Tag Archief van: persoonlijke kwaliteiten

In plaats van schaamte weg te drukken, durf erbij stil te staan 

 

Schaamte is een rotgevoel; dat zul je met me eens zijn. Als je je schaamt, dan wil je daarvan weg. Terwijl het juist goed is om erbij stil te staan. Omdat schaamte je de weg wijst naar jouw verlangen.

Schaamtevrij worden is de manier om schaamte in te zetten als krachtbron.

 

Schaamte wijst je de weg naar je verlangen

 

Verschil tussen schaamteloos en schaamtevrij

 

Ook al lijken de begrippen ‘schaamteloos’ en ‘schaamtevrij’ ogenschijnlijk op elkaar. Er is een wezenlijk verschil.

Ben je ‘schaamtevrij’, dan etaleer je je schaamte, in plaats van dat je je schaamte verbergt. Zoals Aukje Nauta in haar boek nooit meer doen alsof aangeeft: ‘Je kunt gelijktijdig trots zijn op wie je bent, wat je doet en weet en durft jezelf openlijk te schamen en je schaamte de vrije loop te laten.’

Schaamte is dus niet de tegenpool van trots; je kunt tegelijk schaamte en trots ervaren. Als je je schaamte paart aan trots, dan mag de schaamte er zijn. Dan laat je die vrij.

Bij ‘schaamteloos’ kun je denken aan lompheid, botheid, brutaliteit. Dat is dus echt totaal anders.

 

 

Je schaamte onderzoeken om te komen tot inzichten met betrekking tot je verlangen

 

Om schaamtevrij te worden helpt het om je schaamte zorgvuldig te gaan onderzoeken.

Aukje Nauta beschrijft 5 stappen om te komen tot diepere inzichten over wat je werkelijk wilt.

 

Stap 1: Herken de schaamtesignalen

Mensen die zich schamen verbergen zich voor de buitenwereld of gaan het gevecht aan; flight of fight.

Misschien is ‘flight’ voor jou persoonlijk herkenbaarder dan ‘fight’.

Zowel bij vluchten als bij vechten probeer je de kloof die je bij schaamte ervaart, tussen wie je bent en wie je graag wilt zijn, te dichten.

Bij vluchten bijvoorbeeld door je klein te maken of je handen voor je ogen te slaan. Maar het kan ook zijn dat je in gesprekken met collega’s, vrienden of familie oppervlakkig blijft, omdat je een open gesprek wilt ontvluchten. En kiest voor onderwerpen die veilig voelen omdat er schaamte in het spel is.

Aukje Nauta zegt daarover: ‘De belangrijkste indicator van schaamte is niet wat er gezegd wordt, maar wat er niet gezegd wordt.’

 

Stap 2: Erken de schaamte

Zeg tegen jezelf: ‘Hé, ik schaam me.’

En schaam je niet voor je schaamte.

Schaamte is tegelijk iets moois en iets lelijks.

Het mooie is dat schaamte laat zien dat je je bewust bent van je falen. Dat je inziet dat je sociaal en moreel tekortschiet. Dat er iets aan jezelf te verbeteren valt. Dat je je ervan bewust bent dat je kunt leren en groeien.

Het lelijke (of noem het, het vervelende, het voor jou negatieve) is dat schaamte je imperfectie laat zien in relatie tot anderen.

 

Stap 3: Beschrijf je schaamte

Schrijf echt op en omschrijf heel precies wat de kloof is tussen wie je bent en wie je wilt zijn.

En verder

 

Stap 4: Onderzoek je verlangen

Wat ligt er achter die norm waarvan je afwijkt, waardoor je dat gevoel van schaamte ervaart?

Welke waarde ligt er ten grondslag aan de norm of normen die jouw schaamte opwekken?

Doe zelfonderzoek naar het verlangen: omschrijf zorgvuldig wat je nu precies wilt en waarom je dat wilt:

  • Waar verlang jij ten diepste naar?
  • Wat wordt er gezien de groepsnorm van je verlangd?
  • Wat betekent die botsing voor wat je werkelijk wilt?

 

Stap 5: Onderzoek met wie je je wilt verbinden

Het verlangen achter je schaamte is volgens Aukje Nauta ten diepste een verlangen om erbij te horen, omarmd te worden, bemind te worden.

Je wilt je met anderen verbinden.

 

Samenvattend voor dit artikel en mijn vorige artikel:

Wil je schaamte inzetten als krachtbron voor leven en werken?

  • Het begint met het besef dat schaamte een krachtbron is
  • Schaamte is niet iets om weg te stoppen of te overschreeuwen
  • Schaamte is iets om te koesteren vanuit het besef dat je net als ieder ander mensen zoekt naar manieren om je liefdevol te verbinden met de mensen om je heen
  • Schaamte wijst je zodoende de weg naar je verlangen
  • Deel dus je schaamte, etaleer haar openlijk. Niet alleen verdwijnt dan het rotgevoel dat met schaamte gepaard, het opent ook de weg naar je verlangen door jezelf, je omgeving of allebei te verbeteren
  • Maak je verlangen manifest en realiseer je dat dat verlangen ook van betekenis is voor keuzes die je maakt in je loopbaan.


Zie je nog niet hoe je jouw verlangens kunt verbinden met je loopbaanoriëntatie? 

Ik help je graag op weg.

 

 

Eerste aanzet tot het benutten van schaamte als krachtbron

 

‘Oh, ik ben zo stom geweest’, zegt ze. Ze had gekeken op het profiel van een persoon die ze wilde contacten voor meer informatie over haar vraag. En had gezien dat hij teruggekeken had op haar profiel.

We voeren het coachgesprek online via Teams en terwijl ze het zegt, zie ik dat ze zich schaamt.

Als in een reflex pak ik het boek dat op mijn bureau ligt. ‘Daarvoor hoef je je niet te schamen. Daar is niets mis mee.’, zeg ik. En ik houd de cover van het boek voor de camera en vraag haar ‘Kun je het zien?’.

 

Ik heb het over het boek van Aukje Nauta met als titel nooit meer doen alsof en als ondertitel ‘Denk je schaamte om en maak het je kracht.’

Het boek ligt voor mij nog binnen handbereik omdat ik het net gelezen heb en nog even bij de hand wil houden.

 

Spontaan zeg ik tegen mijn klant ‘Je hoeft je helemaal niet te schamen, het is juist krachtig dat je actief op zoek gaat naar de persoon waarvan je inschat dat die voor jou van betekenis kan zijn. En dat je zijn profiel bekeken hebt om je alvast een beeld van hem te vormen.’

 

Je schaamte inzetten als krachtbron

 

Aukje Nauta, auteur van ‘Nooit meer doen alsof’

 

Ik ontmoette Aukje Nauta op een zogenoemde ‘Zalige zondag’ in de Theaterloods van Radio Kootwijk.

Aukje Nauta is psycholoog, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit Leiden, organisatieadviseur en voormalig kroonlid van de SER. Als loopbaanprofessional ken ik haar als spreker en schrijver over met name duurzame inzetbaarheid.

Zelf noemt ze zich een ‘nepprofessor’. Publiceren in wetenschappelijke tijdschriften doet ze nauwelijks meer en voor het begeleiden van promovendi heeft ze naar haar zeggen al helemaal geen tijd meer, op die ene dag in de week dat ze aan de universiteit verbonden is.

Ze focust nu op het populariseren van psychologische wetenschap. En is als wetenschapper lid van het team van de Theaterloods.

 

 

Wat is schaamte precies?

 

Aukje Nauta definieert schaamte als: ‘een sociale, morele, pijnlijke emotie die je ervaart als je vindt dat wie je bent niet voldoet aan bepaalde normen.’

 

Schaamte als een sociale emotie.

Als je je schaamt, zegt Nauta, dan ben je bang dat andere mensen je zien als incompetent, misvormd, belachelijk of anderszins onder de maat.

Als je je schaamt, dan strookt wat je doet niet met hoe het hoort en de schaamte maakt je daar pijnlijk van bewust.

Je hebt persoonlijk last van jezelf en dat wordt veroorzaakt doordat je je tegenover andere mensen niet goed genoeg voelt.

 

Schaamte als een morele emotie.

Mijn coachklant die op het profiel gekeken had van de persoon die mogelijk voor haar van betekenis kon zijn, schaamde zich omdat ze het gevoel had dat ze had zitten gluren op andermans profiel.

De schaamte deed haar beseffen dat dat misschien ongepast was en eigenlijk niet door de beugel kon.

In mijn optiek is het overigens ongepaster om anoniem profielen te bekijken, dan in alle openheid met je eigen profiel zichtbaar te zijn als bezoeker van het profiel van iemand anders.

Voor mij voelt anoniem een profiel bezoeken pas echt als ‘gluren’. Maar dat is heel persoonlijk.

 

Schaamte als pijnlijke emotie

Als je je schaamt, dan heb je het gevoel dat je tekortschiet. Je wordt je pijnlijk bewust van de discrepantie tussen wie je bent en wie je graag zou willen zijn.

En eigenlijk wil je je het liefst verbergen, maar juist door het schaamrood val je nog meer op en trek je juist de aandacht. Terwijl je dat nou net niet wilt.

Om niet gezien te worden kan het zijn dat je als in een reflex je gezicht verbergt door je handen voor je gezicht te slaan. Zoals kinderen hun handen voor hun gezicht kunnen houden om te manifesteren dat ze er niet zijn.

 

 

Je schaamte inzetten als krachtbron; een eerste aanzet

 

Aukjes definitie van schaamte – een sociale, morele, pijnlijke emotie die je ervaart als je vindt dat wie je bent niet voldoet aan bepaalde normen – geeft aan dat er achter schaamte iets moois zit.

Mensen willen deugen, voor zichzelf en voor anderen. Denk daarbij maar aan het boek van Rutger Bregman De meeste mensen deugen. En volgens Nauta is ‘deugen’ het verlangen waar schaamte je op wijst.

Schaamte wordt voor jou een krachtbron als je ontdekt dat er een verlangen achter verborgen is, een verlangen om te deugen.

 

Welke stappen daarvoor nodig zijn, lees je in mijn volgende artikel.

 

 

 

 

Waarom een hoog ZQ nodig is om succesvol te zijn in je loopbaan

 

Succesvol zijn in je loopbaan; een kwestie van ontwikkelbereidheid en aanpassingsvermogen, stelde ik in een van mijn vorige artikelen.

De arbeidsmarkt en de banen/functies zijn onderhevig aan snelle veranderingen. Daardoor zul je als werkende vaker geconfronteerd worden met transities. Bovendien ontwikkel je je ook als mens en als professional, waardoor het kan zijn dat bepaald werk of een bepaalde functie op een gegeven moment niet goed meer bij je past.

Je bent steeds meer zelf verantwoordelijk voor het vormgeven van je loopbaan. Wil je goed voorbereid zijn op de veranderingen op de arbeidsmarkt, dan moet je proactief en strategisch loopbaangedrag kunnen laten zien.

De kansen op succesvol zijn in je loopbaan zijn groter als je zelf stappen kan zetten in je werk, die zowel van waarde zijn voor jezelf als voor anderen. Bijvoorbeeld de organisatie waarvoor je werkt of wilt werken.

Zelf die stappen kunnen zetten vraagt een hoog Zelfsturing Quotiënt, een hoog ZQ.

 

Succesvol zijn in je loopbaan

 

Intelligentie Quotiënt (IQ) en Emotioneel Quotiënt (EQ)

 

Is het ZQ het nieuwe IQ? las ik op de site van Noloc, de beroepsvereniging van loopbaanprofessionals en jobcoaches. Marinka Kuijpers, bijzonder hoogleraar Open Universiteit en directeur Loopbaangroep, schreef er een artikel over.

Mensen met een hoog IQ kunnen kennis beter en op een hoger niveau benutten. In een kennissamenleving hebben mensen met een hoog IQ een voorsprong op anderen. Overigens wil een hoog IQ nog niet zeggen dat je ook een hoog EQ hebt, dat je ook emotioneel intelligent bent.

Waar het Intelligentie Quotiënt iets zegt over je intellectuele capaciteiten, zegt het Emotioneel Quotiënt iets over de mate waarin je emoties kunt aanvoelen, verwerken en reguleren. Daarbij kun je zowel denken aan emoties van jezelf als van anderen.

Een hoog EQ wijst op interpersoonlijke en intrapersoonlijke vaardigheden die helpen om betere beslissingen te nemen met betrekking tot jezelf en anderen.

Daarbij hebben interpersoonlijke vaardigheden te maken met hoe je omgaat met andere mensen en je vermogen om je aan te passen aan de sociale context. Terwijl intra persoonlijke vaardigheden iets zeggen over je zelfbewustzijn, zelfmanagement (zelfbeheersing en controle over eigen emoties), aanpassingsvermogen, doelgerichtheid en optimisme.

 

 

Naast Intelligentie Quotiënt en Emotioneel Quotiënt wordt het Zelfsturing Quotiënt steeds belangrijker

 

Door internet is het voor iedereen makkelijker om kennis op te doen. En met behulp van Artificiële Intelligentie die ook door te geven aan anderen.

Maatschappelijk gezien is het resultaat van die ontwikkelingen een nivellering van macht door kennis. En een verschuiving van het belang van beschikken over kennis naar kunnen sturen; sturen op welke kennis je waar en waarvoor wilt ontwikkelen en inzetten.

Loopbaansucces hangt daarbij af van de inzet van persoonlijke kwaliteiten voor de behoeften van de omgeving.

Het Zelfsturing Quotiënt (ZQ) zegt dan iets over de mate waarin je in staat bent tot zelfsturing vanuit persoonlijke kwaliteiten en waarden om van waarde te zijn voor de omgeving. Voor de privéomgeving, leer- en werkomgeving in het bijzonder en de samenleving als geheel.

 

 

Een ZQ is beter te ontwikkelen dan een IQ

 

Door flink te oefenen met wat in IQ tests gemeten wordt, kun je je IQ een beetje opvijzelen.

Voor zover ik weet, zijn er nog geen tests om je ZQ te meten. Wat ik wel weet en in mijn coachtrajecten steeds weer ervaar, is dat zelfsturing een vaardigheid is die je goed kunt ontwikkelen.

Sterker nog, mijn aanpak in coachtrajecten en zoals beschreven in mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ is juist gericht op de ontwikkeling van die zelfsturing. Zodat je vanuit een visie op jouw toekomst om kunt gaan met onzekerheden op de arbeidsmarkt, tijdig bij kunt sturen, jouw koers uit kunt stippelen en waardevol werk kunt realiseren. Niet alleen waardevol voor jezelf, maar ook economisch gezien.

 

 

Tot slot

 

Wil je de vaardigheden ontwikkelen die je nodig hebt om proactief loopbaangedrag te laten zien en strategisch met je loopbaan om te gaan?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt? ‘. Met mijn boek kun je je die vaardigheden eigen maken. Heb je die eenmaal in je vingers, dan kun je je vrijelijk bewegen op de arbeidsmarkt en tijdig bijsturen als dat nodig is.

Ik hoor dat vaak van mijn coachklanten: ‘Ik weet nu hoe het werkt. Mocht mijn project afgerond zijn, mijn functie komen te vervallen of ik uitgekeken raken op mijn werk, dan weet ik wat me te doen staat.’

 

Schat je bij voorbaat in dat je wel wat begeleiding kunt gebruiken om loopbaanvaardigheden en zelfsturing te ontwikkelen?

Lees mijn aanbod over individuele loopbaancoaching.

 

 

 

 

 

Met tips om te zorgen voor een gezonde spanning in je werk

 

In hoeverre heb jij in je werk het gevoel dat je voldoende aan je trekken komt?

Kun je je kwaliteiten inzetten? En voel je je genoeg uitgedaagd door de eisen die aan je worden gesteld?

Of heb je het gevoel dat je stil staat in je werk? Dat je werk absoluut onvoldoende spannend is? Zoals een van mijn coachklanten aangaf: ‘Dat je je werk kunt doen met twee vingers in je neus’?

 

Met verveling op je werk loop je een groot risico.

Niet alleen ben je over het algemeen minder gemotiveerd als er te weinig eisen worden gesteld aan en in je werk, je presteert meestal ook minder.

En chronische verveling kan ervoor zorgen dat je mentaal en fysiek uitgeblust raakt met een bore-out tot gevolg.

 

Enige spanning, positieve stress, is heel gezond

 

Sterker nog, over het algemeen heb je enige spanning nodig om je helemaal in te zetten voor je werk. En resultaten, doelen te behalen.

Het blijkt ook, dat je beter gaat presteren als er meer van je wordt gevraagd. Zeker als de gestelde eisen aansluiten bij je kwaliteiten en misschien nog belangrijker, jouw bigger why en je energie (weer) gaat stromen.

Het is de kunst om een zodanig spanningsniveau te creëren dat het je motiveert en een stimulans is voor groei en ontwikkeling.

Jijzelf speelt daarin een belangrijke rol.

 

 

Tips om te zorgen voor een gezonde spanning in je werk

 

Ervaar je op dit moment te weinig spanning in je werk? Laat je inspireren door mijn tips.

1. Stel je eens voor dat je niets verandert aan je werk, ook al voel je je onvoldoende uitgedaagd.

Hoe zit je er dan over tien jaar bij? In hoeverre is dat wat je wilt?

2. Stel je eens voor wat je kunt bereiken als je wel iets verandert aan je werk.

Hoe ziet je leven er dan uit? Wat betekent de verandering voor jou? Voor jouw partner, jouw kinderen?

3. Laat je inspireren en zorg voor nieuwe impulsen in je werk.

Zoek mensen op voor wie je bewondering hebt. Lees voor jou inspirerende boeken. Ga naar seminars of volg voor jou interessante workshops of trainingen.

Wat kunnen die nieuwe verworvenheden betekenen voor je werk?

4. Neem zelf het initiatief om je situatie qua werk te veranderen.

Wacht niet op een initiatief van je leidinggevende, maar neem zelf het stuur in handen.

5. Realiseer je, dat je je baan kunt veranderen zonder van baan te veranderen.

Breng de aspecten in kaart, die je als negatief ervaart in je werk. Vraag je af wat je daaraan kunt doen om je werk meer naar je hand te zetten.

Kijk of je kunt jobcraften, je baan zo kunt modelleren dat je je weer uitgedaagd voelt door je werk en aan je trekken komt.

6. Wil je echt een andere baan? Creëer hem.

Stel je niet afhankelijk op van de mogelijkheden die zich voordoen.

Doe je onderzoek naar de behoeften op de arbeidsmarkt. Waar zijn mensen zoals jij nodig?

 

Tot slot

 

Ben je helemaal niet happy met het werk dat je doet? Ben je toe aan een nieuwe uitdaging in je werk?

Weet je nog totaal niet hoe dat nieuwe werk voor jou eruit moet gaan zien? Of weet je niet hoe je kunt realiseren wat je voor ogen hebt?

Lees mijn boek Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

Of bel (0575-544588 / 06-54762865) of e-mail ([email protected]) me voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.

 

Wat wil ik nu echt?

 

 

 

 

De invloed van de nieuwe golf van autonome AI voor jouw loopbaan als kenniswerker

 

Nieuwe golf van autonome AI daagt iedere kenniswerker uit’, lees ik in de nieuwsbrief van Jarno Duursma.

In zijn artikel schrijft hij over AI-systemen, zogenaamde AI-agents, die zelfstandig je computer kunnen bedienen. Denk bijvoorbeeld aan formulieren invullen, websites doorzoeken, navigeren, knoppen aanklikken. En dat alles op basis van één enkele instructie.

Duursma schrijft: ‘In essentie bootst deze AI-software dus een mens na die een computer bedient.’

Terecht stelt hij de vraag, wat die ontwikkeling betekent voor werk dat nu nog gedaan wordt door mensen.

Een vraag, die interessant is voor mij als loopbaancoach in de begeleiding van mijn klanten, maar ook voor jou als kenniswerker.

 

 

Wat is jouw unieke toegevoegde waarde?

 

We bewegen richting een wereld van ‘Colleagues-as-a-service’

 

Na ChatGPT, waarmee jij mogelijk ook al hebt geëxperimenteerd en misschien volop gebruik van maakt, is dit de nieuwe golf van automatisering.

Concreet betekent die ontwikkeling dat bedrijven binnenkort AI-agenten in kunnen zetten om taken uit te voeren die nu nog door mensen worden gedaan. Jij als kenniswerker zet dan de koers uit, bepaalt de strategie, en de AI-agenten voeren de taken uit.

Duursma zegt daarover: ‘Uiteindelijk zal het moment komen dat we verbaasd zijn over hun snelheid en kwaliteit. We realiseren ons dan dat veel van de handelingen die we dagelijks op onze computer uitvoeren, beter en efficiënter door AI kunnen worden gedaan—voor een fractie van de kosten, 24/7, zonder vermoeidheid of chagrijn.’

Bedrijven zullen daardoor binnenkort een keuze hebben: laten we dit doen door menselijke werknemers of door een leger digitale AI-agents?

 

Wat dat betekent voor jouw werk als kenniswerker

 

Volgens Duursma kun je als kenniswerker veel profijt hebben van AI-agents. Denk aan meer efficiency, hogere productiviteit, minder stomme taakjes en de kwaliteit van je werk zal enorm toenemen.

Maar als je je talent niet benut, je kennis niet verder ontwikkelt of je onvoldoende onderscheidt van deze AI-systemen, dan krijg je concurrentie.

 

Het is tijd om jezelf cruciale vragen te stellen:

Wat is mijn unieke toegevoegde waarde? Waar liggen mijn talenten? Welke vaardigheden zijn moeilijk te automatiseren en hoe kan ik die verder ontwikkelen?

En hoe kun jij AI-agents inzetten in jouw werk?

 

Tot slot

 

Duursma ziet de AI-agents als niet zomaar een trend. Ze vormen het volgende hoofdstuk in de automatisering van computerwerk. Ze gaan op grote schaal en zelfstandig voor je werken. En voor je werkgever.

Dus, steek je kop niet in het zand. Zorg dat je voorbereid bent op ontwikkelingen. En klaar bent om te ontdekken waar je kracht ligt en waar jij het verschil kunt maken in het tijdperk van AI-agents.

En wil je als kenniswerker bijblijven m.b.t. de AI-ontwikkelingen?Abonneer je op ‘Trending in tech’, de nieuwsbrief van Jarno Duursma.

En heb je nog geen goed beeld van waar met name jouw talenten liggenen wat jouw unieke toegevoegde waarde is?

Laat het me horen. Als loopbaancoach voor hbo’ers en academici heb ik daar veel ervaring mee.

 

 

 

Hoe je succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’ en ‘gewoon’

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’; je zult ze maar samen tegenkomen op je pad.

Zie er dan maar eens aan voorbij te gaan.

Wist je dat ze familie zijn van elkaar? Min of meer broertje en zusje?

Het is echt niet zo’n lekker span. Nee, ze kunnen je behoorlijk in de weg zitten. Zeker als ze met z’n tweeën zijn.

Helaas is dat vaak het geval. Ze trekken graag samen op. Want samen zijn ze sterk.

Ze zijn sterk in het dwarsbomen en verlammen van wie ze tegenkomen. En het is alsof ze een extra zintuig hebben voor hun prooi.

Zijn ze eenmaal op je pad, dan is het moeilijk om ze kwijt te raken.

Ze hebben de neiging om aan je te blijven plakken. Je moet van goede huize komen, wil je ze van je af kunnen schudden.

Maar ben je ze eenmaal kwijt, dan voelt dat als een overwinning. Dat sterkt je zelfvertrouwen.

Kom je ze een volgende keer dan weer tegen?

Alle kans dat ze met een grote boog om je heen lopen. Wetend dat ze jou toch niet meer te pakken krijgen.

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’; als broertje en zusje een gevaarlijk span

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ zijn als broertje en zusje

 

In een van mijn vorige artikelen beschreef ik hoe een uitspraak als “Ik ga het nu gewoon doen” in negatieve zin je gedrag kan beïnvloeden.

Vooral als je eigenlijk weet dat het voor jou niet gewoon is. Dat er volop obstakels zijn op je weg. Obstakels of hobbels die je moet zien te trotseren.

 

Die obstakels dringen zich als vanzelf aan je op.

Vaak in de vorm van ja-maar’s:

“Ja maar, ik heb geen opleiding gedaan in die richting.”

“Ja maar, wie heeft daar geld voor over?”

“Ja maar, ik ken niemand binnen dat bedrijf.”

“Ja maar, er zijn nauwelijks vacatures in die richting.”

 

Vaak ben je je er niet van bewust wat je ermee zegt.

En zeker niet van wat ja-maar met je doet.

Net als gewoon doen kan ja-maar je behoorlijk verlammen. Met als gevolg dat je niet in actie komt.

Met ja-maar ontkracht je jezelf en verklein je je kansen op succes. In een van mijn vorige artikelen kun je nog eens nalezen hoe dat werkt.

 

‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ hebben dan ook veel met elkaar gemeen. Ze zijn echt familie van elkaar. Ze zijn broertje en zusje. En ze trekken veel samen op.

 

 

Hoe je met ‘ja-en’ succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’

 

Ja-en zet je aan tot handelen en vergroot daardoor jouw kans op succes.

“Ja-en, ik heb geen specifieke opleiding in die richting gedaan, maar ik kan wel mijn expertise laten blijken.”

“Ja-en, door goed mijn onderzoek te doen krijg ik boven water welke partijen gebaat zijn bij mijn aanbod en er dus geld voor over hebben.”

“Ja-en, ik onderzoek in mijn netwerk wie me in contact kan brengen met iemand die werkt in of voor dat bedrijf.”

“Ja-en, solliciteren naar aanleiding van vacatures is ook niet dé weg. Ik ga gesprekken aan om de 70% aan werk die ‘onder water zit’ boven water te krijgen.”

 

Kijk je vanuit de positie van ja-en, dan ben je gericht op kansen en mogelijkheden.

En alle kans dat je je doelen daadwerkelijk realiseert.

Dat heeft deels te maken met selffulfilling prophecy. Maar ook met het psychologisch mechanisme van intern en extern attribueren.

 

 

Als jij denkt dat iets voor jou mogelijk is, dan zul je er vol voor gaan

 

Heb je een positief zelfbeeld?

Zo ja, dan ben je bij tegenslag eerder geneigd om die toe te schrijven aan externe factoren of aan pech. “Jammer dan, een volgende keer beter”, zal je reactie zijn.

Heb je een negatief zelfbeeld en zit het even tegen?

Dan ben je eerder geneigd om je mislukking toe te schrijven aan jezelf: “Zie je nou wel, dat ik het niet kan”, of “zie je wel, dat ze geen behoefte hebben aan mensen zoals ik”.

Een groot risico ligt dan op de loer. Want als jij denkt dat je het toch niet kunt of dat men toch niet zit te wachten op mensen zoals jij, waarom zou je je dan nog inspannen om het tegendeel te bewijzen?

Zo wordt de vicieuze cirkel in gang gezet.

En zo raak je ja-maar niet kwijt.

Integendeel, ja-maar blijft op je schouder zitten en blijft in je oor fluisteren waar en wanneer die maar kan.

 

 

Een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’

 

Een helder beeld hebben van het werk dat je wilt doen is een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.

Zoals Herna Verhagen, CEO van PostNL, aangaf in een interview in Intermediair Magazine:

“Zolang je je dromen achternagaat is iedereen tot heel veel in staat.”

Zij laat zich daarin inspireren door een uitspraak van Nelson Mandela: “The future belongs to those who believe in their dreams”.

In 2014 werd Herna Verhagen door Opzij uitgeroepen tot machtigste vrouw van Nederland.

In het interview met haar:

“Ik heb nooit aan carrièreplanning gedaan, maar ik was me wel op jonge leeftijd al bewust van mijn drijfveren. Al rond mijn vierde had ik de drive om de dingen de volgende dag beter te doen. Die drive is onlosmakelijk aan me verbonden. Het maakt ook dat ik gemakkelijk een knop kan omzetten bij tegenslagen.”

 

Je bewust zijn van wat je te bieden hebt is een ander krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.

Naast het hebben van een helder beeld van het werk dat je wilt doen.

Het is mijn ervaring als coach dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om zijn kwaliteiten daadwerkelijk als kwaliteiten te zien.

Ook bij het destilleren van kwaliteiten uit succesverhalen ligt het gevaar van iets gewoon vinden op de loer.

Meer daarover lees je in een van mijn vorige artikelen.

 

 

 

Heb jij nog geen helder beeld van wat je te bieden hebt?

En van waar jij warm voor loopt en hoe jouw droombaan eruitziet?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

 

 

 

 

Waarom zelf je sterke kanten kennen niet per definitie leidt tot meer werkgeluk

 

Als je mij volgt, dan weet je dat een beeld krijgen van waar je goed in bent, een belangrijke topic is in mijn loopbaantrajecten.

Weet jij wat jouw sterke kanten zijn?

In het Nationaal Werkgeluk Onderzoek van oktober 2023 geeft 93% van de respondenten aan, dat ze dat weten.

Of ze het écht weten en hun sterke kanten, als het hen gevraagd wordt, op kunnen noemen? Zeker als ze die sterke kanten moeten staven met voorbeelden waaruit blijkt dat ze die kwaliteiten hebben?

Dat is nog maar de vraag.

Uit genoemd onderzoek komt naar voren dat er een relatie is tussen werkgeluk en kennen van je sterke kanten. Daarbij gaat het niet alleen over zelf je sterke kanten kennen, maar ook dat je collega’s en je leidinggevende die kennen. En dat je je sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk.

Meer over voorspellende factoren voor werkgeluk en de relatie tussen sterke kanten en werkgeluk lees je in mijn artikel.

 

sterke kanten en werkgeluk

 

Voorspellende factoren

 

Voorspellende factoren voor werkgeluk zijn leeftijdsafhankelijk.

Plezier, voldoening en competentie blijken belangrijke voorspellers voor werkgeluk voor 25 tot 35-jarigen.

Voor de 35 tot 45-jarigen zijn dat autonomie, verbinding en competentie.

Voor de 45 tot 55-jarigen ziet het plaatje er weer anders uit. En is naast verbinding en competentie, plezier een belangrijke voorspeller voor werkgeluk.

De 55-plussers hebben weer meer behoefte aan autonomie, naast plezier, voldoening en verbinding.

 

 

Het effect van werkdruk op werkgeluk

 

De werkdruk is in 2023 toegenomen, blijkt uit het onderzoek. Mogelijk heb je dat ook zelf ervaren. Vooral als je werkzaam bent in het onderwijs, de zorg of de zakelijke dienstverlening.

Of toegenomen werkdruk een negatief effect heeft op je werkgeluk, is nog maar de vraag. Want te weinig werkdruk werkt negatief voor je werkgeluk. Denk daarbij aan een bore-out, je vervelen op je werk, niet uitgedaagd worden en je kwaliteiten niet in kunnen zetten.

Een beetje werkdruk ervaren is over het algemeen best fijn, alhoewel die niet te hoog moet worden. Want als je hoge werkdruk niet kunt managen, dan loop je het risico op een burn-out.

 

 

Relatie tussen score op werkgeluk en weten wat je sterke kanten zijn

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter wat hun sterke kanten zijn dan mensen die laag scoren op werkgeluk.

Je weet zelf waar jij goed in bent, belangrijk is ook dat jouw collega’s een goed beeld hebben van jouw kwaliteiten. En dus weten waarvoor ze met name bij jou moeten zijn. Ook wat dat punt betreft laten de resultaten van het onderzoek een relatie zien met werkgeluk. 90% van de werkenden die hoog scoren op werkgeluk geven te kennen dat hun collega’s hun sterke kanten voldoende kennen. Voor de werkenden die laag scoren op werkgeluk geldt dat maar voor 52% van de werkenden.

En naast dat het belangrijk is dat jouw collega’s jouw sterke kanten kennen, is het zaak dat jouw leidinggevende ze onderkent en kent. Van de groep werkenden die laag scoren op werkgeluk zegt veel minder dan de helft dat de leidinggevende zijn sterke kanten kent. Voor de hoog scorers op werkgeluk geldt dat voor een veel grotere groep.

Misschien nog wel het belangrijkste voor je werkgeluk is de vraag of je jouw sterke kanten voldoende kunt inzetten in je werk. Het onderzoek laat daarin een groot verschil zien tussen mensen met een hoog en mensen met een laag werkgeluk. Van de mensen met een hoog werkgeluk geeft bijna de hele groep te kennen zijn sterke kanten voldoende in te kunnen zetten. Voor de mensen met een lage score op werkgeluk geldt dat voor slechts een derde van de doelgroep.

 

 

Kortom

 

Mensen die hoog scoren op werkgeluk weten beter dan mensen die laag scoren op werkgeluk wat hun sterke kanten zijn. Zowel hun collega’s als hun leidinggevende kennen hun sterke kanten en zij kunnen hun sterke kanten voldoende inzetten in hun werk.

Investeer in het in kaart brengen van jouw sterke kanten en laat zien en horen wat jouw sterke kanten zijn. En doe je voorstel hoe je jouw sterke kanten meer kunt inzetten in je werk.

 

Kun je wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw sterke kanten en je daarmee profileren?

Laat het me horen.

 

 

 

 

Hoe je je accu oplaadt door inzet van jouw ‘top vijf’

 

“Ik hoop een nieuwe start te kunnen gaan maken met nieuwe energie en motivatie, iets wat nu ver te zoeken is…….”

Zo mailde me een potentiële klant.

Zit je niet goed op je plek in je werk, dan kost dat inderdaad veel energie. Zoveel energie dat je na een werkdag wellicht uitgeblust thuiskomt. Te moe, om wat dan ook nog op te pakken.

Dat wordt anders, als je werk doet dat optimaal bij je past.

Je kunt het je misschien niet voorstellen, maar dan hoeft werk je geen energie te kosten. Integendeel, het levert je energie op.

Als je werk doet dat écht bij je past, dan werkt dat werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

Of je werk optimaal bij je past, heeft onder andere te maken met welke kwaliteiten van jezelf, jij inzet in je werk. Het is het mooist als je jouw top vijf kunt inzetten in het werk dat je doet.

Want dan kost je werk je niet alleen minder energie, het levert je zelfs energie op, doordat je werk werkt als een dynamo.

Meer daarover lees je in mijn artikel.

 

Hoe je ervoor zorgt dat je werk werkt als een dynamo

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je je kwaliteiten helder hebt.

 

Waar ben je met name goed in? Wat gaat jou zo goed af, dat je het bijna als vanzelf doet? Dat je het zelf misschien niet eens meer onderkent als een kwaliteit?

Als je je échte kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan kost je dat minder energie dan wanneer je kwaliteiten inzet die je je met veel moeite hebt eigen gemaakt.

Zo vertelde iemand mij laatst dat hij jarenlang teveel op zijn tenen had gelopen. Dat hij van zichzelf niet zo analytisch was. Hij had zich, ook gestimuleerd door zijn omgeving, die vaardigheid wel eigen gemaakt. En zette die ook volop in, in zijn werk.

Omdat het analytische niet van nature in hem zat, kostte het werk hem veel energie. Bij tijd en wijle was hij ook bang om door de mand te vallen. Bang dat men in de gaten kreeg, dat hij eigenlijk niet zo analytisch was.

Om dat te voorkomen zette hij zich nog meer in voor zijn werk. Dat werd nog versterkt doordat het leveren van kwaliteit voor hem een belangrijke drijfveer was.

Helaas uiteindelijk resulterend in een burn-out.

 

Waar liggen met name jouw kwaliteiten? Welke activiteiten gaan jou zo gemakkelijk af dat je ze als het ware als vanzelf doet?

Kun je bij het in kaart brengen van je kwaliteiten nog wat handreikingen gebruiken? Lees mijn artikel over het werken met succesverhalen.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zorg dan dat je kwaliteiten inzet waar je graag mee bezig bent.

 

Een paar kanttekeningen wil ik daarbij maken.

Met regelmaat hoor ik dat mensen denken, dat als je goed bent in iets, dat je het dan ook leuk vindt om te doen.

Dat is een misverstand, want dat hoeft lang niet altijd zo te zijn.

Zo ben je misschien goed in organiseren en coördineren van zaken. Maar moet je er niet aan denken dat je van die kwaliteiten je werk zou moeten maken.

Veel liever ben je met andere zaken bezig, ook al zien mensen in jouw omgeving jou heel makkelijk in een coördinerende rol of functie.

 

Het is ook niet zo, dat als je iets leuk vindt om te doen, dat het dan voor de hand ligt om er gelijk je werk van te maken.

Zo herinner ik me een deelnemer aan een van mijn trainingen. Ze was heel creatief met haar hobby.

“Waarom maak je daar je werk niet van?”, zo kreeg ze kennelijk met regelmaat te horen. “Maar dat wil ik helemaal niet”, was haar reactie.

Aan haar stem was te horen hoe boos ze er nog over kon worden.

 

Als je iets leuk vindt, dan wil dat nog niet altijd zeggen dat je er ook goed in bent.

Door menigeen wordt aangenomen dat iets leuk vinden per definitie inhoudt dat je er ook goed in bent. Dat hoeft helemaal niet zo te zijn.

En vind je iets leuk, maar ben je er niet goed in, dan kan het werk je meer energie kosten dan het je oplevert. En uiteindelijk trek je je accu dan leeg.

 

 

Wil je dat je werk werkt als een dynamo? Zet je top vijf dan in, in je werk.

 

Kom tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

Welke zijn de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet? En welke kwaliteiten  zijn relatief jouw sterkste kwaliteiten?

Door je kwaliteiten te rangordenen op deze twee aspecten kom je tot jouw ‘top vijf’; een gewogen rangordening van de kwaliteiten die je relatief het liefste inzet in je werk en waarin je relatief het beste bent.

Als je die kwaliteiten kunt inzetten in het werk dat je doet, dan werkt dat als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

Hoe je komt tot een gewogen rangordening van je kwaliteiten.

 

Ik help je graag op weg met een stappenplan.  Een tweede stappenplan lees je in mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?

 

Stap 1: ‘Welke kwaliteiten zet je het liefst in, in je werk’?

Pak je lijst met kwaliteiten.

Heb je die nog niet, breng dan eerst jouw kwaliteiten in kaart.

Bekijk jouw kwaliteiten en schrijf op welke kwaliteit je het liefst inzet in je werk. Welke kwaliteit komt op de tweede plaats? En welke op de derde? En op de vierde? Ga zo door tot je al jouw kwaliteiten een plek hebt gegeven in jouw rangordening.

Geef je kwaliteiten een nummer dat correspondeert met de plek in de rangorde met betrekking tot de vraag ‘Welke kwaliteit zet ik het liefste in, in het werk dat ik doe?’.

Leg je rangordening vast.

 

Stap 2: In welke kwaliteiten ben je het beste?

Waar ben je het beste in, als je kijkt naar jouw lijst van kwaliteiten? Zet die bovenaan.

Wat vervolgens kun je het best?

Maak zo een rangordening van je kwaliteiten naar aanleiding van de vraag ‘Waar ben ik het beste in?

Het is het handigst als je voor de nummering de cijfers aanhoudt die je de kwaliteiten bij stap 1 hebt gegeven.

 

Stap 3: Het samenvoegen van de twee lijsten in één lijst, waarin de gewogen rangordening naar voren komt.

Zet je twee lijsten naast elkaar.

De twee lijsten zijn nooit helemaal hetzelfde.

De nummers kun je zien als alternatief voor de namen van de kwaliteiten.

Trek nu een lijn tussen het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe graag doe ik het?’ en het punt waarop een kwaliteit scoort in de lijst ‘Hoe goed ben ik erin?’.

Doe dat voor elke kwaliteit.

Trek dan een middenlijn tussen beide kolommen. Welke vijf kwaliteiten scoren het hoogst op de snijpunten op de middenlijn?

Die vijf zijn jouw ‘top vijf’.

 

Klik hier voor een voorbeeld van een gewogen rangordening.


Het is het mooist als die vijf terugkomen in het werk dat je doet.

Als je jouw top vijf in kunt zetten in het werk dat je doet, dan werkt je werk als een dynamo. Je laadt je accu ermee op.

 

 

PS Heb jij mijn boek (nog) niet en wil je het tweede stappenplan uit mijn boek ‘WAT WIL IK NU ECHT?‘ ontvangen?

Laat het me horen. Stuur een mailtje naar [email protected]. Dan stuur ik het je toe.

 

 

En kun jij wel wat hulp gebruiken bij het in kaart brengen van jouw kwaliteiten?

Neem contact met me op voor een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Hoe perfectionisme je gedrag negatief kan beïnvloeden

 

 

Ik ben een perfectionist”, zegt ze trots.

En zij is niet de enige die trots is op haar perfectionisme. Alsof perfectionisme een kwaliteit is.

Perfectie zie ik eerder als een illusie dan een realiteit. Niets kan perfect zijn. Want ook al lever je kwaliteit, hoogstwaarschijnlijk kan het altijd nog beter.

Streven naar perfectie is voor mij dan ook eerder een valkuil dan een kwaliteit. Ik zie het als een vervormde, ongezonde variant van streven naar kwaliteit.

Ben jij zelf een perfectionist, dan heb je vast al ervaren hoe je perfectionisme je flink dwars kan zitten.

Zou je stiekem misschien wel graag iets willen leren van mensen die de lat een heel stuk lager leggen dan jij? Van die mensen, die naar jouw gevoel er de kantjes vanaf lopen? En zo veel gemakkelijker in het leven staan dan jij?

 

Hoe perfectionisme eerder een valkuil is dan een kwaliteit

 

Bepaalde mate van perfectionisme is niet verkeerd

 

Misschien moet je het dan geen perfectionisme noemen, maar streven naar een goed resultaat.

Ik ben daar een groot voorstander van.

Gedreven een goed resultaat willen bereiken is waardevol. Het helpt je om het beste uit jezelf te halen en is zo een bron van motivatie om goede resultaten te leveren.

 

Als je bij alles wat je doet, streeft naar het hoogst haalbare wordt dat heel anders. Dan wordt perfectionisme al gauw een probleem.

 

Perfectionisme als probleem omdat je nooit tevreden bent over jezelf

 

Als perfectionist ben je nooit of in elk geval niet gauw tevreden over jezelf, omdat het altijd beter kan.

Je kunt niet tevreden zijn met het resultaat dat je op een bepaald moment hebt bereikt. Je blijft dan bijvoorbeeld maar doorgaan met je werk omdat het voor jou nog niet perfect is.

Perfectionisme is dan echt een grote valkuil, die bijvoorbeeld uiteindelijk kan leiden tot burn-out. Vooral ook omdat je jouw lat heel hoog legt en steeds maar door blijft gaan om het niveau te bereiken dat je jezelf hebt opgelegd.

En ontaardt je aanpak niet in een burn-out, dan loop je het risico dat je contract niet wordt verlengd. Simpelweg omdat je in de ogen van je werkgever onvoldoende tempo maakt en dus niet de resultaten behaalt die men verwacht.

Misschien is jou dat ook al eens overkomen.

 

Als perfectionist ben je geneigd om ook tegenover de buitenwereld aan te geven dat je de lat voor jezelf hoog legt. Voor jou voelt dat ook zo.

Maar bijvoorbeeld Tony Robbins ziet dat anders:

“Perfectionisme is niet de hoogste, maar de laagste lat die je kan hebben, want het is een onhaalbare eis aan jezelf.”

 

 

Perfectionisme als probleem omdat je uitdagingen uit de weg gaat

 

Ben je een echte perfectionist, dan is er alle kans dat falen een absolute doodzonde voor jou is.

 

Falen wil je dan ook vermijden.

Met als gevolg dat je geneigd bent om echte uitdagingen uit de weg te gaan en je lat dus laag te leggen. Om te voorkomen dat je je doelstelling niet haalt of anderszins door de mand valt.

Zo was een van mijn perfectionistische coachklanten geneigd om op safe te spelen met betrekking tot banen waar hij voor ging. Keer op keer waren die banen voor hem onder de maat.

Maar erger nog, ze sloten niet aan bij zijn kwaliteiten. Waardoor het werk hem ontzettend veel energie kostte, hij zijn targets niet haalde en zijn contracten niet werden verlengd.

 

 

Schuilen achter een masker van perfectie brengt je nergens

 

Dat geldt ook voor de baanverwerving.

Het is prijzenswaard als je je goed voorbereidt op gesprekken, maar je kunt daar ook in doorslaan.

Ik heb daar sterke voorbeelden van gehoord.

Zo bereidde een kandidaat zich tot in de puntjes voor op haar gesprekken. Heel grondig deed ze haar onderzoek.

Onderzoek naar de cultuur van de organisatie en de dresscode en de make-up die daarbij past.

Dagenlang studeerde ze op de vacature en deed ze haar onderzoek naar de vacante functie. Antwoorden op mogelijke vragen en de vragen die ze zelf wilde stellen had ze stevig ingestudeerd.

Bijna tot in de perfectie had ze zich ingeleefd in haar rol als sollicitant voor de vacante functie en zich die rol eigen gemaakt. En ze speelde de rol met glans.

Trots vertelde ze dan ook dat door de selectie komen voor haar geen probleem was.

Maar daarmee de baan verwerven die écht bij je past?

Dat was haar tot nu toe niet gelukt. Mogelijk was ze daarvoor teveel gericht op een door haar bedachte externe standaard waaraan ze tot in perfectie wilde voldoen. Waardoor ze haar eigenheid als persoon verstopte achter een masker.

 

 

Relatieve perfectie: optimaal resultaat gezien alle beperkingen waarmee je te dealen hebt

 

Nastrevenswaard is het om te gaan voor het optimale; relatieve perfectie.

Niets kan perfect zijn. Perfectie is een illusie.

Relatieve perfectie bereik je als de resultaten optimaal zijn gezien de beperkte hoeveelheid tijd, energie, geld, hulpmiddelen, mensen en ruimte.

 

 

Kortom

 

Stap niet in de valkuil van perfectie. Ga voor optimalisme.

Wees je bewust van wat je te bieden hebt, jouw kwaliteiten en werk vanuit je kracht.

Durf de weg te bewandelen van wat je het allerliefste doet en ben trouw aan wat jij aan deze wereld bij wilt dragen.

Maak welbewust en zelfverzekerd keuzes in wat je wel en niet doet.

Realiseer je dat goed, goed genoeg is en zet jouw tijd en jouw kwaliteiten effectief in.

 

 

 

Heb je nog geen helder beeld van jouw kwaliteiten? En van de bijdrage die je wilt leveren met wat je doet in je werk?

Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?’ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.

En schat je bij voorbaat in, dat je wel wat hulp kunt gebruiken bij het uitstippelen van jouw volgende stap in je loopbaan? Neem gerust contact met me op voor het plannen van een vrijblijvend oriënterend gesprek.

 

 

 

 

Talent moet je ontwikkelen en onderhouden

 

Als je me al langer volgt, dan weet je misschien dat keramieken een van mijn hobby’s is. Lekker met mijn handen in de klei, al dan niet op de draaischijf.

Om allerlei redenen heb ik dat inmiddels alweer een hele tijd niet gedaan. Een van die redenen is dat mijn atelier tijdelijk een andere bestemming heeft. Waardoor ik daar niet aan het werk kan.

Dat begint steeds meer te kriebelen. Soms word ik er ook een beetje onrustig van.

Onze servieskast staat vol met kommen en schaaltjes die ik zelf heb gedraaid. Sommige echt al heel lang geleden. Zo had ik onlangs een van die schaaltjes in mijn handen. Als vanzelf liet ik het schaaltje door mijn handen gaan om de vorm af te tasten en te ervaren of die soepel loopt. Het betreffende schaaltje ‘liep’ wonderbaarlijk gaaf. En het is ook strak geglazuurd.

 

talent ontwikkelen

 

Het moment suprême bracht me enigszins in verwarring. Enerzijds was ik trots. Anderzijds werd ik er onzeker van. ‘Ik weet niet of ik dat nog wel kan’, zei ik tegen Martin. ‘Ik heb het al zo lang niet meer gedaan.’

Het voorval deed me terugdenken aan de tijd dat ik regelmatig achter de draaischijf zat. In zomervakanties was ik soms een paar weken achter elkaar van huis, op cursus bij gerenommeerde keramisten.

En dan was ik niet alleen bezig met mooie kommen en schalen draaien, maar ook met experimenteren met glazuren en stoken. Dat laatste niet alleen elektrisch of in een gasoven (al dan niet zoutstook), maar ook raku, pitfire, of in een houtoven. Voor het stoken van de houtoven draaiden we in shifts, waaronder ook de nachtelijk uren. Want je moest het vuur wel gaande houden door hout te voeren.

 

Ik heb heel veel zin om de draad weer op te pakken. Ook al weet ik nog niet hoe me dat afgaat.

Ik ben overigens niet de enige die zin heeft om weer te gaan ‘keramieken’. Een van onze kleinzonen schreef op de kaart voor mijn verjaardag: ‘Ik kan niet wachten om een keer iets met jou te keramieken!’

Voor mij is dat een extra stimulans om zodra het atelier weer vrij is, in mijn eentje op te starten. Me te heroriënteren op hoe het allemaal ook alweer moest en het vormgeven weer enigszins in de vingers te krijgen.

Want ik kan in het verleden dan wel veel mooie dingen hebben gemaakt, talent moet je onderhouden en liever nog, door ontwikkelen. Want stilstand is achteruitgang.

 

Dat geldt ook voor werk.

In onze samenleving, waar verandering constant is, is het cruciaal om je talenten te onderhouden en je te blijven ontwikkelen.

Het is aan jou om actief vorm te geven aan jouw persoonlijke en professionele groei. Dat betekent stappen zetten om iets voor elkaar te krijgen. Ontdekken wat je graag wilt, wat je belangrijk vindt. Met kleine aanpassingen je werk veranderen, verbeteren; jobcraften.

Zodat je werk doet dat je belangrijk vindt, waar je je talent kan ontwikkelen, waarmee je succes hebt.

 

 

Ben je onzeker over welke stappen je kunt zetten? Of wil je ontdekken hoe je jouw persoonlijke kwaliteiten optimaal inzet in je werk?

Wil je meer inzicht in jezelf, stilstaan bij je sterke punten, je drijfveren en weten welk werk het beste bij je past?

Bel me (06-54762865/ 0575-544588) of e-mail ([email protected]) me gerust voor het maken van een afspraak voor een oriënterend gesprek.