Hoe je succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’ en ‘gewoon’
‘Ja-maar’ en ‘gewoon’; je zult ze maar samen tegenkomen op je pad.
Zie er dan maar eens aan voorbij te gaan.
Wist je dat ze familie zijn van elkaar? Min of meer broertje en zusje?
Het is echt niet zo’n lekker span. Nee, ze kunnen je behoorlijk in de weg zitten. Zeker als ze met z’n tweeën zijn.
Helaas is dat vaak het geval. Ze trekken graag samen op. Want samen zijn ze sterk.
Ze zijn sterk in het dwarsbomen en verlammen van wie ze tegenkomen. En het is alsof ze een extra zintuig hebben voor hun prooi.
Zijn ze eenmaal op je pad, dan is het moeilijk om ze kwijt te raken.
Ze hebben de neiging om aan je te blijven plakken. Je moet van goede huize komen, wil je ze van je af kunnen schudden.
Maar ben je ze eenmaal kwijt, dan voelt dat als een overwinning. Dat sterkt je zelfvertrouwen.
Kom je ze een volgende keer dan weer tegen?
Alle kans dat ze met een grote boog om je heen lopen. Wetend dat ze jou toch niet meer te pakken krijgen.
‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ zijn als broertje en zusje
In een van mijn vorige artikelen beschreef ik hoe een uitspraak als “Ik ga het nu gewoon doen” in negatieve zin je gedrag kan beïnvloeden.
Vooral als je eigenlijk weet dat het voor jou niet gewoon is. Dat er volop obstakels zijn op je weg. Obstakels of hobbels die je moet zien te trotseren.
Die obstakels dringen zich als vanzelf aan je op.
Vaak in de vorm van ja-maar’s:
“Ja maar, ik heb geen opleiding gedaan in die richting.”
“Ja maar, wie heeft daar geld voor over?”
“Ja maar, ik ken niemand binnen dat bedrijf.”
“Ja maar, er zijn nauwelijks vacatures in die richting.”
Vaak ben je je er niet van bewust wat je ermee zegt.
En zeker niet van wat ja-maar met je doet.
Net als gewoon doen kan ja-maar je behoorlijk verlammen. Met als gevolg dat je niet in actie komt.
Met ja-maar ontkracht je jezelf en verklein je je kansen op succes. In een van mijn vorige artikelen kun je nog eens nalezen hoe dat werkt.
‘Ja-maar’ en ‘gewoon’ hebben dan ook veel met elkaar gemeen. Ze zijn echt familie van elkaar. Ze zijn broertje en zusje. En ze trekken veel samen op.
Hoe je met ‘ja-en’ succesvol de confrontatie aangaat met ‘ja-maar’
Ja-en zet je aan tot handelen en vergroot daardoor jouw kans op succes.
“Ja-en, ik heb geen specifieke opleiding in die richting gedaan, maar ik kan wel mijn expertise laten blijken.”
“Ja-en, door goed mijn onderzoek te doen krijg ik boven water welke partijen gebaat zijn bij mijn aanbod en er dus geld voor over hebben.”
“Ja-en, ik onderzoek in mijn netwerk wie me in contact kan brengen met iemand die werkt in of voor dat bedrijf.”
“Ja-en, solliciteren naar aanleiding van vacatures is ook niet dé weg. Ik ga gesprekken aan om de 70% aan werk die ‘onder water zit’ boven water te krijgen.”
Kijk je vanuit de positie van ja-en, dan ben je gericht op kansen en mogelijkheden.
En alle kans dat je je doelen daadwerkelijk realiseert.
Dat heeft deels te maken met selffulfilling prophecy. Maar ook met het psychologisch mechanisme van intern en extern attribueren.
Als jij denkt dat iets voor jou mogelijk is, dan zul je er vol voor gaan
Heb je een positief zelfbeeld?
Zo ja, dan ben je bij tegenslag eerder geneigd om die toe te schrijven aan externe factoren of aan pech. “Jammer dan, een volgende keer beter”, zal je reactie zijn.
Heb je een negatief zelfbeeld en zit het even tegen?
Dan ben je eerder geneigd om je mislukking toe te schrijven aan jezelf: “Zie je nou wel, dat ik het niet kan”, of “zie je wel, dat ze geen behoefte hebben aan mensen zoals ik”.
Een groot risico ligt dan op de loer. Want als jij denkt dat je het toch niet kunt of dat men toch niet zit te wachten op mensen zoals jij, waarom zou je je dan nog inspannen om het tegendeel te bewijzen?
Zo wordt de vicieuze cirkel in gang gezet.
En zo raak je ja-maar niet kwijt.
Integendeel, ja-maar blijft op je schouder zitten en blijft in je oor fluisteren waar en wanneer die maar kan.
Een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’
Een helder beeld hebben van het werk dat je wilt doen is een krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.
Zoals Herna Verhagen, CEO van PostNL, aangaf in een interview in Intermediair Magazine:
“Zolang je je dromen achternagaat is iedereen tot heel veel in staat.”
Zij laat zich daarin inspireren door een uitspraak van Nelson Mandela: “The future belongs to those who believe in their dreams”.
In 2014 werd Herna Verhagen door Opzij uitgeroepen tot machtigste vrouw van Nederland.
In het interview met haar:
“Ik heb nooit aan carrièreplanning gedaan, maar ik was me wel op jonge leeftijd al bewust van mijn drijfveren. Al rond mijn vierde had ik de drive om de dingen de volgende dag beter te doen. Die drive is onlosmakelijk aan me verbonden. Het maakt ook dat ik gemakkelijk een knop kan omzetten bij tegenslagen.”
Je bewust zijn van wat je te bieden hebt is een ander krachtig wapen tegen ‘ja-maar’ en ‘gewoon’.
Naast het hebben van een helder beeld van het werk dat je wilt doen.
Het is mijn ervaring als coach dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om zijn kwaliteiten daadwerkelijk als kwaliteiten te zien.
Ook bij het destilleren van kwaliteiten uit succesverhalen ligt het gevaar van iets gewoon vinden op de loer.
Meer daarover lees je in een van mijn vorige artikelen.
Heb jij nog geen helder beeld van wat je te bieden hebt?
En van waar jij warm voor loopt en hoe jouw droombaan eruitziet?
Lees mijn boek ‘Wat wil ik nu echt?‘ – Een loopbaanstrategie voor gedreven hbo’ers en academici die meer waarde willen realiseren in hun werk.