindt tegenvallen?
  • dat bij 6 op de 10 personen minimaal één aspect tegenvalt bij de start van hun nieuwe baan?
  • dat 1 op de 3 mensen die teleurgesteld zijn, dat vertelt tegen niemand?
  • dat deze ontevredenheid zorgt voor demotivatie, mindere prestaties en mogelijk tot ongewenst voortijdig vertrek?

Dat blijkt uit een onderzoek van Intelligence Group en Workwonders.

Veel werknemers stellen andere eisen aan hun werk dan werkgevers denken. Zo blijkt een prettige, leuke werksfeer voor werknemers een belangrijk criterium voor arbeidstevredenheid.

Werkgevers schetsen vaak geen realistisch beeld van de werksfeer.

Het is dus zaak om daar zelf goed je onderzoek naar te doen. Om te achterhalen of de cultuur van een organisatie bij je past.

Handreikingen daarvoor lees je in mijn artikel.

 

Een organisatiecultuur leren kennen: gedraag je als een detective© foto Betchaboy

 

Organisatiecultuur is niet in één woord te vangen

 

Organisatiecultuur is de gemeenschappelijke verzameling van normen, waarden en gedragsuitingen die gedeeld worden door de leden van de organisatie”.

 

De organisatiecultuur presenteert zich in allerlei vormen. Die vormen variëren van uiterlijkheden tot diepgevoelde waarden.

 

Quinn en Rohrbaugh (‘Competing values framework’, 1983) onderscheiden vier dimensies waarop een organisatiecultuur scoort: mensgerichtheid, innovatie, beheersgerichtheid en resultaatgerichtheid.

In een mensgerichte organisatiecultuur staan medewerkers centraal. Terwijl in een beheersgerichte organisatie vooral regels en procedures belangrijk zijn. In een organisatie die gekenmerkt wordt door innovatieve organisatiecultuur worden veel nieuwe producten of diensten ontwikkeld. En in een resultaatgerichte organisatie staat het eindproduct centraal.

In elke organisatie zijn deze vier elementen in zekere mate aanwezig.

 

Het model zegt niks over wat goed of slecht is. Het gaat erom wat bij jou past. Want wil je naar volle tevredenheid bij een organisatie kunnen werken, dan moet de cultuur van een organisatie bij jou passen.

 

Of een organisatiecultuur bij je past, heeft alles te maken met wie jij bent als persoon.

 

En met wat jij nodig hebt om te floreren in je werk.

In een eerder artikel beschreef ik, dat het belangrijk is om voor jezelf in kaart te brengen in welke omgeving jij goed gedijt.

Ik noemde dat je persoonlijke biotoop. Want net als een plant, heb jij als persoon een bepaalde omgeving nodig, om te floreren en succesvol te zijn in je werk.

 

Tips om je onderzoek te doen naar de organisatiecultuur van een bedrijf

 

Kleine dingen kunnen bepalend zijn voor de organisatiecultuur. Kleine dingen bepalen de sfeer en zeggen iets over de basisprincipes, de waarden en normen die ten grondslag liggen aan de cultuur.

Hoe kun je basisprincipes, waarden en normen in een organisatie boven water krijgen? Ik geef je een aantal tips.

 

1.   Verzamel informatie over het bedrijf waar je zou willen werken

  • Bekijk de website en Social Media-uitingen van het bedrijf.
  • Oriënteer je via sociale media hoe er over de organisatie gesproken wordt.
  • Vraag een jaarverslag aan.
  • Bekijk eventuele advertenties van het bedrijf. Denk daarbij niet alleen aan personeelsadvertenties, maar bijvoorbeeld ook aan productadvertenties.
  • Let op de toon en de vorm (je of u, formeel taalgebruik of juist losjes, kleur en stijl van het beeldmateriaal, vormgeving).

 

2.   Ga gesprekken aan met mensen die er werken of die anderszins contacten hebben met het bedrijf

  • Kijk daarvoor in je netwerk, bijvoorbeeld op LinkedIn. En heb je zelf geen connecties binnen het bedrijf? Kijk dan wie jij kent, die iemand kent, die werkt bij het bedrijf waarin jij interesse hebt.
  • Ga het gesprek aan en nodig die persoon uit om te vertellen over het bedrijf. Stel niet alleen vragen over bedrijfsmatige zaken. Vraag ook naar bijvoorbeeld de mensen die er zoal werken, omgangsvormen, kledingcode, sfeer, hiërarchische verhoudingen, samenwerking tussen collega’s, ontmoetingen met collega’s buiten het werk.
  • Bekijk ook hoe die persoon zelf is. Zou jij graag met zulke mensen willen werken?

 

3.   Arrangeer een gesprek binnen het bedrijf en snuffel rond als een detective

  • Zorg dat je ruim op tijd bent voor je afspraak.
  • Hoe word je ontvangen?
  • Geef je ogen en oren goed de kost.
  • Snuffel als dat kan een beetje rond.
  • Hoe is de uitstraling van het bedrijf?
  • Hoe zitten de werknemers erbij?
  • Hoe lopen ze rond?
  • Communiceren ze met elkaar? Zo ja, hoe?
  • Hoe voelt de omgeving voor jou? In hoeverre is het een omgeving waarin jij graag zou willen werken?

 

En verder:

 

4.   Vraag of je een dag kunt meelopen in het bedrijf

  • Observeer met een open blik
  • Ga gesprekken aan
  • Ervaar de cultuur en voel of die bij je past.

 

5.   Vraag of je met je toekomstige collega’s kunt lunchen

  • Bereid vragen voor over wat je nog wilt weten
  • Wil je daarvoor nog inspiratie? Laat je leiden door de kenmerken van de organisatieculturen, zoals geschetst door Quinn en Rohrbaugh.

 

Als een detective speuren levert zijn vruchten af

 

Door goed je onderzoek te doen en als een detective te speuren, kun je je een goed beeld vormen van de cultuur van een organisatie.

En kun je een adequate inschatting maken of die bij jou past. Zo voorkom je dat je binnen korte tijd weer je bakens moet verzetten. Vooral omdat de organisatiecultuur niet de cultuur is waarin jij floreert.

 

Heb jij nog aanvullende tips om een goed beeld van de cultuur van een organisatie te krijgen?

En wil je die delen?

Ik lees graag je reactie.

 

 

 

 

Waarom je in de communicatie je werkprofiel niet te smal moet maken met lieverkoekjes

 

Lieverkoekjes worden hier niet gebakken’; misschien heb jij die uitdrukking ook weleens gehoord. Mogelijk in je jeugd. Of misschien gebruik je die zelf af en toe als ouder of als je werkt met jonge jeugd.

Het is een uitdrukking die gebruikt wordt als iemand niet tevreden is met wat men hem geeft. En zegt liever iets anders te willen hebben. Of te doen.

Ik kan me die uitdrukking goed herinneren uit mijn jeugd.

In mijn coachtrajecten heb ik het af en toe ook over lieverkoekjes. En wel als we het hebben over het profiel van je ideale werk. Want in je profilering naar buiten toe is het niet slim om je te veel te profileren met je nice to haves, je lieverkoekjes. Lees waarom.

 

Met lieverkoekjes verklein je je kansen op de arbeidsmarkt

 

Wil je als werkgever sollicitanten binnenhalen: maak in vacatureteksten onderscheid tussen ‘musthaves’ en ‘nice to haves’

 

In een artikel in NRC las ik tips om als werkgever een vacaturetekst zo aantrekkelijk mogelijk te maken en sollicitanten binnen te halen.

Een van die tips is om in een vacaturetekst onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves. Om te beginnen bevordert dat de leesbaarheid. Maar niet alleen dat. Het is ook belangrijk voor de diversiteit.

Want zoals in het betreffende artikel ook naar voren komt: eerder dan mannen zijn vrouwen geneigd om niet te reageren als ze niet aan álle punten voldoen.

Dat herken ik bij mijn coachklanten. Mannen denken over het algemeen makkelijker dat ze iets wel kunnen, ook al hebben ze er nog geen ervaring mee. Zij laten zich in vergelijking met vrouwen niet zo snel afschrikken door wat in een vacaturebeschrijving gevraagd wordt.

Wil je nog eens lezen wat ik in een van mijn vorige artikelen daarover schreef, klik dan hier.

 

 

Ook als je focust op ander werk is het goed om in eerste instantie te focussen op de ‘musthaves’ en niet op de ‘nice to haves’, de lieverkoekjes

 

Daarbij maakt het niet uit of je wilt werken in loondienst of als zelfstandige.

In mijn coachtrajecten kom je tot een omschrijving van het profiel van je ideale werk als antwoord op drie vragen: ‘Wat wil ik?’, ‘Waar wil ik dat?’ en ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’.

Zoals het voor een werkgever goed is om in vacatureteksten onderscheid te maken tussen musthaves en nice to haves, zo is het in jouw presentatie van het werk dat je wilt doen, goed om een vergelijkbaar onderscheid te maken in criteria met betrekking tot werk.

Maak je profiel niet te smal. Want doe je dat wel, dan verklein je je kansen. In die zin dat je met een smal profiel het risico loopt dat slechts een beperkte groep potentiële werkgevers of opdrachtgevers zich aangesproken voelt. Want een smal profiel kan al gauw de indruk oproepen dat je veel eisen hebt: ‘die heeft veel noten op haar zang’.

Met name in het antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ zitten over het algemeen de lieverkoekjes. Bijvoorbeeld werkplek/kantoor op fietsafstand, deels thuiswerken of in een kantoortje in de stad, goede koffie, parkeergelegenheid, flexibiliteit in werktijden en locatie, budget voor persoonlijke ontwikkeling.

 

 

Wat een en ander betekent voor jouw profilering en jouw besluitvorming

 

Mijn advies is om bijvoorbeeld op LinkedIn bij ‘info’ met name te beschrijven voor wat voor werk je beschikbaar bent en waar je dat werk zou willen doen. Bij dat laatste punt denk ik aan jouw favoriete kennis- of vakgebied en jouw favoriete werkveld en soort organisatie.

Beperk je dus in je profilering tot een antwoord op de eerste twee vragen met betrekking tot het profiel van je ideale werk: ‘Wat wil ik?’ en ‘Waar wil ik dat?’.

Dat betekent niet dat wat je opgeschreven hebt als antwoord op de vraag ‘Wat is verder daarbij voor mij belangrijk?’ niet waardevol is. En niet meegenomen hoeft te worden in je besluitvorming. Het is zeker wel waardevol, maar lang niet in alle gevallen musthave. Het is aan jou om afwegingen te maken of een voorwaarde of criterium een musthave is of meer een lieverkoekje.

En wellicht kun je ook criteria min of meer tegen elkaar wegstrepen.

 

 

 

Heb je nog geen goed beeld van het werk dat je zou willen doen?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’.

 

En kun je wel wat hulp gebruiken om te komen tot een antwoord op de vraag ‘Wat wil ik nu echt?’

Leg contact met me. Graag maak ik tijd voor je vrij om jouw vragen te beantwoorden.

 

 

 

 

Waarom zelf je sterke kanten kennen niet per definitie leidt tot meer werkgeluk

 

Als je mij volgt, dan weet je dat een beeld krijgen van waar je goed in bent, een belangrijke topic is in mijn loopbaantrajecten.

Weet jij wat jouw sterke kanten zijn?

In het Nationaal Werkgeluk Onderzoek van oktober 2023 geeft 93% van de respondenten aan, dat ze dat weten.

Of ze het écht weten en hun sterke kanten, als het hen gevraagd wordt, op kunnen noemen? Zeker als ze die sterke kanten moeten staven met voorbeelden waaruit blijkt dat ze die kwaliteiten hebben?

Dat is nog maar de vraag.

Uit genoemd onderzoek komt naar voren dat er een relatie is tussen werkgeluk en kennen van je sterke kanten. Daarbij gaat het niet alleen over zelf je sterke kanten kennen, maar ook dat je collega’s en je leidinggevende die kennen. En dat je je sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk.

Meer over voorspellende factoren voor werkgeluk en de relatie tussen sterke kanten en werkgeluk lees je in mijn artikel.

 

sterke kanten en werkgeluk

 

Voorspellende factoren

 

Voorspellende factoren voor werkgeluk zijn leeftijdsafhankelijk.

Plezier, voldoening en competentie blijken belangrijke voorspellers voor werkgeluk voor 25 tot 35-jarigen.

Voor de 35 tot 45-jarigen zijn dat autonomie, verbinding en competentie.

Voor de 45 tot 55-jarigen ziet het plaatje er weer anders uit. En is naast verbinding en competentie, plezier een belangrijke voorspeller voor werkgeluk.

De 55-plussers hebben weer meer behoefte aan autonomie, naast plezier, voldoening en verbinding.

 

 

Het effect van werkdruk op werkgeluk

 

De werkdruk is in 2023 toegenomen, blijkt uit het onderzoek. Mogelijk heb je dat ook zelf ervaren. Vooral als je werkzaam bent in het onderwijs, de zorg of de zakelijke dienstverlening.

Of toegenomen werkdruk een negatief effect heeft op je werkgeluk, is nog maar de vraag. Want te weinig werkdruk werkt negatief voor je werkgeluk. Denk daarbij aan een bore-out, je vervelen op je werk, niet uitgedaagd worden en je kwaliteiten niet in kunnen zetten.

Een beetje werkdruk ervaren is over het algemeen best fijn, alhoewel die niet te hoog moet worden. Want als je hoge werkdruk niet kunt managen, dan loop je het risico op een burn-out.

 

 

Relatie tussen score op werkgeluk en weten wat je sterke kanten zijn

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter wat hun sterke kanten zijn dan mensen die laag scoren op werkgeluk.

Je weet zelf waar jij goed in bent, belangrijk is ook dat jouw collega’s een goed beeld hebben van jouw kwaliteiten. En dus weten waarvoor ze met name bij jou moeten zijn. Ook wat dat punt betreft laten de resultaten van het onderzoek een relatie zien met werkgeluk. 90% van de werkenden die hoog scoren op werkgeluk geven te kennen dat hun collega’s hun sterke kanten voldoende kennen. Voor de werkenden die laag scoren op werkgeluk geldt dat maar voor 52% van de werkenden.

En naast dat het belangrijk is dat jouw collega’s jouw sterke kanten kennen, is het zaak dat jouw leidinggevende ze onderkent en kent. Van de groep werkenden die laag scoren op werkgeluk zegt veel minder dan de helft dat de leidinggevende zijn sterke kanten kent. Voor de hoog scorers op werkgeluk geldt dat voor een veel grotere groep.

Misschien nog wel het belangrijkste voor je werkgeluk is de vraag of je jouw sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk. Het onderzoek laat daarin een groot verschil zien tussen mensen met een hoog en mensen met een laag werkgeluk. Van de mensen met een hoog werkgeluk geeft bijna de hele groep te kennen zijn sterke kanten voldoende in te kunnen zetten. Voor de mensen met een lage score op werkgeluk geldt dat voor slechts een derde van de doelgroep.

 

 

Kortom

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter dan mensen die laag scoren op werkgeluk wat hun sterke kanten zijn. Zowel hun collega’s als hun leidinggevende kennen hun sterke kanten en zij kunnen hun sterke kanten voldoende inzetten in hun werk.

Investeer in het in kaart brengen van jouw sterke kanten en laat zien en horen wat jouw sterke kanten zijn. En doe je voorstel hoe je jouw sterke kanten meer kunt inzetten in je werk.

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw sterke kanten en je daarmee profileren?

Laat het me horen.

 

 

 

 

Hoe je je accu oplaadt door inzet van jouw ‘top vijf’

 

“Ik hoop een nieuwe start te kunnen gaan maken met nieuwe energie en motivatie, iets wat nu ver te zoeken is…….”

Zo mailde me een potentiële klant.

Zit je niet goed op je plek in je werk, dan kost dat inderdaad veel energie. Zoveel energie dat je na een werkdag wellicht uitgeblust thuiskomt. Te moe, om wat dan ook nog op te pakken.

Dat wordt anders, als je werk doet dat optimaal bij je past.

Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar dan hoeft werk je geen energie te kosten. Integendeel, het levert je energie op.

Als je werk doet dat écht bij je past, dan werkt dat werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

Of je werk optimaal bij je past, heeft onder andere te maken met welke kwaliteiten van jezelf, jij inzet in je werk. Het is het mooist als je jouw top vijf kunt inzetten in het werk dat je doet.

Want dan kost je werk je niet alleen minder energie, het levert je zelfs energie op, doordat je werk werkt als een dynamo.

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Hoe je ervoor zorgt dat je werk werkt als een dynamo

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je je kwaliteiten helder hebt.

 

Waar ben je met name goed in? Wat gaat jou zo goed af, dat je het bijna als vanzelf doet? Dat je het zelf misschien niet eens meer onderkent als een kwaliteit?

Als je je échte kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan kost je dat minder energie dan wanneer je kwaliteiten inzet die je je met veel moeite hebt eigen gemaakt.

Zo vertelde iemand mij laatst dat hij jarenlang teveel op zijn tenen had gelopen. Dat hij van zichzelf niet zo analytisch was. Hij had zich, ook gestimuleerd door zijn omgeving, die vaardigheid wel eigen gemaakt. En zette die ook volop in, in zijn werk.

Omdat het analytische niet van nature in hem zat, kostte het werk hem veel energie. Bij tijd en wijle was hij ook bang om door de mand te vallen. Bang dat men in de gaten kreeg, dat hij eigenlijk niet zo analytisch was.

Om dat te voorkomen zette hij zich nog meer in voor zijn werk. Dat werd nog versterkt doordat het leveren van kwaliteit voor hem een belangrijke drijfveer was.

Helaas uiteindelijk resulterend in een burn-out.

 

Waar liggen met name jouw kwaliteiten? Welke activiteiten gaan jou zo gemakkelijk af dat je ze als het ware als vanzelf doet?

Kun je bij het in kaart brengen van je kwaliteiten nog wat handreikingen gebruiken? Lees mijn artikel over het werken met succesverhalen.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je kwaliteiten inzet waar je graag mee bezig bent.

 

Een paar kanttekeningen wil ik daarbij maken.

Met regelmaat hoor ik dat mensen denken, dat als je goed bent in iets, dat je het dan ook leuk vindt om te doen.

Dat is een misverstand, want dat hoeft lang niet altijd zo te zijn.

Zo ben je misschien goed in organiseren en coördineren van zaken. Maar moet je er niet aan denken dat je van die kwaliteiten je werk zou moeten maken.

Veel liever ben je met andere zaken bezig, ook al zien mensen in jouw omgeving jou heel makkelijk in een coördinerende rol of functie.

 

Het is ook niet zo, dat als je iets leuk vindt om te doen, dat het dan voor de hand ligt om er gelijk je werk van te maken.

Zo herinner ik me een deelnemer aan een van mijn trainingen. Ze was heel creatief met haar hobby.

“Waarom maak je daar je werk niet van?”, zo kreeg ze kennelijk met regelmaat te horen. “Maar dat wil ik helemaal niet”, was haar reactie.

Aan haar stem was te horen hoe boos ze er nog over kon worden.

 

Als je iets leuk vindt, dan wil dat nog niet altijd zeggen dat je er ook goed in bent.

Door menigeen wordt aangenomen dat iets leuk vinden per definitie inhoudt dat je er ook goed in bent. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn.

En vind je iets leuk, maar ben je er niet goed in, dan kan het werk je meer energie kosten dan het je oplevert. En uiteindelijk trek je je accu dan leeg.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zet je top vijf dan in, in je werk.

 

Kom tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

Welke zijn de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet? En welke kwaliteiten  zijn relatief jouw sterkste kwaliteiten?

Door je kwaliteiten te rangordenen op deze twee aspecten kom je tot jouw ‘top vijf’; een gewogen rangordening van de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in je werk en waarin je relatief het beste bent.

Als je die kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan werkt dat als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

Hoe je komt tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

 

Ik help je graag op weg met een stappenplan.  Een tweede stappenplan lees je in mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?

 

Stap 1: ‘Welke kwaliteiten zet je het liefst in, in je werk’?

Pak je lijst met kwaliteiten.

Heb je die nog niet, breng dan eerst jouw kwaliteiten in kaart.

Bekijk jouw kwaliteiten en schrijf op welke kwaliteit je het liefst inzet in je werk. Welke kwaliteit komt op de tweede plaats? En welke op de derde? En op de vierde? Ga zo door tot je al jouw kwaliteiten een plek hebt gegeven in jouw rangordening.

Geef je kwaliteiten een nummer dat correspondeert met de plek in de rangorde met betrekking tot de vraag ‘Welke kwaliteit zet ik het liefste in, in het werk dat ik doe?’.

Leg je rangordening vast.

 

Stap 2: In welke kwaliteiten ben je het beste?

Waar ben je het beste in, als je kijkt naar jouw lijst van kwaliteiten? Zet die bovenaan.

Wat vervolgens kun je het best?

Maak zo een rangordening van je kwaliteiten naar aanleiding van de vraag ‘Waar ben ik het beste in?

Het is het handigst als je voor de nummering de cijfers aanhoudt die je de kwaliteiten bij stap 1 hebt gegeven.

 

Stap 3: Het samenvoegen van de twee lijsten in één lijst, waarin de gewogen rangordening naar voren komt.

Zet je twee lijsten naast elkaar.

De twee lijsten zijn nooit helemaal hetzelfde.

De nummers kun je zien als alternatief voor de namen van de kwaliteiten.

Trek nu een lijn tussen het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe graag doe ik het?’ en het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe goed ben ik erin?’.

Doe dat voor elke kwaliteit.

Trek dan een middenlijn tussen beide kolommen. Welke vijf kwaliteiten scoren het hoogst op de snijpunten op de middenlijn?

Die vijf zijn jouw ‘top vijf’.

 

Klik hier voor een voorbeeld van een gewogen rangordening.


Het is het mooist als die vijf terugkomen in het werk dat je doet.

Als je jouw top vijf in kunt zetten in het werk dat je doet, dan werkt je werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

PS Heb jij mijn boek (nog) niet en wil je het tweede stappenplan uit mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?‘ ontvangen?

Laat het me horen. Stuur een mailtje naar [email protected]. Dan stuur ik het je toe.

 

 

En kun jij wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw kwaliteiten?

Neem contact met me op voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Tips die je kunnen helpen om rust en ontspanning te vinden, zowel in je privéleven als in je werk

 

Elke vrijdagochtend heb ik mijn fitness, van 7:30 uur tot 9:00 uur. Om 7:15 uur zit ik dan op mijn fietsje en om 7:30 uur ben ik gereed voor de start van mijn fitnessprogramma. Dat doe ik al jaren en daar voel ik me goed bij.  

Is dat niet vroeg voor je?’, vroeg me onlangs de begeleidend fysiotherapeute. ‘Neen, ik vind het heerlijk.’  

Ik ben een echt ochtendmens; early to bed and early to rise.  

Benjamin Franklin, Amerikaans politicus en wetenschapper schijnt daarover gezegd te hebben: ‘Early to bed and early to rise makes a man healthy, wealthy and wise.’  

Ik ga er gemakshalve maar even van uit dat die uitspraak ook voor vrouwen geldt.  

Men zegt ook weleens: ‘Hoe je je ochtend begint, zet de toon voor de rest van de dag.’  

En daar geloof ik echt in. Het geldt in elk geval voor mij. De dag starten met een rustige routine is iets wat ik me inmiddels bijna tien jaar geleden heb aangeleerd. En waar ik nog dagelijks de vruchten van pluk.  

Je dag starten met een rustige routine is een van de tips die je helpen om meer rust en ontspanning te vinden in je privéleven en in je werk.  

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Tips die je kunnen helpen om rust en ontspanning te vinden, zowel in je privéleven als in je werk

 

Tips die je kunnen helpen om rust en ontspanning te vinden, zowel in je privéleven als in je werk

 

1. Start de dag met een rustige routine 

Neem de tijd om rustig wakker te worden, eventueel met wat stretch- of ademhalingsoefeningen. Vermijd het direct grijpen naar je telefoon of computer. 

Voordat ik leerde om mijn dag rustig te beginnen, greep ik als eerste naar mijn telefoon en zette ik mijn computer aan. Nog voordat ik naar de badkamer ging.  

Nu start ik mijn dag al jaren met een ochtendwandeling van zo’n twintig minuten. Na die wandeling ga ik ontbijten en pas na mijn ontbijt ga ik naar mijn werkkamer, zet mijn computer aan en pak ik mijn telefoon.  

 

2. Neem de tijd om je dag te plannen en prioriteiten te stellen  

Zelf maak ik aan het eind van mijn werkdag een lijstje van wat me de dag erop te doen staat. Met name van wat er in elk geval moet gebeuren, mijn prioriteiten.

 

3. Las korte pauzes in tijdens werktijden

Behalve tijdens coachgesprekken, neem ik rond half elf een koffiepauze. En een lunchpauze neem ik altijd.   

Ook even afstand nemen van mijn werkplek werkt ontspannend. Een korte wandeling of een paar minuten frisse lucht, maakt een wereld van verschil. 

 

4. Integreer ademhalingsoefeningen in je werkdag  

Zelf doe ik dat niet bewust, maar ik kan me goed voorstellen dat af en toe een paar minuten bewust diep in en uit ademen, kan helpen om stress in het moment te verminderen. 

 

5. Creëer een ontspannen werkomgeving 

Personaliseer je werkplek. Voeg elementen toe die je positief beïnvloeden, zoals planten, foto’s, iets moois aan de wand dat voor jou betekenisvol is. Misschien rustgevende achtergrondmuziek?  

Voor mij werkt achtergrondmuziek niet. Ik ben dan te veel geneigd om naar de muziek te luisteren, waardoor ik niet kan focussen op waar ik op dat moment mee bezig ben.  

 

En verder

 

6. Leer ‘nee’ te zeggen en stel duidelijke grenzen 

Zowel op het werk als in persoonlijke relaties. Dat helpt om overmatige verplichtingen te voorkomen en geeft ruimte voor persoonlijke ontspanning. 

Wat dat betreft is het goed om je bewust te zijn van je overtuigingen, je conditioneringen en je identificaties. Waardoor je je bijvoorbeeld verplicht voelt om bij elke verjaardag in de familie of vriendenkring acte de presence te geven.  

Hoe je op een positieve, productieve manier onderhandelt over nieuwe grenzen, uit de drukte, lees je in een van mijn vorige artikelen

 

7. Reserveer tijd voor activiteiten die je leuk vindt en die je energie geven 

Of het nu gaat om sport, lezen, muziek of kunst, zorg ervoor dat je regelmatig tijd vrijmaakt voor deze activiteiten. 

Zo is bijvoorbeeld mijn vrijdagochtend voor een deel geblockt in mijn agenda voor mijn fitness en reserveer ik zelf heel bewust tijd om piano te spelen. Dat laatste meestal aan het eind van de middag.  

 

8. Zorg voor voldoende slaap  

Slaap is essentieel voor ontspanning en herstel. Zorg voor een consistente slaaproutine en creëer een comfortabele slaapomgeving. 

 

9. Zoek ondersteuning  

Maak bespreekbaar wat je bezighoudt. Bespreek je gevoelens en uitdagingen met vrienden, familie of collega’s. Soms kan het delen van gedachten en emoties al een grote opluchting zijn. 

 

10. Bekijk je loopbaan als een leerproces  

Probeer niet te veel druk op jezelf te leggen en wees bereid te leren van zowel successen als fouten. Een positieve mindset kan veel stress verminderen. 

 

 

In een volgend artikel geef ik je aanvullende tips om te komen tot een gezond evenwicht tussen inspanning en ontspanning. Want dat evenwicht is cruciaal voor je welzijn en je productiviteit.  

 

 

 

Heb je het gevoel dat je werk je meer energie kost dan het je oplevert?  

Wil je je weleens beraden over wat voor werk je anderszins zou willen doen?  

Neem gerust contact met me op via telefoon (0575-544588) of via e-mail ([email protected]) om een afspraak te maken voor een oriënterend gesprek.  

 

 

 

 

Een zestal tips om te zorgen voor gezonde spanning in je werk

 

Spanning op je boog heb je nodig.

Bij handboogschieten is dat zeker het geval.

Spanning op je boog geeft de pijl energie. Die energie heeft de pijl nodig om zijn doel te bereiken. Zonder spanning op je boog komt de pijl nergens.

Maar bij over-spanning verliest de boog zijn veerkracht. Hij zal dan uiteindelijk zelfs breken.

De boog zal ook aan veerkracht verliezen, als je de boog na gebruik onder spanning laat staan. En dus vergeet de boog te ont-spannen.

Bij mens en werk is dat niet anders.

In dit artikel geef ik je een zestal tips om te zorgen voor voldoende spanning, uitdaging in je werk.

 

Spanning op je boog is heel gezond, ook al kan de boog niet altijd gespannen zijn

 

Zonder spanning op je boog komt de pijl nergens

 

Misschien heb je enige ervaring met handboogschieten en herken je dat. Als je je boog niet genoeg spant, dan dwarrelt de pijl voor je neer. Hij komt inderdaad nergens.

In werk is het niet anders.

 

In hoeverre heb jij in je werk het gevoel dat je voldoende spanning hebt op je boog?

Kom je voldoende aan je trekken in je werk? Kun je je kwaliteiten inzetten? En voel je je genoeg uitgedaagd door de eisen die aan je worden gesteld?

Of heb je het gevoel dat je stil staat in je werk? Dat je werk absoluut onvoldoende spannend is? Zoals een van mijn coachklanten aangaf: ‘Dat je je werk kunt doen met twee vingers in je neus’?

 

Met verveling op je werk loop je een groot risico.

Niet alleen ben je over het algemeen minder gemotiveerd als er te weinig eisen worden gesteld aan en in je werk, je presteert meestal ook minder.

En chronische verveling kan ervoor zorgen dat je mentaal en fysiek uitgeblust raakt met een bore-out tot gevolg.

Cijfers over bore-out zijn er vrijwel niet. Beperkt internationaal onderzoek geeft wel aan dat ongeveer 15% tot 87% van de werknemers zich minstens af en toe verveelt op het werk.

 

 

Enige spanning op je boog heb je nodig

 

Over het algemeen is enige spanning op je boog, positieve stress, heel gezond.

Sterker nog, over het algemeen heb je enige spanning nodig om je helemaal in te zetten voor je werk. En resultaten, doelen te behalen.

Het blijkt ook, dat je beter gaat presteren als er meer van je wordt gevraagd. Zeker als de gestelde eisen aansluiten bij je kwaliteiten en misschien nog belangrijker, jouw bigger why.

Je ervaart meer voldoening van je werk, je komt in de flow en je energie gaat (weer) stromen.

Je ervaart successen. Dat geeft plezier, sterkt je zelfvertrouwen en nodigt uit om je grenzen te verleggen. Zo kun je groeien en bloeien in je werk.

 

 

Hoe je kunt zorgen voor meer spanning in je werk

 

Positieve spanning, zo je wilt stress, is heel gezond in je werk. Het is de kunst om een zodanig spanningsniveau te creëren dat het je motiveert en een stimulans is voor groei en ontwikkeling.

Jijzelf speelt daarin een belangrijke rol.

 

Ervaar je op dit moment te weinig spanning in je werk? Blijf je maar zitten waar je zit, ook al word je moe van jezelf omdat je je verveelt?

Ik geef je een aantal tips om je situatie qua werk te veranderen en te zorgen voor een gezonde spanning in je werk.

 

1.   Stel je eens voor dat je niets verandert aan je werk, ook al voel je je onvoldoende uitgedaagd.

Hoe zit je er dan over tien jaar bij? In hoeverre is dat wat je wilt?

 

2.   Stel je eens voor wat je kunt bereiken als je wel iets verandert aan je werk.

Ook al weet je nu misschien nog niet wat dat dan is. Hoe ziet je leven er dan uit? Wat betekent de verandering voor jou? Voor jouw partner, jouw kinderen?

 

3.   Laat je inspireren en zorg voor nieuwe impulsen in je werk.

Zoek mensen op voor wie je bewondering hebt. Lees voor jou inspirerende boeken. Ga naar seminars of volg voor jou interessante workshops of trainingen. Wat kunnen die nieuwe verworvenheden betekenen voor je werk?

 

4.   Neem zelf het initiatief om je situatie qua werk te veranderen.

Wacht niet op een initiatief van je leidinggevende, maar neem zelf het stuur in handen.

 

5.   Realiseer je, dat je je baan kunt veranderen zonder van baan te veranderen.

Breng de aspecten in kaart, die je als negatief ervaart in je werk. Vraag je af wat je daaraan kunt doen om je werk meer naar je hand te zetten.

Kijk of je kunt jobcraften; je baan zo kunt modelleren dat je je weer uitgedaagd voelt door je werk en aan je trekken komt.

 

6.   Wil je echt een andere baan? Creëer hem

Stel je niet afhankelijk op van de mogelijkheden die zich voordoen.

Doe je onderzoek naar de behoeften op de arbeidsmarkt. Waar zijn mensen zoals jij nodig?

Wil je nog eens nalezen hoe je van baanzoeker arbeidsmarktonderzoeker wordt? In een van mijn vorige artikelen heb ik daarover geschreven

 

 

Tot slot

 

Ben je helemaal niet happy met het werk dat je doet? Ben je toe aan een nieuwe uitdaging in je werk?

Weet je nog totaal niet hoe dat nieuwe werk voor jou eruit moet gaan zien? Of weet je niet hoe je kunt realiseren wat je voor ogen hebt?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt? – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

Of bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Een zestal tips, ideeën om je op weg te helpen

 

Wat te doen als je goed bent in je werk, maar er geen voldoening uit haalt?

Als je je baan vreselijk vindt, maar wel een vorstelijk salaris hebt?

Of als je niet gelukkig bent met je werk, omdat je je werk niet zinvol vindt?

 

Die vragen kunnen je behoorlijk bezighouden. Het kan zijn dat je als persoon niet meer past bij het werk dat je doet. Dat je er niet meer gelukkig mee bent.

Maar ook al weet je dat het werk dat je doet niet optimaal meer bij je past, het is lang niet altijd gemakkelijk om te veranderen van werk.

Het is veel gemakkelijker om je situatie te laten zoals die is. Ik hoor dat ook met regelmaat in mijn gesprekken met potentiële klanten.

Hoe dat werkt, lees je in mijn artikel.

 

En ook al is het niet gemakkelijk om je situatie qua werk te veranderen, ik geef je een zestal tips die je kunnen helpen om een verandering in gang te zetten en persoon en werk te reconnecten.

Daarbij heb ik me laten inspireren door een video van Roman Krznaric.

 

Persoon en werk reconnecten; hoe pak je dat aan?

photo by: tourist_on_earth

 

Een nieuwe koppeling tussen persoon en werk rond je veertigste is helemaal niet vreemd

 

Als je een studie gedaan hebt en na afstuderen een keuze maakt voor werk, kun je maar moeilijk inschatten hoe je je in de toekomst zult ontwikkelen.

Op je 35e of 45e kunnen bijvoorbeeld je leefomstandigheden, je interesses en waarden totaal veranderd zijn. Zodanig veranderd, dat wie jij bent als persoon niet meer past bij het werk dat je doet.

 

 

Maar weinig mensen durven gaande hun loopbaan de bakens echt te verzetten en een nieuwe koppeling te maken tussen persoon en werk

 

Wist je, dat uit onderzoek van het UWV blijkt dat afgelopen jaar bijna 1,5 miljoen mensen wisselden van baan? Dat komt neer op één op de vijf werknemers.

En dat zijn dan mensen die écht stappen hebben gezet. Groter is het aantal mensen dat wel zou willen veranderen van baan, maar om wat voor reden dan ook terugschrikt voor de mogelijke gevolgen.

 

Mensen blijken van nature eerder risicomijdend dan risiconemend.

Verliezen heeft kennelijk twee keer zo veel impact op ons als winnen. Of we nu in een casino zitten of denken aan een andere baan.

Bij het maken van keuzes zijn we dan ook geneigd om te overdrijven wat er mis kan gaan. En we leggen kennelijk graag het accent op zwakke punten en risico’s.

In een van mijn vorige artikelen besprak ik al een zevental woorden of zinnen die je uit je vocabulaire zou moeten schrappen, als je iets aan je situatie wilt veranderen en gelukkig wilt zijn met je leven en werk.

Wil je daadwerkelijk een verandering in je situatie bewerkstelligen, dan moet je stevig in je schoenen staan. Temeer omdat je omgeving geneigd is om jou te beschermen tegen risico’s. Jouw omgeving zal je over het algemeen dan ook eerder weerhouden van het zetten van stappen, dan dat stimuleren.

 

Er valt zoveel te kiezen met betrekking tot je loopbaan, dat het heel begrijpelijk is dat je in verwarring raakt.

En dat je bang bent spijt te krijgen van je beslissing. Maar die angst zorgt ervoor dat je maar blijft zitten waar je zit. Ook al ben je jouw baan ontgroeid of ben je helemaal niet gelukkig met je werk in relatie tot je privéleven.

 

 

Een zestal tips die je helpen om persoon en werk dichter bij elkaar te brengen

 

1.   Laat je keuze niet bepalen door testresultaten

Tests geven geen uitsluitsel over welk werk optimaal bij je past. In een eerder artikel heb ik daarover geschreven.

Roman Krznaric ageert zelfs tegen het gebruik van tests, omdat ze je op een verkeerd spoor kunnen zetten. Hij zegt dan ook: ‘Pas op met persoonlijkheidstests.’

 

2.   Vraag je af of je een high achiever of een wide achiever bent

Voel jij je meer een specialist op een specifiek terrein, een high achiever of ben jij breder inzetbaar?

 

Bij de wide achievers kun je ook denken aan wat men noemt de portfoliowerkers en de seriële specialisten.

Een portfoliowerker is iemand die verschillende banen tegelijkertijd heeft. Vaak op freelance basis. De portfoliowerker bouwt een veelzijdig pakket aan kennis en ervaring op. Hij kiest zelf aan wie hij zich verhuurt, voor hoe lang, voor welke taak en tegen welk tarief.

Een seriële specialist is een professional die veel expertise en competenties heeft in een aantal domeinen. Hij is geneigd om zich om de zoveel jaar in een nieuw domein te verdiepen en zich daarin te specialiseren. Hij bouwt daarbij voort op vroegere ervaringen en interesses.

Als je graag flexibel wilt werken, dan heb je niet alleen als portfoliowerker, maar ook als seriële specialist veel mogelijkheden. Je bent gemakkelijk inzetbaar. En dat is beslist niet verkeerd.

 

3.   Onderzoek hoe en waar jouw normen, waarden en talenten aansluiten bij de behoeften in de maatschappij

Vraag je af hoe je je talenten het best kunt inzetten, in overeenstemming met je normen en waarden.

Waar de behoeften van de wereld en je talenten elkaar kruisen ligt je roeping.’ (Uitspraak van Aristoteles).

Om ook op de lange termijn voldoening te ervaren in je werk, is het belangrijk dat het werk aansluit bij jouw persoonlijke missie, your bigger why.

Meer over your bigger why lees je in mijn artikel Waarom doe je wat je doet?.

 

4.   Zoek flow-ervaringen

Als je in the flow bent, ga je zo op in wat je doet, dat je alles om je heen vergeet.

Wil je goed in kaart krijgen op welke momenten of bij welke activiteiten jij flow ervaart? Houd dan eens een flow-dagboek bij en houd bijvoorbeeld eens dertig dagen bij, wat je vooral erg leuk vond om te doen.

Overigens kun je in bijna elke baan meer flow creëren door jezelf doelen te stellen. En eventueel kun je flow ook buiten je baan zoeken. Daardoor kan je werk ook in een ander daglicht komen te staan.

 

5.   Handel eerst, reflecteer later

Of anders gezegd: probeer ervarenderwijs uit wat je voldoening geeft.

Wil je ervaren of iets echt bij je past? Kijk dan of je als proef vrijwilligerswerk kunt doen in de richting die jou voor ogen staat. Of kijk of je met een professional mee kunt lopen.

 

6.   Bouw ander werk geleidelijk aan op

Houd je baan en ga daarnaast experimenteren in de nieuwe richting die jou voor ogen staat. Roman Krznaric noemt dat vertakken.

Vraag je af wat je morgen of volgende maand al kunt doen om zo’n vertakking te realiseren.

 

Heb jij het gevoel dat het werk dat je nu doet niet meer bij je past en dat het tijd is om persoon en werk te reconnecten?

Wil jij stapsgewijs en gestructureerd werk maken van ander werk?

Bel (06-54762865 / 0575-544588)  of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Betere antwoorden op loopbaanvragen door het aangaan van gesprekken

 

Veel van mijn coachklanten willen niet zomaar een baan. Zij zijn op zoek naar werk waarin hun kwaliteiten optimaal tot hun recht komen en werk waarmee ze een maatschappelijke bijdrage kunnen leveren.

Ze willen van betekenis zijn met het werk dat ze doen.

Maar hoe die betekenis dan concreet ingevuld moet worden? Of in welke richting je dan moet denken?

Misschien heb jij je die vragen ook al eens gesteld.

Om te komen tot een antwoord op je loopbaanvragen kun je in eentje gaan reflecteren, maar vaak kom je sneller tot een antwoord als je in gesprek gaat met een sparringpartner. Wie dat dan voor jou ook mag zijn.

Elke keer voelt het voor mij als loopbaancoach als een bijzonder voorrecht om die gesprekken te voeren. En kan ik samen met mijn coachklant genieten van hoe stap voor stap het antwoord op loopbaanvragen duidelijk wordt.

 

Vind het antwoord op je loopbaanvragen

 

Introspectie of outrospectie om te komen tot een antwoord op loopbaanvragen

 

Introspectie betekent letterlijk naar binnen kijken. Van een afstandje naar jezelf kijken: je eigen gedachten, gevoelens, motieven, gedrag, fantasieën.

Het kan je helpen om te komen tot antwoorden op je vragen, bijvoorbeeld loopbaanvragen. Je kunt antwoorden op loopbaanvragen zoeken en vinden in jezelf.

Daarbij stel je jezelf vragen en door in gesprek te gaan met jezelf probeer je te komen tot antwoorden.

Maar of die antwoorden kloppen? Of de beelden die jij in je hoofd hebt overeenkomen met de werkelijkheid? Dat is nog maar de vraag.

Bovendien loop je met introspectie het risico dat je in je eigen hoofd, wat ik noem, in rondjes blijft draaien.

Dus, wil je komen tot antwoorden op je loopbaanvragen beperk je niet tot introspectie. Ga gesprekken aan met anderen; outrospectie. Door het voeren van gesprekken, anders dan met jezelf, kun je achterhalen of de indrukken die je hebt kloppen. En kom je tot betere antwoorden dan wanneer je alleen naar binnen kijkt.

Overigens is outrospectie nog geen gangbaar woord. Ik hoorde het in een podcast van de HKU met Peter Henk Steenhuis. Als woord vind ik het een mooie tegenhanger van introspectie.

 

 

Een goed gesprek voeren betekent nadenken, woorden vinden, jezelf of de ander bevragen

 

Een goed gesprek voeren gaat niet iedereen even makkelijk af. Het vraagt oefening, training.

Ik ervaar dat in coachtrajecten. Dat begint al, als we bezig gaan met het werken met succesverhalen en met name het benoemen van kwaliteiten.

In eerste instantie laat ik de ander benoemen welke kwaliteiten zij laat zien in het door haar geschreven verhaal. Vaak heeft betreffende persoon daar wel een beeld bij, maar hoe dat beeld te beschrijven is vaak lastig. ‘Ja, hoe zeg je dat?’ is dan een reactie die ik vaak hoor.

Als ik dan kenbaar maak hoe ik de kwaliteit omschreven heb, dan hoor ik met regelmaat: ‘Ja, dat heb je goed omschreven’. En soms: ‘Nee, dat is het niet echt, maar het gaat wel in die richting’. Al doorvragend en doorpratend komen we dan tot een label of omschrijving die past.

 

Het is de kunst om de juiste woorden voor de weergave van een specifieke inhoud of betekenis te vinden.

En niet iedereen is een taalkunstenaar of een taalwetenschapper.

En is iemand dat wel, dan kan het zijn dat die nog meer dan iemand die die achtergrond niet heeft, gaat wikken en wegen om te komen tot het juiste woord of de juiste woorden.

Zo gaf een van mijn coachklanten, een taalwetenschapper en communicatieadviseur aan: ‘Ik ga er nog eens goed over nadenken’.

Taalvaardigheid is een van haar kwaliteiten:

Door mijn gevoel voor taal en grote woordenschat kan ik me goed uitdrukken, zowel mondeling als schriftelijk. Ik kan in gesprekken woorden vinden die passen en in teksten zinnen maken die lopen. Door te spelen met taal ben ik in staat om nuances aan te brengen en te verwoorden wat mensen bedoelen. Weloverwogen kies ik de juiste woorden om contact te maken en verbinding te leggen. Daardoor voelen mensen zich gehoord en gezien.’

 

 

Een gesprek over loopbaanvragen krijgt diepgang door doorvragen

 

Een vraag, met name de ‘waarom-vraag’ doet nadenken.

Of varianten op die waarom-vraag, zoals: ‘Wat met name spreekt jou daarin aan?’ of ‘Wat in het bijzonder maakt dat belangrijk voor jou?

Door doorvragen kom je tot de essentie.

 

Zo had ik laatst een gesprek met een van mijn coachklanten over de bijdrage die hij wil leveren met zijn werk.

In eerste instantie was zijn antwoord: ‘Ik wil iets betekenen voor mensen, een maatschappelijke bijdrage leveren’.

Dat is een antwoord dat ik vaak hoor en dat heel algemeen en heel breed is. En dat dus vraagt om specificering, wil het richting geven.

Mijn volgende vraag in dit voorbeeld was: ‘Wat boeit je daaraan?’. Zijn antwoord daarop: ‘Verbeteren van een situatie, verbeteren van processen’.

Wat mij deed doorvragen: ‘Welk facet daaraan intrigeert je het meest?’. Waarop hij antwoordde: ‘Het verbeteren van de rechtspositie van mensen’.

Mijn volgende vraag: ‘Wat intrigeert je daaraan weer het meest?’. Ik kreeg als antwoord: ‘Rechtvaardigheid, eerlijke behandeling’.

Waarop weer mijn vraag: ‘Als je denkt aan rechtvaardigheid, eerlijke behandeling, waar zou je specifiek een bijdrage aan willen leveren?’. Zijn antwoord: ‘Rechtvaardigheid voor mensen in een kwetsbare positie’.

Het gesprek was een mooi samenspel met voor de coachklant een verrassende, maar er snel over nadenkend, ook herkenbare uitkomst.

Zijn reactie:

Dan zouden opties als vertrouwenswerk bij een vakbond, belangenbehartiging, Ombudsman bij de Gemeente *******, Ombudsman voor kinderen, heel goed daarin passen.

Dat zijn opties waaraan ik weleens heb gedacht.’

 

Het was alsof een en ander op zijn plek viel. Het was een bevestiging van opties die al eens waren opgeplopt in zijn denken.

Voor mijn coachklant is nu de volgende stap het doen van zijn onderzoek in die richting.

 

 

Verder onderzoek doen door het aangaan van gesprekken

 

Heb je een beeld van de richting die je uit wilt gaan, dan is het zaak om door het aangaan van gesprekken verder je opties te onderzoeken.

Enerzijds om te achterhalen welke concrete opties passen bij het werk dat je wilt doen. Want, uitgaande van het boven beschreven voorbeeld, zijn er vast nog meer concrete functies waarin je een bijdrage kunt leveren aan rechtvaardigheid voor mensen in een kwetsbare positie.

Zo werkt een van mijn netwerkcontacten bijvoorbeeld als cliëntenvertrouwenspersoon Wet Zorg en Dwang.

Anderzijds kun je door het aangaan van gesprekken toetsen of het beeld dat jij van een specifieke functie hebt, overeenkomt met de werkelijkheid. En als dat beeld in de praktijk anders is dan wat jij je had voorgesteld, of dat werk dan nog bij je past.

En niet onbelangrijk bij het doen van je onderzoek is achterhalen in hoeverre er behoefte is aan mensen, die het werk doen dat jij zou willen doen.

Dat doet me denken aan het Ikigai concept.

Ikigai, een Japans concept, en de sleutel voor gepassioneerd leven. Met waar je goed in bent en met wat je graag doet jouw bijdrage leveren aan waar behoefte aan is en wat aansluit bij jouw persoonlijke missie. En waar je dan ook nog een mooi inkomen mee kunt genereren.

 

 

 

Wil je door het aangaan van gesprekken in een kleine groep gelijkgestemden inspiratie opdoen en begeleid komen tot antwoorden op je loopbaanvragen?

Wil je leren van elkaar en volop oefenen met het verwoorden van waar je goed in bent en wat belangrijk voor je is?

Lees mijn aanbod over de training Bouw je ideale loopbaan en meld je aan.

 

En wil je niet wachten tot september, maar nu werk maken van ander werk?

Neem gerust contact met me op.

 

 

 

 

En balans is nodig om niet om te vallen.

Dat balans nodig is om niet om te vallen en vooruit te komen heb ik een kleine twee jaar geleden ervaren. Door wondroos aan een oor was mijn evenwichtsorgaan aangedaan. Ik heb nooit geweten dat je wondroos aan een oor kunt krijgen, terwijl je daar geen wondje hebt.

Toch was het zo.

Ik was totaal uit balans. Bij de trap aflopen moest ik me vasthouden aan beide leuningen. En voor een wandelingetje had ik een stevige hand nodig van Martin. En die moest voortdurend bijsturen om mij een beetje in het gareel te houden.

Alleen eropuit kon echt niet. Ik weet nog dat ik voor een bezoek aan de huisarts voor de deur werd afgezet met de auto. Als een dronken vrouw me vast moest houden aan deurstijlen. En in de gang houvast moest vinden door mijn handen steeds weer op de muur te zetten.

Ik kwam vooruit, maar hoe.

Toen het weer wat beter met me ging en ik weer wat stabieler kon lopen, wilde ik wel eens proberen of ik kon fietsen. Natuurlijk wel onder begeleiding.

 

Balans is nodig om vooruit te komen. Net als bij fietsen.

 

Martin voorop en ik braaf in zijn kielzog.

Dat ging best aardig. Zo aardig dat ik misschien een beetje overmoedig werd.

In het buitengebied van Zutphen, met weinig verkeer, trapte ik even lekker door om Martin te passeren. Dat ging prima en ik genoot van het weer vrij kunnen fietsen.

Na een paar honderd meter was ik nieuwsgierig of Martin mij volgde en waagde ik het om even achterom te kijken. Dat was dus niet slim. Ik raakte uit balans, maakte een U-turn, een draai van 180 graden, en kwam in omgekeerde richting in de berm tot stilstand. Gelukkig wel met beide voeten op de grond, alhoewel een beetje in onbalans.

Daarna was het wel afgelopen met de pret. Heel voorzichtig ben ik verder gefietst, braaf achter Martin aan en met mijn hoofd recht vooruit en strak vooruitkijkend.

 

Niet alleen fietsen en lopen, maar alles in het leven draait om balans.

Balans in je privéleven, in je werk en balans tussen je privéleven en je werk.

En zoals je met je fiets geen balans hebt als je stil staat, zo vraagt balans in je leven voortdurend om beweging.

Als je denkt dat je een goede balans gevonden hebt, dan komt er vaak wel weer iets op je pad dat noodzaakt tot bijsturing om weer in balans te komen. Bijvoorbeeld een extra opdracht of een zieke collega op je werk. Een ziek kind thuis of dat je bij moet sturen omdat je zelf weinig energie hebt.

Het is een kwestie van voortdurend manoeuvreren om met name je energie in balans te houden. Het is dan ook belangrijk om je ervan bewust te worden en voor jezelf in kaart te brengen wat je energie kost en wat je energie oplevert. Zodat je tijdig bij kunt sturen en balans kunt creëren.

 

 

Kost je werk je meer energie dan het je oplevert?

En vind je het moeilijk om de vinger erachter te krijgen wat maakt dat je opbrandt, met als risico een burn-out?

Zou je weleens willen weten waar je aan kunt ‘sleutelen’, zodat je werk weer beter bij je past en je energie geeft in plaats van dat het je energie kost?

Plan een afspraak in voor een oriënterend gesprek met deze link.